5 Musis
Ton Vermeulen
zei dat hij de boel ging verkopen,
was mijn reactie: het zal wel. Ik was
dertien, ik had heel andere dingen aan
mijn hoofd."
Moutwijndistillateur Wittkampf legde
het af tegen de "witte jenever", een
drank van inferieure kwaliteit die
heel wat traditionele bedrijven de kop
kostte. Deze borrel beantwoordde aan
de groeiende vraag naar goedkope
jenever. De concurrentie was te
groot en Wittkampf te klein om te
kunnen overleven. Bovendien wilde
Jan Wittkampf geen concessies
doen aan de kwaliteit. Hij was niet
voor niets drager van het door de
gemeente Schiedam gegarandeerde
kwaliteitszegel. Verkopen was het
enige dat erop zat; failliet gaan was in
die jaren not done.
Hartzeer om de verloren roem kent
Vlaardinger Franck Wittkampf niet.
,,Ik stond laatst voor Westerkade 22
in Schiedam, het bedrijfspand van
de familie. Ik heb er als kind wel
rondgesnuffeld, maar het weerzien
deed me weinig. Het is voor mij
toch vooral geschiedenis." Toch
kruipt het bloed in deze familie waar
het ogenschijnlijk niet gaan kan.
Francks zoon is in de wijnhandel van
Willibrord Hosman gestapt.
Als een van de
bekendste namen
in het gedistilleerd
mocht Bols op de
reünie natuurlijk niet
ontbreken. Bij gebrek
aan rechtstreekse afstammelingen,
werd deze firma vertegenwoordigd
door bedrijfshistoricus Ton Vermeulen
van bureau Het Fluitschip. Hij verricht
al zo'n twintig jaar onderzoek naar de
geschiedenis van Bols.
Ook dit is weer een voorbeeld
van een door migranten gestichte
distilleerderij die van vader op zoon
werd voortgezet, bloei en verval
doormaakte, meermaals in andere
handen overging en desondanks bleef
voortleven dankzij een kennelijk
onverwoestbare merknaam. Bols
hoorde thuis in Amsterdam maar was
in de tweede helft van de twintigste
eeuw met een hoge betonnen silo aan
de Noordvestsingel dominant aanwezig
in Schiedam.
Volgens het relaas van Vermeulen was
de protestante Bolsfamilie afkomstig
uit Vlaanderen, vanwaaruit zij in
de zestiende eeuw voor de Spaanse
troepen naar Keulen vluchtten.
Opgejaagd door de contrareformatie
trokken ze naar de tolerante Republiek
der Zeven
Verenigde
Nederlanden.
Aan de Ro
zengracht in
Amsterdam
begon Pieter,
de vader
van de
roemruchte
Lucas Bols
(1652-
1719) een
distilleerderij, waar likeuren en ook
jenever werden gefabriceerd. De
Verenigde Oost-Indische Compagnie,
waarvan Bols grootaandeelhouder was,
werd een van de beste afnemers van
deze 'fijne wateren".
Hoe Lucas, de vader van het
vaderlands gedistilleerd, er uitzag is
tot op de dag van vandaag onbekend.
Zijn portret werd nooit geschilderd.
Het plaatje van de man met de
priemende oogjes en het puntbaardje
dat wij kennen van de etiketten, werd
getrokken van een schilderij waarop
een gefingeerd persoon met een
tamelijk sterke gelijkenis met de vader
des vaderlands Willem van Oranje
staat afgebeeld.
Wie Bols zegt, zegt jenever, maar dat
is pas van later datum; in het begin lag
de nadruk meer op verfijnde likeuren.
Jenever betrok het Amsterdamse
bedrijf vooral uit Schiedam.
Vermeulen: „Het legde de familie
geen windeieren. Uit een inventaris
van 1753 blijkt hoeveel luxe er was
verzameld: meubels, porselein, zilver,