mumsM
te worden besproken, alvorens hij of zij een plaats in
de rij der doorluchte voorouders kreeg toegewezen.
Andere heeft Corry uitvoerig gesproken tijdens een
persoonlijke ontmoeting of over de telefoon. Niet zelden
liep zo'n gesprek uit op een intiem onderhoud. 'Het
gaat altijd over huwelijken, echtscheidingen, geboorten
en sterfgevallen. Sommigen bellen mij op om hun
complete levensverhaal te vertellen. Ik voel mij af en
toe net een maatschappelijk werkster.'
Het Centraal Bureau voor Genealogie in Den Haag
zendt haar met enige regelmaat overlijdensberichten
van telgen uit het geslacht Van der Kooij. Maar ze
krijgt ook,van verwanten in het land, overlijdens- en
geboorteadvertenties toegestuurd. Zo blijft zij op de
hoogte van alle mutaties in de familie.
Hoewel Corry ook voor menige andere familie
stamboomonderzoek deed, mag het Van der Kooij-
register als haar levenswerk worden beschouwd. Ze is
nog dagelijks bezig met het verzamelen en verwerken
van materiaal. In het boek worden vijf takken
beschreven langs welke de familie zich over diverse
regio's uitbreidde. Onderscheid wordt gemaakt tussen
de Delflandse, de Alblasserwaardse, de Voorburgse, de
Wassenaarse en de Flakkeese Van der Kooij'en.
Behalve dat haar moeder een Van der Kooij was, heeft
ze eigenlijk geen reden om zich zo intensief met juist
deze familie bezig te houden, geeft ze toe. 'Ik heb er
zelf niet zo gek veel mee. Ik heb er vrijwel niemand,
afgezien van twee mannelijke nazaten, maar die zijn
allebei homo. Eigenlijk heb ik alleen één achterneef.'
Het lag gewoon in de lijn der dingen dat ze meer wilde
weten over haar moeders familie, zegt ze. Ze herinnert
zich nog goed het moment waarop zij besloot actief op
zoek te gaan naar historische bijzonderheden. 'Het was
op de 90-jarige verjaardag van mijn grootmoeder. Ik
had haar in de voorgaande jaren al heel veel gevraagd
over haar voorouders, ze kon me gewoon niet meer
vertellen. Maar ik wilde wel meer weten. De enige
manier om dat te bereiken was zoeken in archieven.'
Aan haar eigen moeder kon Corry niets vragen. Zij stierf
op jonge leeftijd, toen Corry nog op de mulo zat. Haar
broertje was pas een paar jaar oud, haar oudere zus
had zojuist het mulodiploma gehaald. Vader zat op zee.
De zorg voor en de opvoeding van de kinderen kwam
op de kinderen zelf neer. Haar zus, die van plan was
geweest onderwijzeres te worden, ging het huishouden
doen, geholpen door Corry, die er desondanks in
slaagde de mulo af te maken. 'Mensen vroegen ons
later hoe we het toch hadden gerooid, zo alleen met ons
drietjes. Ze hadden het zo zielig voor ons gevonden.
Nou, we waren helemaal niet zielig! We hadden het
juist hartstikke leuk met elkaar!'
'Om mijn roots te achterhalen,' geeft Corry als reden op
als je vraagt waarom zij zoveel moeite heeft gedaan om
haar voorgeslacht zo gedetailleerd in beeld te brengen.
'Ik ben er dankzij dit onderzoek achter gekomen dat
twee van mijn voorvaderen van vaderskant in Zeeland
schoolmeester waren. Ik ben ook het onderwijs in
gegaan. Zou dat soms in de genen zitten?'
Corry beluisterend, krijg je de indruk dat het vroege
verlies van haar moeder het onderzoek misschien ook
wel heeft gestimuleerd. Alsof ze die abrupte breuk met
haar voorgeslacht kon herstellen door een bruggetje
te leggen vanuit het archief. En wellicht biedt het op
een rijtje zetten van het verleden haar enig houvast
in een bestaan, dat werd gekenmerkt door de vele
onvoorspelbare en soms wrede wendingen die het nam.
Twee van haar kinderen stierven op betrekkelijk jonge
leeftijd. Er is nog één zoon in leven. Groter verdriet is
haar nooit overkomen.
'Ik heb een veelbewogen leven achter de rug,' zegt ze.
Er klinkt geen bitterheid in door. Het is, zoals het is.
'Ik heb in een noodhospitaal gewerkt als verpleegster
waar slachtoffers van het bombardement op Rotterdam
werden opgevangen. Dan zie je dingen die je normaal
niet ziet. Na de oorlog heb ik voor het Rode Kruis
kindertransporten begeleid. Ik bracht kinderen uit
Duitsland en Oostenrijk die hierheen kwamen om aan
te sterken, terug met de trein. Dat was leuk, maar zwaar
werk. We reden langs steden waar geen steen meer
overeind stond. In München werden we uitgescholden
en bespuugd. De Duitsers hadden een uitgesproken
hekel aan ons.'
De laatste tijd gaat het wat minder met haar
gezondheid. Ze is minder goed ter been en dat
is voor iemand die graag archieven bezoekt een
onoverkomelijke handicap. 'In archieven moetje lopen.
Je moet zelf boeken pakken en tillen. Dat kan ik niet
meer,' zegt ze. Een paar maanden geleden heeft ze haar
auto weggedaan. 'Ik ben zestig jaar lid geweest van de
ANWB. Dat was kennelijk nogal bijzonder, want ik heb
er een speciaal bedankje voor gekregen.'
Natuurlijk vindt ze het jammer dat ze minder mobiel is.
Maar ze blijft er nuchter onder. 'Ik heb er vrede mee. Ik
ben dankbaar dat ik heel lang in staat ben geweest dit
werk te doen.'
En helemaal vleugellam is ze niet. Een paar jaar
geleden drongen de kleinkinderen aan dat ze een
computer zou nemen. Om hen een plezier te doen,
ging ze uiteindelijk akkoord. 'Daar ben ik nu blij om.
Ik heb er een hoop plezier van. Ik heb zelfs een eigen
Facebook-account. Dat blijkt een heel leuke manier om
met de familie in contact te blijven.'
zelden genoegen. 'Ik zoek
de mens en zijn geschiedenis. Ik
probeer zoveel mogelijk details
JbmmÉmnand te verzamelen. Soms
die in notariële stukken,
andere aktes, zoals
richten - al heetten die
in vroeger eeuwen anders - of
in kronieken. Ik ben tot 1580
teruggeweest, ik mocht heel
oude boeken inzien met speciale
handschoenentjes aan. Je komt zo
dewonderlijks te verhalen op het
Of bijzonderheden die iets
even van iemands karakter. Ik
er me een verhaal van een
man die stokslagen kreeg omdat
was betrapt met twee vrouwen
wmaTsWili
35 Musis
WimZMISAZS.
SMWM
WmWi