3e Jaarg.
Donderdag 29 Juli 1886.
No. 2538.
VERSCHIJNT DAG E LI J K S.
Bureau: Markt, E, 3 57.
Prijs Tan dit Blad:
Voor Schiedam per 3 maanden i ƒ1.50
Franco p. post door geheel Nederland l.
Afzonderlijke Nommers0.05
Prijs dor Advortentidnt
Van 16 regelsƒ0.60
Elke gewone regel meer0.10
Voor herhaalde plaatsingj worden billijke
overeenkomsten^ aangegaan.
Het Manifest ran den heer J. M.
Tan der Schalk aan de kiezers
voer de Provinciale Staten in het
hleidistrict Schiedam,
De heer J. M. van der Schalk heeft
gemeend zijn hart te moeten lucht geven
eene ontboezeming, gericht aan de
kiezers voor de Provinciale Staten in ons
kiesdistrict, ongedagteekend, zonder naam
van drukker, verspreid, zoo wij ons niet
bedriegen, op Zondag ll dezer.
Of wij dat stuk der bespreking waar
dig keuren Volstrekt nietnoch vorm,
n°ch inhoud verdienen zulks.
Dat wij toch tot eene bespreking over
gaan, geschiedt alleen uit hoffelijkheid
Jegens den man, wiens naam onder het
Rianifest gedrukt staatuit achting voor
«en heer J. M. van der Schalk, die
om zijne persoonlijke hoedanigheden
hoogschatten, ja zoo hoog waardeeren
dat een handvol slijk (zeker in een on
bewaakt oogenblik) ons toegedacht, niet
ln staat is onze gevoelens van achting
en waardeering zelfs eenigermate te ver
zwakken.
Wij zijn dan ook volstrekt niet voor
nemens met den heer J. M. van der
Schalk, naar aanleiding van zijn manifest
'n het strijdperk te treden. Integendeel
J zullen de achting van den heer
van der Schalk, indien wij die onverhoopt
zeker buiten onze schuld mochten
nebben verbeurd, trachten te herwinnen,
bene zaak heeft ons, ter zijner wille
tjzonder leed gedaan. Daarover vooraf
^en paar woorden. De heer van der
chalk heeft in zijn manifest, ons niet
'c eer gegeven, die ons toekomt. Zijn
anval gold ons, de Redactie der Nieuwe
cmed. Courant, en in plaats van op
ns heeft hij zijn wrevel trachten te
pe en op een drietal heeren die volstrekt
ij1® s hadden gedaan om de verbolgen
heid van den heer van der Schalk op
e wekken die met zijne gewaande grie
ven tegen ons niets te maken hebben
'e geen van drieën behooren tot, noch
deel uitmaken van de redactie. Drie hee-
i ven, die door hem alleen in het debat wer-
z i8n Jp^aald, omdat zij zijn bestuurders
oer JNaamlóoze Vennootschap de SchiaA
°ek- en Courantdrukkerij. En -om
r ZfJ heeren er bygehaaiu Laat
,aar°ver zwijgen: ons leedwezen
en eer van der Schalk zou wel-
4 te slaan verontwaar<liging dreigen over
Zijn die drie heeren, geheel ten onrechte,
onaangenaam bejegend; ook wij zijn in
fnrr Persoons-verwisseling
ingenomen. Meent de heer van der Schalk
grieven te hebben tegen onshy wende
zich dan tot ons alleen. Hij beschuldige
ons, hij beleedige ons, maar hij late der
den er buiten. Wij, wij alleen zijn ver
antwoordelijk, en zoo noodig of gepast
zullen wij ons verdedigen.
Doch genoegwij nemen gaarne aan
dat de heer van der Schalk zich heeft
vergist, dat hij het thans reeds betreurd
die heeren te hebben aangevallen en
peinst op middelen om het goed te maken.
Had hij zich niet vergist, had hij met
opzet gehandeld dan immers ware zijne
houding tegen de bestuurders der Schied.
Boek- en Courantdrukkerij niet van on
ridderlijkheid vrij te pleiten, en van on
ridderlijkheid mogen, ja kunnen wij den
heer van der Schalk niet verdenken.
En nu ter zake.
Uit het manifest van den heer van
der Schalk blijkt dat hij grieven meent
te hebben tegen de redactie der Nieuwe
Schied. Courant. Niet alleen werpt hij
haar tal van beschuldigingen voor de
voeten; maar ook geeft hij lucht aan
zijne verbolgenheid, aan zijne veront
waardiging.
De mate zijner verontwaardiging, de
diepte zijner verbolgenheid beoordeelen
wij nietover zijne woorden en vormen
bewaren wij een diep stilzwijgen. Ge
dachtig aan hetgeen wij in den aanhef
zeiden, zullen wij eenvoudig aantoonen
dat wij den heer van der Schalk geen
enkele rede tot ontevredenheid hebben
gegevennoch in het geïncrimineerde arti
kel, noch in onze verdere houding tegen
over den heer van der Schalk
In het bewuste artikeltje, hetwelk door
zijne welwillendheid de eer eener herdruk
mocht beleven, hebben wij afgekeurd de
pogingen, die naar men ons mededeelde,
werden in het werk gesteld om kiezers, ook
Katholieken, te doen teekenen op eene
lijst bij gelegenheid der kandidatuur van
den heer van der Schalk. Door een of
meer personen zou iemand zijn rondge
zonden, en met prijzenswaardigen ijver
zou die heer zich van zijn taak hebben
gekweten. In ietwat scherpe bewoordin
gen hebben wij zulks afgekeurd. Wie nu
hebben wij in ons artikel (om het woord
van den heer Van der Schalk te bezigen)
geblameerd Niet de persoon, die met de
lijst is rondgegaan, nog veel minder de
heer van der Schalk. Alleen en uitslui
tend hebben wij afkeurende woorden ge
bezigd tegen die persoon of personen, die
last hadden gegeven de lijst ter teekening
aan te bieden. Welverre van daardoor
een blaam op hem te willen werpen
gaven wij zelfs duidelijk als onze mee
ning te kennen dat de heer van der Schalk
zeker van dat rondloopen niets wist en
zelfs het slagen zijner kandidatuur niet
aan dergelijke middelen zou willen te
danken hebben. AIzoo geen enkel woord
dat op eenigerlei wijze ten zijnen nadeele
uitgelegd zou kunnen worden.
Wij waren zoo overtuigd van de onschuld
des heeren van der Schalk in deze, dat
wij niet aarzelden hem te verzoeken, ja
met aandrang te verzoeken om nog vóór
de verkiezing openlijk van zy'n gevoelen
te doen blijken. Alzoo niets wat de heer
van der Schalk onaangenaam kon aan
doen.
Geruimen tijd later ontvingen wij het
schrijven van den heer van der Schalk
van 21 Juni 1886, met verzoek van op
name. Ten einde zooveel mogelijk aan zijn
verlangen te voldoen, namen wij onmid
dellijk op al datgene wat, in verband
met ons artikel, betrekking had op den
persoon van den heer van der Schalk
alzoo al hetgeen betrekking had op zijn
gevoelen omtrent de besproken kiesma-
noeuvre en voorts de reden waarom de
heer van der Schalk, naar hij beweert,
niet vóór de verkiezing van zijn gevoelen
had doen blijken.
Daarentegen namen wij niet op de copie
van ons artikel. Waartoe was dit noodig
Tevens namen wjj niet op al datgene
wat betrekking had op den persoon of
de personen, die de lijst hadden doen
rondgaan. En terecht. Meenden die per
sonen dat zy door de redactie waren
verongelijkt, dan hadden zij zelf zich tot
de redactie behooren te wenden. Met
welk recht wierp de heer van der Schalk
zich voor die personen in de bres Waar
was zijn lastbrief? En bovendien, gouden
die personen wel ingenomen zyn ge
weest met een pleitbezorger als de heer
van der Schalk, een pleitbezorger die,
zij het dan ook in vragende, wellicht
twijfelachtige bewoordingen, zich ver
klaard had tegen hunne handelingen. Ook
hierin blijkt weder dat wij niets gedaan
hebben, en zelfs niets hebben nagelaten
waardoor wy de ontevredenheid van den
heer van der Schalk konden opwekken.
De billijkheid zou hebben medegebracht
zijn schrijven in zyn geheel te plaatsen,
zegt thans de heer van der Schalk in
zijn manifest. Het tegendeel is waarde
billijkheid vorderde alleen datgene op te
nemen wat op den schrijver betrekking
had. Onze plicht bracht bovendien mede
hem niet te erkennen als vertegenwoor
diger der personen, die last hadden ge
geven tot het verzamelen der handteeke-
ningen.
NIEUWE