Ingezonden.
êmtn$üt
dag gev. straf, ter zake het wateren aan den
openbaren weg te Scniedam, bniten een open
baren waterbak. A. v. d. H., te Rotter
dam boete f 3 of 1 dag gev. straf, ter zake
het als geleider zitten op een door honden
getrokken kar te Sehiedam. A. v. d. H.,
te Rotterdam J. W. K., te Schiedamieder
boete f 3 of 1 dag gev. straf, ter zake het
pompen van spoeling nit een boerenbak te
Schiedam, waarvan bet deksel openstaat.
A. R. v. L., J. F. S., P. J. M., B. G. v. d.
W, allen te Schiedam; G. V.,te Naaldwijk;
ieder boeti f3 of 1 dag gev. straf, ter zake
het harder rijden dan geoorloofd is te Schie
dam. C. K., W. M., te Schiedam; A. v.
d. M., te Naaldwijk; P. M., te Maassluis;
B. L. V., H. K., te Vlaardingen; ieder boete
1 1 of 1 dag gev. straf, J. W., te Schiedam
2 boeten van f 1 ieder of 2 dagen gev. straf,
Pnilip B., oud 60 jaren, schipper zonder
bekende woonplaatsboete f 1 of 1 dag gev.
straf, Coenaard R., ond 19 jaren, sjouwer te
Scniedamgev. straf van 1 dag, Arend P.,
oud 33 jaren, sjouwer te Overschie boete f 3
of 2 dagen gev. straf, Hendrik M., ond 41
jaren, sjouwer te Vlaardingen; boete f3 of
3 dagen gev. straf, allen veroordeeld tor zake
van Bet zich in kennelijken staat van dron
kenschap bevinden op den openbaren weg.
M. van K., Ph. P., te Schiedam D. V., A.
"V., te Overschie; ieder boete f5.50 of 1 dag
gev. straf, J. van M., P. V., te Overschie';
ieaer boete t 6 of 2 dagen gev. straf, allen
"Veroordeeld ter zake van het maken van
nachtelijke burengeruchten, verstorende de
rust der inwoners.
A B., H. van R., J. J., B. J., J. van B., allen
te Overschie, vrijgesproken van het han bij
dagvaarding ten laste gelegde feit.
Mijnheer de Redacteur
Meermalen steldet UEd de kolommen van uw
veelgelezen blad open voor opmerkingen be -
ti effende den Gisthandel, zoodat ik vertrouw,
Ulïd ook wel aan het volgende eene kleine'
plaatsruimte zult willen verleenen.
Herhaaldelijk zijn pogingen in het werk
gesteld, om tot eenheid, en daardoor to;
verbetering van den toestand te komen. On
gelukkig hadden deze, dan geene aanmer
king, waardoor de goedgezinden ontmoedigd
de handen in den schoot legden, wellicht
denkends: „Après nous le déluge." Maar
heer Redacteur, middelerwijl wordt de toe
stand al erger en erger, terwijl een concur
rent, onze machtige duitsche nabuur, gebaat
wordt door het geregeld afnemen van zijn,
dikwijls nog in de hoogste mate vervalschd
product, om daarmede nog onzen handel hoe
langer hoe meer in den afgrond ta boren.
£n die oneenigheid blijft heerschen, terwiji
overal elders vereenigingen worden opgericht,
om de verschillende handelstakken te bescher
men. (Bewijs de Boter-Coöperatieve Vereeni
ging).
In uwe Courant van 12 dezer spoort een
Hrander tot krachtige samenwerking aan?
v*aarom geen gevolg daaraan gegeven, al
niet allen het eens Kunnen een vier-
bonder dtal branderijen van goedgezinden
uoor vereeniging, niet aan anderen, en voor
anderen, ik zeg niet, de wet voorschrijven,
maar toch veel kwaad voorkomen Laat dan
Ju vredesnaam anderen driemaal zelfs vier-
maal zooveel verdienen als ik, zeg ik, indien
m zelf maar verdien.
Is de tijd nog niet aangebroken tot het
or men eener Coöperatieve vereeniging, welnu
goedgezinden, opgestaan en met moed ge-
erlit. Waren de tegenwerkers vanhetkerk-
■Vü e*n P^ar jaar vroeger door gaan tasten,
kfir,v. 0r or I°en 200 gewraakte zie-
WC11® Z0U(*e een zeer gezonde frissche
schoon £eSC^apei\ N°g is het tiid- of-
Krnni ontken het niet, de moeite thans
is ont* ?s' als toen. Maar, waar een begin is,
zelf f'l0'ze8* ket spreekwoord, dus van
"gt merin vooruitgang."
rlügdooreensff116? 66116 vere®niSing> verbete-
^beUrPkwlu^^ ^§n'oeSd
Vanzelf knn., n zal men het disconto
borden van ?n,verlagen, moutwijn en spoeling
heter hun we 6 ffekalte en zullen van zelf
Fe i g vinden.
'ik dendaaSeUa'C0^tract Zal dan (ofschoon
llmg daarvan hoop zoo spoedig
mogelijk te zien) nog niet zoo dringendnoodis;
zijn.
Ziedaar, heer Redacteur, wat ik bescheiden
de aandacht uwer lezers durf voor te stellen
en mocht het iets kunnen bijdragen, om tot
eenheid te komen, zal ik mij zeer beloond
achten. Laat ons in acht nemen de wapen
spreuk onzer grootste handelsvrienden
Lumon fait la forceen Htni soit, qui mal
y pense, maar daarbij voegen onze recht Hol
landsche leus»Je Maintiendrai."
His lordship shall be quiet, et le guide voya-
geur, demandé adresse N. O. L. il y a quel'
ques ans sera content".
UEd dankzeggende voor de verleende plaats
ruimte, heb ik de eer te zijn
UW" ABONNÉ.
De Verkiezing voor den
Gemeenteraad.
Toen ik voor een paar dagen het stukje
schreef, dat iu het Zondagsnommer van dit
blad is verschenen, en waarin ik trachtte dea
persoon aan te duiden dien ik, en zeker zeer
velen met mij, den eenig mogelijken candi-
daat acht voor de aanstaande Raadsverkiezing,
heb ik mij gewacht bij die aanduiding zóó
duidelijk te zijn, dat niemand mij zou kun
nen misverstaan. Ik deed dat uit een zekere
bescheidenheid en ook in de hoop, dat nie
mand zich in dea bedoelden persoon zon ver
gissen. Het is mij evenwel gebleken, dat er
eenig verschil van opinie hieromtrent bestaat,
en wijl het goed is, zoo nu en dan spij
kers mat koppen te slaan, wil ik dan ook
thans meer »op den man afgaan" en mijn
candidaat openlijk noemen. Het is den heer
W. A. J. Wittkampf dian ik op het oog heb.
Hij en geen ander mag het zijn, wien ditmaal
de eer eener candidatunr van de Grondwet
ten deel valt. En ik waag het, daarbij te voe
gen, dal hij ditmaal ook niet weigeren mag
zich die eer te laten welgevallen. Geensins
bedoel ik, hier op te treden als de lofspreker
van den heer W., veel minder ook betracht
ik vleierei. Maar er zijn zaken die somtijds
gezegd moeten worden, en daaronder behoort
ook deze waarheid, dat op dit oogenblik de
heer W. op de meest besliste wijze de eenig
aangewezen man is, om de bestaande vacature
in den Haad te vervullen. Hij is dat om zijne
erkende bekwaamheid en om de gewildheid,
als ik het zoo noemen mag, waarin hij zich
mag verheugen. Is dit inderdaad vleiend voor
hem, het is tevens niet minder waar, dat deze
omstandigheden hem ook den plicht opleg
gen om aan dsn algemeenen wensch te voldoen,
om der goede zaak een offer te brengen. En als
de Grondwet hem a.s. Vrijdag eenparig tot haar
candidaat verkiest, en als het Bestuur hem
en corps die candidatunr gaat aanbieden, dan
zal do heer W. haar ook zeker wel aanne
men. Dat doende bewijst hij allen welgezin-
den, ja aan de geheele siad een dienst,
waarvoor ieder hem dankbaar zal zijnter
wijl hij in de vervulling van dien eervollen
wensch, en in de gedachte da; hij op deze
wijze zich nog te nuttiger maakt voor de
stad zijner inwoning, ongetwijfeld eene aange
name voldoening zal vinden voor het offor,
op het altaar van het openbaar welzijn ge
bracht. s
Is de zaak dan zoover in orde, dan begint
de taak van het bestuur der Grondwetom
den candidaat der Vereeniging eene zoo eer
vol mogelijke overwinning te bezorgen. Dit
maal zal haar zulks niet moeielijk vullen, maar
het zij mij geoorloofd op te merken, dat er
somtijds wel eens wat üapert aan de wijze
waarop de Grondwet bij verkiezingen arbeidt.
Waarom toch bijv. haar candidaat niet wat
krachtiger en meer omstandiglijk bij de kie
zers geinfroduceerd dan met het steryotiepe
»die als zoodanig wordt aanbevolen", hetzij
dan al of niet dringend? Ik zou aanplakbil
jetten willen en flink geformuleerde strooi
biljetten, overal verspreid, opdat vriend noch
vijand behoeve te vragen wie de candidaat
is van de anti-liberalen, en ieder wete op
welke gronden men hem stelt en aanbeveelt.
De publieke opinie moet bewerkt worden, en
men moet trachten den tegenpartijder te over
tuigen van de gewenschtheid om den aan
bevolen candidaat gekozen te zien. In dezen
geest arbeidend, zal men zonder twijfeld veel
goeds bewerken en menigmaal kunnen ver
hoeden, dat sommige welgezinde kiezers zich
op het laatste oogenblik uog door het be
kende „clericale spook" laten bang maken.
Dit bereikt men te eerder, naar mate de
overtuiging beter gevestigd is, dat de candi
daat der anti-liberalen niet optreedt als .cleri
cal! maar alleen als de oprechte behartiger
van het algemeen welzijn.
Voor heden genoeg.
M. J. VAN DER VEN.
Schiedam, 24 Maart 1836.
Op zekere plaats in de omstreken van Roer
mond werden gedurig eieren uit een kippen-
nest, dat zich in een kippenhok bevond, ont
vreemd.
Daar men meende dat een marter of een
ander roofdier dit deed, zette men een val op
genoemde plaats, om den dief te vangen.
Op een namiddag hoorde mea geraas in hef
hok, zonder zich lang te bedenken, liep men
er hem, meeneade dat de marter gevangen
was, en dit te meer, daar men aan den schoonen
pels van het dier dacht. Toen men echter in
het hok kwam, zag men met verwondering
dat een rondventster, die zich de eieren had
willen toeëigenen, zoodanig met een knie in
de goed vastgemaakte val geraakt was, dat
het haar onmogelijk was zich er van te ont
doen of zich te verwijderen.
Als men haar geen hulp hal verleend, had
zij zeker in het hok moeten blijven zitten.
„Een vreemd roofdier!" (7.)
Er is toch altijd haas boven baas! De pracht
exemplaren van ossen, die bij den landbouwer
Jac.^ Lnyten te Hedikhaizen te zien staan,
worden, den leeftijd in aanmerking genomen,
overtroftan door een nog pas 2s/j jarigen os
bij den landbonwer H. Knook te Oud-Vosmeer,
die 1.57 M. hoog, 2.25 M. achter de voorpooten
dik, en 2.30 M. lang is. Zijn gewicht is 806
kilo. Dat dier is afstammeling van een on
gehoornde moeder en een gehoornden vader en
toont^ zijn afkomst van beiden door op den
kop niet meer dan een klein bowijsje van hoorns
te dragen.
De weduwe van Bernays, den advocaat,
die te Brnssel in de Rne de la Loi vermoord
is door Leou Peltzer, zal dezer dagen weder
iu het huwelijk treden met advocaat Delvanx
te Antwerpen.
Mgr. Goossens, aartsbisschop van Mechelen,
heeft aan de geestelijkheid en da geloovigen
een brief gericht, waarin over de godsdien-
stige prenten en beeldjes wordt gesproken.
De prelaat vestigt de aandacht op den slech
ten smaak en de lichtzinnige leekening van
vele dier prenten. Kanunnik Reusens, profes
sor bij de hoogeschool van Leuven, werd
gelast, te waken dat deze beeldjes voortaau
in overeenstemming zijn met de godsdien
stige overleveringen en den geest der Kerk.
De geestelijkheid wordt verzocht, geen pren
ten meer nit te deelen dan die welke van
kerkelijke goedkeuring zijn voorzien. Boven
gemelde brief verscheen dezer dagen in den
Courrier de Bruxelles.
Met het uitsterven van het geslacht der
Welfen in Brunswijk schijnt de dood van de
zoogenoemde Hendriks-linden (vóór den dom
te Brunswijk) gepaard te zallen gaan. Deze
boom werd volgens de overlevering door
Hendrik de Leeuw geplant. De regeering
tracht zijn ondergang zoo lang mogelijk te
verhoeden door het overbrengen der sappen
van jonge, krachtige boompjes, die er om
heen geplant zijn, in den ouden stam. Ook
zullen de doode takken verwijderd worden.
Een daarvan is meer dan een meter dik, en
men zal een steiger om den boom moeten
bouwen en met katrollen moeten werken
om dezen tak te verwijderen, zonder schade
voor den boom.
Eenige jaren geleden werd een gehnwd man
te Aken wegens gepleegd verzot in militairen
dienst tot negen jaren vestingstraf veroordeeld,
te Keulen te ondergaan. Nadat hij 18 maanden
van zijn straftijd achter den rug had, slaagde
hij er in te ontsnappen en hield zich sedert
dien tijd in het Belgische grensplaatsje Wel-
kenraedt op. In beschonken toestand beging
hij echter verleden week de onvoorzichtigheid,
als Belgisch spoorbeambte gekleed, de grenzen
over te steken om in bet naburige dorp Ket-
tenis zijne vronw te bezoeken. Een politieagent