juichten.
(Bwpcht.
Nogmaals, wij begrijpen niet hoe de
heer van der Schalk daarin een reden
tot ontevredenheid kan vinden.
Toch ontvingen wij daarop nog een
schrijven van 24 Juni, thans met het
verzoek om zijn schrijven van 21 Juni
in zijn geheel op te nemen. Uit het bo
venstaande blijkt dat hieraan niet kon
worden voldaan. Op gebruikelijke wijze
gaven wij den heer van der Schalk
hiervan kennis.
Ook hierin zal men dus te vergeefs
eenige reden zoeken voor de verbolgen-»
heid van den heer van der Schalk tegen
ons.
En hiermede nemen wij afscheid van
het manifest. Wij hebben ons ditmaal
bepaald tot eene eenvoudige toelichting en
verdediging onzer houding. Wij hopen
daardoor zelfs den heer van der Schalk te
hebben overtuigd dat zijn aanval tegenover
ons minst genomen ongemotiveerd was en
vertrouwen tevens dat hij door woord
en daad zal toonen dit te erkennen.
Mogen wij er een wensch bijvoegen?
De heer van der Schalk heeft thans
gehadle plaisir de se voir imprimé. Wij
wenschen dat hij door de uitgave van eene
tweede, verbeterde editie van zijn manifest
zich nogmaals dat genot zal willen verschaf
fen. Voor dat geval geven wij hem hierbij in
bedenking vooreerst de bestuurders der
Naamlooze Vennootschap de Schiedam-
sche Boek- en Courantdrukkerij er bui
ten te laten. Hun komt die eer niet toe.
Ten andere zou het voor den heer van
der Schalk gewenscht geacht kunnen
worden al die woorden en zinsneden te
schrappen of te wijzigen, die niet van
kalmte getuigen. Qui se fache a tort,
zegt de Franschman. Misschien zouden
de lezers dit ook zeggen en dat ware
zeker voor den heer van der Schalk niet
aangenaam.
Eindelijk en vooral mogen wij hem
den raad niet onthouden om aan eenige
zinsneden eene andere constructie te
geven. De waarheidsliefde van den heer
van der Schalk is natuurlijk boven ver
denking en toch, zijn eenige zinsneden
van dien aard, dat deze of gene lezer,
onbekend met den heer van der Schalk,
■vVellicht eene onjuiste gevolgtrekking zou
kunnen maken. Een paar voorbeelden tot
opheldering.
Het manifest vangt aan met de woor
den „Doordien de Redactie der N.
„Sch. Cour. heeft goedgevonden, in strijd
met mijn aan haar kenbaar gemaakt ver-
Jangen, mijn ingezonden stuk fragmen
tarisch te plaatsenIeder die dezen
zin leest zal nu in de meening verkee-
ren, dat de heer van der Schalk aan de
redactie had verzocht zijn schrijven öf
niet, öf in zijn geheel, althans niet frag
mentarisch op te nemen. Die opvatting
zou echter ten eenemale onjuist zijn.
Van een verbod om zijn schrijven frag
mentarisch op te nemen, is bij de redactie
niets bekend. Alleen nadat ons uittrek
sel was verschenen is de heer van der
Schalk met het verzoek voor den dag
gekomen om zijn schrijven geheel op te
nemen. Wil alzoo de heer van der Schalk
de eerste zin van zijn stuk behouden,
dan behoort de tusschenzin te luiden
„in strijd met mijn niet aan haar ken-
„baar gemaakt verlangen." Gaarne geven
wij hem bovendien de verzekering, dat
indien hij zijn verlangen hadde te ken
nen gegeven, wij geen uittreksels uit zijn
brief zouden hebben publiek gemaakt.
„En daardoor geheel te verminken
gaat de heer van der Schalk voort. Dit
woord verminken is taalkundig niet
het juiste woord en behoort derhalve in
een verbeterde editie door een ander
woord te worden vervangen. Verminken
is hier, door veranderden zinbouw, door
uitlatingen of door bijvoegingen de betee-
kenis van het geschrevene veranderen.
Met andere woorden den schrijver iets
anders laten zeggen dan hij gedaan of
bedoeld heeft. En hieraan hebben wij
ons ten opzichte van den heer van der
Schalk niet schuldig gemaakt. Integen
deel, wij waren zelfs zoo angstvallig dat
wij letterlijk de woorden citeerden, waar
mede hij zijn gevoelen te kennen gaf.
Verminken is alzoo niet het juiste woord
en wil de heer Van der Schalk waar
heidsgetrouw blijven, dan behoort dit
-.voord in de tweede editie verbeterd te
worden.
Doch genoeg. Hij ga zijn manifest op
gelijke wijze na en komt dan de tweede
verbeterde editie, dan twijfelen wij niet
of de heer van der Schalk zal van die
editie veel grooter, veel reiner genot
hebben dan de eerste heeft kunnen opleve
ren.
AMERIKA.
De werkstakingen in Amerika duren nog
steeds voort. Weder dreigt eene groote staking
onder de werklieden van de expeditie huizen
te Chicago uit te breken wegens verminde
ring van loonen.
Op de grenzen van Mexico heerscht
groote opgewondenheid. Amerikanen en Mexi
canen trekken beide eene belangrijke troepen
macht bijeen. De Mexicanen weigeren den
gevangen gezetten Amerikaanschen dagblad
schrijver Cuttings los te latenmen vreest
nu eenen inval van de Amerikanen om hem
met geweld te bevrijden.
DUITSCHLAND.
De Katholieke bladen bevatten een adres,
hetwelk door de Duitscbe centrumpartij is
gericht aan den vroegeren Afgevaardigde
August Reichensperger, en waarin hem, in
de meest vleiende bewoordingen, wordt dank
gezegd voor al hetgeen hij, met zoo groote
toewijding en talent, heeft gedaan ten bate
van de beginselen, aan welke hij gehecht is.
Van liberale zijde wordt erkend, dat de af
tredende Afgevaardigde, door zijn karakter en
vormen, zich de achting van alle partijen wist
te verwerven.
De National Zeitung meldtIngeval
graaf Robillant, minister van buitenlandscbe
zaken in Italië, tijdens zijn verlof in de tweede
helft van Augustus, naar Weenen gaat, zal
hij, indien prins Bismarck te Gastein komt,
ook hem een bezoek brengen.
ENGELAND.
Lord Salisbury heeft na zijn terugkomst
van Osborne in de Carlton club te Londen
de voornaamste leden der conservatieve partij
bijeengeroepen. Men heeft een oogenblik ge
sproken van lord Cadogan als minister van
buitenlandsche zaken Foreign Office), welk
ambt in het kabinet Gladstone door lord Rose-
bery wordt vervuld. Het schijnt echter dat hij
de portefeuille van koloniën zal aanvaarden.
Men verzekert dat lord Hartington aan
lord Salisbury beloofd heeft zijne politiek in
Ierland te zullen ondersteunen, op voorwaarde
dat hij (Salisbury) geen bill betrekkelijk dit
vraagstuk bij de Kamer indienen zal, dan na
zich vooraf met de liberalen-dissidenten hier
over verstaan te hebben.
Een troepenschip is in allerijl van Ports
mouth naar Devonport vertrokken, om daar
marinetroepen aan boord te nemen, welke de
onlusten zullen hebben te onderdrukken, die
onder de kleine pachters te Tiree in Noorde
lijk Schotland sedert eenige dagen zijn uit
gebroken.
ITALIË.
Men bericht uit Verona aan de linies, dat
de cholera zich naar de dorpen en steden van
het vlakke land van noord-oostelijk Italië,
tusscben Udine en Bologna, verspreidt. Maar
behoudens in eenige kleine dorpen, vertoont
de ziekte geen ernstig epidemisch karakter en
brengt alzoo ook geen paniek teweeg. Te
Venetië kwamen geen cholera-gevallen meer
voormaar zij is verschenen te Padua, Vicenza,
LonigoUdine, Treviso, Eerrara, Veronn,
Ravenna en Bologna, alsook in de provincie
Mantua en te Triëst en te Fiume. In de
dorpen is de ziekte gevaarlijker dan in de
steden, zeker omdat de overheid er nalaat
de vereischte voorzorgsmaatregelen te nemen.
Zoo is te Areola door de overheid niets hoe
genaamd gedaan, en de wijze waarop de
cholera er zich verspreidt, is dan ook onrust
wekkend.
Koning Humbert heeft voor de nage
laten betrekkingen der te Venetië aan cholera
gestorvenen 40,000 fr. en voor die der in
de andere kleinere gemeenten gestorvenen
100,000 fr. beschikbaar gesteld.
Schiedam, 28 Juli 1886.
Aan het commissariaat van politie zijn als
op straat gevonden aangegeven een gouden
oorknopje met bruin steentje en een grjjsbont
konijn.
De Haagsche correspondent van de A. A'.
Ct. deelt omtrent de plannen der Tweede Ka
mer mede
„Men wil binnen 14 dagen op recés gaan
de Grondwet zal dan vooraf in de afdeelingen
komen. Van een publieke behandeling van
zaken van eenig belang komt in elk geval
niets meer in dit jaar. De grondwets-discus-
sies zijn tot Februari of Maart 1887 uitgesteld".
De Minister van Staat, Minister van Bin-
nenlandsche Zaken eD de Minister van Finan
ciën brengen ter algemeene kennie dat met
ingang van 1 Augustus e. k. de in- en door
voer van lompen, gebruikte kleedingstnkken
en ongewasschen lijf- en beddegoed, afkomstig
uit Oostenrijk-Hongarije, verboden zijn.
Gebruikte kleedingstnkken, als bagage door
reizigers medegebracht, zijn hieronder niet
begrepen.
Door den Minister van Oorlog is ter keunis
van de korpskommanaauten van het leger ge
bracht, dat het zijn wensch is, de koloniale
werving zooveel mogelijk aan te moedigen,
en er op gewezen, dat het detacheeren van
miliciens bij het leger in Oost-Indië nog
steeds kan geschieden. Voorts worden ge
melde kommandianten verzocht, de voordeelen
van een koloniale militaire verbintenis meer
ter algemeene kennis te brengen dan tot heden
is geschied, door voorlezing bij de theorieën.
De ministers van Financiën, J ustitie en
van Marine verleenen deze week geeno
audiëntie.
Het saldo van 's-Rijks schatkist bedroef
op 24 dezer f20.852.663.58.
Een deputatie uit het bestuur derAmste'.-
damsche afdeeling van het Pensioenverbomd
werd onlaugs op verzoek bij den Minister vf au
Financiën toegelaten en mocht toen van Z. Er
vernemen dat de sympathie, welke hij ree
vroeger voor het streven van het Verbon
koesterde, onverzwakt is, en dat Z. Exc. h'