het tegenwoordige Schieveste een hele straat van
honderden woningen en winkels en alvast de aanzetten
voor enkele dwarsstraten en ontsluitingen voor een
daarachter gelegen stadswijk. Het bleef bij die ene
straat, 'de Parallelweg', die geïsoleerd van de rest van
de stad in enkele tientallen jaren volledig verviel en al
vroeg in de jaren zestig werd gesloopt.
Lucht, licht, zon en openheid
Van Praag zocht waar mogelijk naar verfijning en
getuigde regelmatig van zijn waardering voor het
gedachtegoed van Granpré Molière en in Schiedam
van Piet Sanders sr. In zijn optiek was een hoogte
van twee bouwlagen plus een zolderverdieping het
meest passend voor Schiedam. Pas na de Tweede
Wereldoorlog zou hij - zich baserend op de ruimtelijker
stedenbouwkundige ideeën van onder anderen
Lotte Stam-Beeser, Van Eesteren en Van Tijen -
schoorvoetend neerleggen bij een gestandaardiseerde
hoogte van vier bouwlagen in afwisseling met grote
volumes met liften en ruime trappenhuizen. Waardering
had hij voor de Nolenslaan met zijn geslaagde
winkelplint de hoge coulissen van de dwars op de
laan geplaatste flats en tegenoverliggende ruime
straten. Meer toch klinkt het wat bedenkelijk waar
hij in 1962 schreef: 'Het wonen in de nieuwe stad is
onvergelijkelijk veel beter dan in het voor-oorlogse
Schiedam. Wat de opzet van het quartier betreft mag
men zeggen dat het de neerslag is van na-oorlogse
opvattingen over stedenbouw. De voor-oorlogse
esthetische opvattingen werden in een hoek gegooid,
Men had er ook dermate aan gerukt en getrokken dat
het niet meer mogelijk was op deze als fundament
nog te bouwen. De moderne stedenbouw is begonnen
met het leggen van nieuwe grondslagen. Of deze zo
deugdelijk zijn dat ze de eeuwen zullen trotseren, gelijk
Amsterdams onvolprezen grachtengordel is een vraag
die de huidige generatie niet vermag te beantwoorden.
De vraag is misschien irrelevant omdat bij moderne
stedenbouw de eisen van de esthetica hebben moeten
wijken voor een andere factor. De nadruk is komen
te liggen op de hygiëne, op hygiënisch wonen. Lucht,
licht, zon openheid, is de eis waarvoor al het andere
moest wijken, en ook geweken is'. Waarna hij even
verderop verzucht: "waarom monumentaliteit als
een waardeloos goed in de prullenmand gegooid?
Waarom die heilige angst voor symmetrie? Waarom
gen pleinen meer met gesloten wanden'. Waarom het
woord monumentaliteit steeds tussen aanhalingstekens
geplaatst? Maar we koesteren de hoop dat de moderne
stedenbouw ooit nog eens een synthese zal weten te
vinden tussen schoonheid en hygiëne'.
Waar mogelijk trachtte hij deze zelf te realiseren
in samenwerking met de al even bevlogen
stedenbouwkundige Jozsef Hórvath, de tuinarchitect
J.J. Schippers en de architecten Emile Groosman en
het bureau Spruijt en Den Butter. Hoe Van Praag de
toekomst dacht spreekt duidelijk uit twee kort na
de Tweede Wereldoorlog gerealiseerde projecten in
bestaande woonwijken namelijk de Grensflat met
aansluitende bebouwing aan de Rotterdamsedijk en
het daarachter gelegen industriewijkje aan de Van
Couwenhovenstraat en Van Deventerstraat en de
bebouwing van de noordkant van de Lorenzlaan tussen
Boerhaavelaan en Hogebanweg. Beide projecten zijn
ontworpen door Spruijt en Den Butter, De Grensflat met
zijn luxe entree met kroonluchter en huistelefoons, de
detaillering van de deuren van de portiekflats, de ronde
ramen, maar ook de detaillering van het woonhuis
van de huismeester van het complex en de individuele
balkons zijn tekenend voor een visie waarin gezocht
is naar hygiëne, schoonheid en maatschappelijk
binding. Zo zag Marinus M. van Praag de toekomst van
Schiedam, waaraan hij vanaf 1920 met volle inzet had
gewerkt.
Singels in Schiedam-Oost
Musis 8