Maar dat is verschrikkelijk Zelfs de Premier ijsde er van. Ziedaar wat gij krijgt, en wat krijgen wij nu Heel weinig, zoo goed als niets. Hij zult ons toch wel niet de verplichte school geldheffing in rekening willen brengen Niet alleen uw fatsoen, ook het belang uwer school eischt verplichte schoolgeldheffing. In zijne laatste redevoering beeft de heer De Beaufort zich daarvan een voorstander verklaard, en dat doet mij groot genoegen, aan een man met zoo helder hoofd kan het toch niet ont gaan zijn, dat het onvermijdelijk gevolg van de neutraliteit der openbare school op den duur zou zijn raadt eens wat dat de openbare school op het gebied van het onderwijs den rang zou innemen dien de engelenbak in de komedie inneemt Indien rijkdom en welgesteldheid eenig voor deel hebben, dan is het, dat men geen aalmoe zen behoeft te ontvangeneen man die zicli- zelveu eerbiedigt geeft alleen aalmoezen. In mijn studententijd het is nu 40 jaren ge leden waren er enkele studenten die men klapioofiers noemde, voorzeker geen eeretitel maar ik zie niet in dat het fraaier zou zijn bij den Staat op de klap te loopen dan bij mede studenten. Wanneer wij onzerzijds ook op verplichte schoolgeldheffing staan, dan is het omdat de Giondwet de vrijheid van onderwijs procla meert, eu dat wij willen dat dit eene waar heid zij. Vrijheid van onderwijs bestaat niet wanneer de Staat zijn onderwijs gratis geelt,. Ik zal u dit met een vergelijking duidelijk maken. Wij hebben geene regie in tabak en sigaren, zooals die in Frankrijk bestaat, en zij zal ook niet gauw komen. Ieder heeft dus de vrijheid tabak en sigaren te verkoopen, eene vrijheid waarvan ruimschoots gebruik wordt gemaakt. Maar wan neer er nu overal in het Rijk van overheids wege voldoende openbare sigarenwinkels werden opgericht, waar men de sigaren om niet kon krijgen, dan hadden wij feitelijk de regie. Alle andere sigarenwinkels konden sluiten. Als dat gebeurde, dan zouden wij wat hoo- ren. Ik durf er niet aan denken. Toen er eene tabaksbelasting op til was, is er een leven ge maakt, dat de Minister van Financiën er van door ging. Maar dan konden wij wel allemaal op den loop gaan. Welnu, de regie in zake onderwijs is nog veel hatelijker dan de regie in tabak en sigaren, en daarom moet men zich niet verwonderen dat wij op verplichte schoolgeldheffing staan, aangezien sommige gemeentebesturen de regie in zake onderwijs feitelijk hebben ingevoerd, niettegenstaande de Grondwet vrijheid van on derwijs proclameert. Dit laatste is dus niet voldoende om erger lijke misbruiken te weren, er dient een nienw pinnetje voor gestoken, niet in ons belang, maar in het uwe. Dus de verplichte school geldheffing is geene concessie ons gedaan. „Maar (zegt gij) gij krijgt volgens uw plan de mogelijkheid van subsidie, en dat kunnen wij onmogelijk toegeven." Waarom niet, Mijne Heeren Omdat, zegt gij het niet aangaat scho len, die niet voor het algemeen geschikt zijn nit de algemeene kas te steunen. Maar de openbare scholen zijn ook niet voor allen bruik baar, de bijzondere scholen bewijzen dat, die richten wij niet voor ons pleizier op, dat moet gij niet denken. Dit is dus geen reden. Even min is het eene reden, wanneer gij zegthet zou den Staat te veel geld kosten. Te veel geld. Ik bid u wat is voor u te veel geld wanneer het uwe dierbare openbare school geldt P Ik zal u zeggen waar het schortDe scholen die ge subsidieerd moeten worden bevallen u niet. Daar zit de knoop. Het stuit u tegen de borst secte- scholen te bevorderenIk zie met genoe gen dat de heer Lieftinck dit beaamt. Mij dunkt, Mijne Heeren, ik gevoel wat er in u omgaat. U staan nog altijd de groote kos ten voor den geest, die de wet van 1878 ver oorzaakt heeft. Met welk doel die groote kosten gemaakt zijn, kan ik wel gissen, maar weten doe ik het niet. De Premier heeft echter daaromtrent iets gezegd dat ons op het spoor kan brengen. Er ligt (zeide hij) iets schoons in de vaart die het Christelijk nationaal onderwijs nam tegenover eene wet, die zoo groote kosten eischte als die van 1878. Ik ben den Premier dankbaar voor deze woordenzij bewijzen dat hij het schoone in deze zaak weet te erkennen en dat is sterk voor een voorstander van het openbaar onderwijs; er zijn er niet veel dm dat kunnen. Uit dit gezegde volgt, dat de Premier die groote kosten een hinderpaal achtte voor de Christelijke nationale school, die zich echter daaraan niet stoorde, maar als een volbloed over de barrière heensprong en zijne vaart nam. En nu zal de Staat nieuwe kosten gaan maken om die Christelijke nationale school te bevorderen Maar dat is immers met het geld van den Staat juist in tegenovergestelde richting werken als waarin vroeger gewerkt is. Zoo iets is toch te gek om alleen te loopen 1 Hoe kunt gij dit van ons verlangen Ik erken, Mijne Heeren, wanneer gij zoo spreekt hebt gij gelijk. Het is uiterst moeielijk voor u. De draai is al te schielijk eerst be strijden en terstond daarna bevorderen. Wij hebben dat gevoeld bij het opstellen van ons amendement en daarom, (ten einde u zoo veel mogelijk te menageeren) in plaats van „zal" „kan" gesteld. Wat wij al niet lieve attenties voor u gehad hebben Over dat „kan" dachten wij, zullen de heeren wel heenstappenen ik voor mij ben er zeker van dat gij zonder aar zelen onze par. 6 zoudt laten passeeren, indien er bij u geen traditioneele afkeer van de zoo genaamde secte-school bestond. Wanneer ik u eens bewijzen kon dat die afkeer allen grond mist en gij integendeel alle reden hebt om dankbaar te zijn jegens die confessioneele school, mij dunkt dan zoudt gij er wel toe overgaan om de mogelijkheid van sub sidieeren toe te geven. Ik zal het beproeven. Ik heb hier een snoeperig boekjehet heet Per eenig ing van den heiligen P'mcentius van Paulo te Amsterdam; verslag over de lief dewerken van het jaar 1884, waarin men leest dat in 1835, na lang requesteeren, eindelijk autorisatie werd verleend tot het oprichten eener Katholieke armenschool te Amsterdam. Deze verrees tot groote verbazing van het Amster- damsch publiek, dat, zooals de heeren weten, niet gemakkelijk is. Herhaaldelijk werden dan ook, gelijk men hier leest, de ruiten der Papen- school ingegooid, doch langzamerhand ver~ dween de verbazing, dat men zich zoo iets had durven veroorlooven. Dat zijn de woorden. Dus, Mijne Heeren, gij ziet dat men van dien afkeer genezen kan het A msterdamsche publiek is er van genezen. Thans ontvangen in Amsterdam 8214 jongens en 3380 meisjes, dus 6594 Katholieke kinderen in 25 ruime schoolgebouwen Katholiek onder wijs. En die scholen hinderen geen mensch inte gendeel, allen die er iets van begrijpen vinden ze hoogst aangenaam. Immers als die scholen er niet waren dan zou de openbare school 6594 kinderen meer te onderwijzen hebben. Te Amsterdam kost het lager onderwijs het is ontzettend, maar het is zoo per hoofd f 40. Dus, mijne heeren, geven de Katholieke scholen aan den Staat en de gemeente Amster dam eene jaarlijksche besparing van f263,760; een heel aardig cadeautje en niet te versmaden. Ik weet niet hoe de heeren er over denken, maar ik veronderstel dat Amsterdam, hoe rijk en machtig ook, zulk een geschenk niet onver schillig is, en ik zou durven wedden dat de burgemeester dier hoofdstad, langs eene dier scholen gaande, niet zal denken: „daar heb je nu eene dier Papenscholen, die met haar vijf entwintigen aan 6594 kinderen belettan het kostelijke manna van het neutrale onderwijs te genieten, dat ik aan die arme bloedjes zoo gaarne zou toedienen, al kost het mij dan ook f 40 per hoofd, 't Is God geklaagd. Dat zal hij zeker niet densen. Maar wat zal hij dan wel denken P vraagt gij. Wel, mij dunkt hij zal de volgende variatie op een versje van Van Alphen neuriën O, die goede, brave jan, Maakt dat ik gerust kan slapen En mijn budget sluiten kan. Jan, moet gij weten, Mijne Heeren is de voornaam van mijnen hooggeachten vriend, on zen collega Van den Biesen, president van de Vincentius-vereeniging te Amsterdam, die eene geheel eigenaardige specialiteit heeft, de specia liteit namelijk van Katholieke scholen uit den grond te stampen. Dien man, Mijne Heeren der overzijde, moet gij in eere houdente meer, omdat hij zeven zonen heeft die allen de liefhebberij om Katho lieke scholen op te richten, met de moedermelk hebben ingezogen. Uwe naneven kunnen er dus nog wel bij varen. Volgens de berekening van den heer Ruys van Beerenbroek brengen de gezamenlijke con fessioneele scholen in den lande aan Staat en gemeenten een voordeel op van 5 millioen. Vijf millioen 'sjaars, dus viermaal de con versie-winst waarvoor de Minister van Finan ciën zich getroost heeft vier dagen achtereen op de folterbank te liggen. En u worden die millioenen in den schoot geworpen de confessioneele school Vraagt u niet eens een kushandje daarvoor. En nu vraag ik u; vindt gij dat geen aller liefste school, die zoo lief is u jaarlijks 5 mil lioen ts schenken En zoudt gij het niet van u kunnen verkrijgen om aan die confessioneele school bijv. 1 millioen voor hunne onvermo gende kinderen te geven, dan houdt gij nog 4 millioen over Seneca heeft zeven boeken geschreven over de weldaden in het algemeen (de beneficies), maar ik maak mij sterk zeven boeken te schrijven over de weldaad der con fessioneele school, weldaden, waarvan de bewel- dadigden zoo weinig notitie nemen, dat zij het bestaan der weldoenster met leede oogen aanzien en hare uitbreiding als eene publieke calamiteit betreurende Premier niet, maar er zijn er toch velen. En toch, Mijne Heeren, ik wijt dat niet aan ondankbaarheid gij zijt veel te edel van gemoed om ondankbaar te zijn, maar het geval is dit men ondervindt die weldaden wel, men steekt ze ook op, maar men gevoelt ze niet. En waarom niet Omdat die heeren nu eenmaal een idee fixe hebben, dat de confessioneele school een onkruid is, een leelijk onkruid op schoolgebied. U spraakt laatst van legenden, Exellentie, maar dit is ook eene legende. Men beschouwt ze dus als een onkruid op schoolgebied, en toch, dit bezweer ik, de confessioneele bijzondere school is de geurigste bloem, die ooit op het gebied van het schoolwezen ontloken is en ontluiken zal. Wij zijn er zoo blijde mede, dat wij geen open baar onderwijs meer begeeren, hoedanig dan ook. Hiermede is mijn lof der bijzondere school geëindigd. Ik hoop dat gij nu zachter jegens haar ge stemd zult zijn en daardoor in staat om de nietigheid van hetgeen wij voor haar vragen te beseffen, Subsidie kan gegeven worden. Daar zijn wij vet medeKan kost u geen cent en geeft ons geen cent. Ik bid u wat beteekent kan Stond er nog tal, dan was het iets, ofsohoon wij er ook dan nog lang op wachten konden. Kan P Wat kan er nietP Alles kan, maar daarom ge beurt het nog niet. Bovendien, wat den door slag geeft kan is er toch, al staat kan niet in de Grondwet: al wat de grondwetgever niet verbiedt, dat kan de wetgever doen, dus wij hebben er eigenlijk heel weinig aan, dat de Grondwet de mogelijkheid van subsidieering toegeeftwij komen er geen duim breed verder mede. Het sudsidieeren van scholen, dat weten de heeren ook, is geen kwestie van macht. Zoodra wij aan deze zijde eens eene behoorlijke meerderheid krijgen, en wij zijn geen sukkels, dan zullen wij u niet vragen of het kan, maar u laten zien dat het kan. Dus gij verliest er evenmin bij als wij er bij winnen. Gij zult vragen maar waarom zijt gij er dan op gesteld P Dat zal ik u zeggen, 't is echter mijn persoonlijk gevoelen, niet van de partij om u de gelegenheid te geven u zoo goedkoop mogelijk inschikkelijk te toonen. Alweêr heel lief. niet waar Ik voor mij vind dat wij u onze medewerking voor een appel en ei, tot een spotprijs aanbieden. Waarom doet gij het dan? Wat zal ik zeggen Mijne Heeren, ik ben mqn eigen meester niet meer. Hoe het bij u is, aan gene zijde weet ik niet, maar bij ons spelen de jougelui den baas, en de oudjes, zooals Van Baar en ik, hebben niets meer te zeggen beste vriend, het wordt tijd dat wij er uit rukken. Wat de meerder heid goedvindt dat moet men beamen; al vindt men het nog zoo verkeerd. Dat de heeren uit de provinciën met gemengde bevolking de neu traliteit der openbare school toegeven, kan er nog doorzij gebruiken ze niet, dus het kan hun niet schelen hoedanig die school is. Maar dat wij Noordbrabanters en Limbui gers; die de openbare school gebruiken, dat doen, is ten eenemale onverklaarbaar. Sedert 25 jaren strijd ik tegen de neutraliteit der openbare schoolik heb al dien tijd bijna niets anders gedaan en nu wordt ik door mijne bondgenooten en vrienden gedwongen aan die neutraliteit mijn zegel te hechten Dat is hard I

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1886 | | pagina 6