Vlaardings leven
k
m
ff
Wat het meest bevorderlijk, Is aan Vlaarding's beste
leven' is de retorische vraag die de dichter zich in
1857 stelt. Het kan haast niet missen dat het ultieme
'Vlaardings Leven' werd ingegeven door de beug- en
haringvisserij: 'Daarvoor vlag en hoed geheven, Die
geeft welvaart, die geeft bloei, Die geeft Vlaarding 't
ware leven.' En dus niet de toenmalige nieuwlichterij
in de gedaante van een 'pelmachien' (de door stoom
aangedreven rijstpellerij 'De Pelmolen' aan het
havenhoofd) of de Schiedamse 'mout- of branderij'.
Het zijn citaten uit een heildronk door reder IJzermans,
uitgebracht bij de stapelloop van zijn visserijhoeker
'Vlaardings Leven' op 14 oktober van genoemd jaar op
de werf 's Lands Welwaren. Een toepasselijke naam dus,
of zoals IJzermans meende: 'Neen, geen naam werd
door ons 't liefst, Aan het Hoekerschip gegeven, voor de
visscherij bestemd, Als de naam van Vlaardings Leven'.
Het is een naam die voortborduurde op vergelijkbare
scheepsnamen welke als het ware de voorspoedige
uitkomst van de visserij moesten bezweren. De naam
Vlaardings Welvaren en dito Hoop en Bloei zijn daarvan
mooie voorbeelden. IJzermans, zijn collega-reders
en ook de scheepsbouwers konden in 1857 nog niet
bevroeden dat de Vlaardings Leven de laatst gebouwde
Vlaardingse vishoeker zou zijn. Nog sterker, het schip
was ook de laatste hoeker die nog ter visserij ging.
In 1886 maakte deze haar laatste reis om een paar
jaar later verkocht te worden aan een Sliedrechtse
scheepssloper. Het schip geniet de eer de enige hoeker
te zijn die op een foto voorkomt. De onttakelde romp is
te zien op een foto van Henri de Louw, liggende in de
Oude Haven bij het rederijkantoor van IJzermans vlakbij
de Visbank. Dat de rederij trots was op zijn schip blijkt
niet alleen uit de uitgesproken rede bij de tewaterlating.
Tezamen met andere schepen werd het in opdracht
door Huib Luns vastgelegd op een groot schilderij dat
in het rederijkantoor hing en zich nu in de collectie
van het Visserijmuseum bevindt. Ook verscheen het
op reclameprenten van IJzermans Co. Per toeval of
misschien toch ook omdat de hoeker opviel, werd de
Vlaardings Leven rond 1880 in vermoedelijk Lerwick
door een Engelse kunstenaar geschetst. John Fraser
(1858-1927) maakte toen een reis in Schotland en
zal het toen tussen de vele in de baai van Lerwick op
de Shetlands voor anker liggende Hollandse loggers
hebben zien liggen. Na zijn introductie in 1866 had
dit scheepstype razendsnel de overhand genomen
vanwege de gunstige resultaten en eigenschappen.
De veel robuuster uitziende hoeker moet de aandacht
getrokken hebben. Duidelijk zijn de hoekervormen op
de schets herkenbaar met de beide openingen in het
ronde achterschip en het berghout, dat als verdikking op
het boeisel te herkennen valt. Op de schets gaf Fraser
in woorden de kleuren van de diverse onderdelen aan
en vermeldde ook de naam van het schip, die door hem
op de twee naamborden bezijden de helmstok gelezen
zal zijn. Of Fraser de schets ooit tot een aquarel of
olieverfschilderij uitwerkte, is onbekend. De Vlaardings
Leven heeft een zeer lange carrière gekend. Ook een
aanvaring met een Duitse bark op 27 september 1880
maakte daar geen einde aan. Een van de matrozen
sprong overboord, zwom naar de bark en kon het
thuisfront begin oktober berichten dat de hoeker niet
lek was geraakt en weldra thuis verwacht kon worden.
In de collectie van het National Maritime Museum in
Greenwich (Londen) maakt de schets onderdeel uit van
een serie van tientallen schilderijen en aquarellen en
60 schetsboeken van Frasers hand. Binnenkort mag
'Museumvondsten' deze schetsboeken inzien en wie
weet duikt daarbij meer Vlaardings materiaal op.
Iedere Musis worden twee museale objecten uit niet-Schiedamse en niet-Vlaardingse collecties
gepresenteerdsoms onbekende stukken, soms in de vergetelheid geraakte.
fi 'k,
/p*
fW'\
|1 ffipQ-
©Nationaal Maritieme Museum (Greenwich)
39 Musis