BiJVGECSEL
Binnenlandsciie Berichten.
FEUILLE I 0 H
behoorende bij de
van 3 en 4 APRIL 1887.
Kerknieuws.
Vervolg.)
de Lanteren is meD reeds eenige dagen
bezig tuet het vervaardigen van guirlandes
v°or de aanstaande feesten te Amsterdam.
Voor een BOtal personen, die er mee bezig
ziin, geeft dit een aardig buitenkansje, aan
gezien het veel beter beloond wordt dan de
gewone werkzaamheden op bet land. Ook te
Eede en Wolfhezen worden dagelijks groote
verzending! n van dennengroen gedaan.
■De gemeente Oostbnrg werd eergisteren be
zocht door een Zigeunerfamilie, bestaande uit
man, vrouw en vijf kinderen. De laatsten
waren bijna ongekleed. De ongenoode en on
welkome gasten zijn door de politie over Sluis
naar Westkapelle geleid.
DELFT. In de laatst gehouden zitting van
den Gemeenteraad werd behandeld het ver
zoek van den Minister van Waterstaat, om
het teirein van het onde stationsgebouw aan
bet Rijk af te staan. Het voorstel van B. en
W. strekte om het terrein niet af te staan,
omdat de gelegenheid zon worden benomen,
om een toegang naar den tunnel te maken,
terwijl van de Kamer van Koophandel en
Eabrieken alhier een adres was ingekomen,
°m den Raad te adviseeren, in het verzoek
Van den Minister niet te treden. De Raad
besloot overeenkomstig het voorstel van B.
en W.
GRONINGEN. Wij vernemeD, dat do door
de Staten dezer provincie onlangs vastgestelde
inkomsten-belasting met een nota van aan
merkingen is teiuggezonden aan Gedep. Staten.
In de a. s. zomervergadering zal dns deze zaak
opnieuw aan de orde worden gesteld. Het
belasten van zedeljjse lichamen, oorporatiön
enz. moet een der hoofdbezwaren bij den Mi
nister zijn. NG. Ct.)
RENEN. Sedert 7 dagen wordt alhier ver
mist de heer W,, secondant aan 't instituut
Dijkerman. Het bericht in sommige bladen»
als zon zijn lijk uit den Rijn zijn opgevischt,
is onjniat. Wel wordt vermoed, dat hij ver
dronken is, aangezien zijn hoed aan den kant
der rivier is gevondeD.
OOSTERHOUT. Gisteren middag ongeveer
twee nnr brandae alhier huis en schuur van
P. Vergouwen aan de Voorheide bijna geheel
af. De inboedel is grootendeels gered. Een
schaap is verbrand. Het pand waB bij de
Drusselsche brandwaarborg-maatschappij ver
zekerd.
Met leedwezen verneemt de Noord.-Brah.
de trenrige tijding, dat Mgr Franciscns Cor
nelius Swagemakers, Geheim Kamerheer van
Z. H. Pans Leo XIII, Vicaris-Generaal en
Deken van 's-Hertogenbosch, in den ouderdom
van bijna 70 jaren, gisteren-middag circa 5
nur te 's Bosch overleden is.
In een algemeene vergadering van de Con
gregatie der Riten, die den 19den April te
Home op het Vaticaan zal worden gehonden,
zal een definitieve stemming worden uitge
bracht over de waarheid der mirakelen, toe
geschreven aan de bemiddeling van den vene
rabelen Jean Baptiste de la Salie. Wanneer
deze stemming gunstig is, waaraan men niet
twijfelt, dan zal de zaligverklaring van den
venerabelen de la Salie ter gelegenheid van
!s Pausen priester -jnbilé kunnen plaats heb
ben.
Uit Sainarang wordt bet overlijden gemeld
van den zeereerw. heer J. Da Vries, pastoor
der R. K. gemeente aldaar, tig overleed den
27n. Maart 11. en is gedurende 22 jaren in
Ned.-Iudiö als priester werkzaam geweest.
AMSTERDAM. Gisteren herdacht de zeer
eerw. heer Van Grossel, oud-secretaris van
het bisdom, sedert ruim drie jaren pastoor
der kerk van den H. Willibrordns binnen de
Veste, den dag waarop hij voor 25 jaren be
noemd werd tot pastoor te Warmenhnizen.
Alvorens te dezer stede zijn priesterlijken ar
beid te beginnen, was de geachte en beminde
jubilaris ongeveer vijf jaren pastoor en daken
te Zoeter wonde. Gister ochtend werd in de
parochiekerk De Duif) een plechtige Mis van
dankzegging opgedragen.
DE MELAATSCHE
VAN HET STADJE AOSTA.
Naar het Franich van X. de Maistre.
Alllittle think the gay licensious prond
Whom pleasure, power and affluence surround
Ah I little think they while they dance allong
How many pine how many drink the cup
Of baleful grief Ihow many shake
With all the fiercer tortures of the mind
(Thomson's seasons: The Winteb)
Het zuidelijk gedeelte van het stadje Aosta
is zeer eenzaam, en schijat nooit zeer bevolkt
geweest te zijn. Men ziet er bebouwde akkers
en weilanden, aan eenen kant nitloopende op
de oude vestingwerken, welke de Romeinen
er oprichtten, om tot verschansingen te dienen
en aan den anderen kant op de mnren van eenige
tuinen. Deze verlaten streek kan den reizi
ger toch belang inboezemen. Niet ver van
de stadspoort ziet men de ruïnen van een oud
kasteel waarin, zoo men de volksoverlevering
ban gelooven, de graaf René van Chalons, door
de woede der ijverzucht gedreven, in de vijf
tiende eeuw de prinses Maria van Braganza
zijn echtgenoote, van honger liet omkomen
van daar de naam van Bramafan(dat hon-
gerkreet beteekent), welke door de bewoners
van die streek er aan gegeven wordt. Deze
anekdote, waarvan men de echtheid zonde
kunnen betwisten, maakt deze bouwvallen be
langwekkend voor gevoelige personen, die
haar voor waar aannemen.
Eenige honderden passen verder, verheft zich
iegen den onden mnur een vierkante toren,
uit het marmer, waarmede deze vroeger be
kleed was, vervaardigdmen noemt hem de
Toren der Angsten, omdat het volk lang
geloofd heeft, dat hg door spoken bewoond
werd. De oude vrouwen van Aosta herin
neren zich nog zeer goed, er gedurende de
donkere nachten een groote in 't wit gekleede
vrouw, met een lamp in haar hand, te hebben
zien uitkomen.
Het is bijna vijftien jaar geleden, dat deze
toren op bevel der regeering hersteld en van
een afsluiting voorzien werd, ten einde daar
een melaatsche te huisvesten en zoo doende
nit de maatschappij te verwijderen, hem al
de vertroostingen verschaffende, welke zjjn
trenrige toestand toeliet. Het hospitaal
van den Heiligen Mauritius werd belaBt, hem
van het noodige voedsel te voorzienen men
gaf hem eenige meubelen, alsook de ver-
eisehte gereedschappen, om een tnin te bebou
wen. Hij woonde daar sedert lang aan zich
zeiven overgegeven en zag niemand dan den
priester, die hem van tijd tot tjjd den troost
van den godsdienst kwam brengen, en den man,
die hem alle weken de levensmiddelen nit het
hospitaal bezorgde.
Een militair, die zich gednrende den veld
tocht der Alpen van het jaar 1797, in het
stadje Aosta ophield, kwam eens bij toeval
voorbij den tuin van den melaatsche, waarvan
hij het poortje open vond, en ging er uit
nieuwsgierigheid binnen. Hjj zag er een man,
tegen een boom gelennd, in diepe overwegin
gen verzonken staan. Bij het geraas, dat de
officier binnen tredende maakte, riep de een
zame, zonder zioh om te wundeD, met een
droevige stem
Wie ia daar, en wat verlang men van mij
Verschoon een vreemdeling, antwoordde d'
officier, wien het schoone uitzicht vai
uw tnin misschien een onbescheidenheid deec
begaan dcch die n geenszins wil storen.
Blijf daar, antwoordde de bewoner van dei
toren, een gebaar met zijn hand makende
kom niet nader gij zijt bij een ongelukkige
die door melaatschheid besmet is.
Welk nw kwaal ook zijn moge, autwoorddi
de reiziger, ik zal er niet voor vluchten, ik
heb nooit de ongelnkkigen ontweken; zoc
mijn tegenwoordigheid n echter mocht hinde
ren, dan ben ik bereid mijn weg te gaan.
Zijt welkom, zeide toen de melaatsche, ziel
eensklaps omkeerende, en blijft, zoo pij dl
knnt, nadat gij mijn gelaat znlt geziei
hebben.
De Militair bleef een oogenblik onbewe
gelijk staan, vol verbazing en afkeer op he
gezicht van dezen ongelnkkige, dien de me
laaischheid schier onkenbaar gemaakt had
Ik zal gaarne blijven, zeide hij hem, zoc
gij iemand wilt ontvangen, die als bij toeva
hier heen werd gebracht, üocb, door belang
stelling gedroven, blijft vertoeven.
De Melaatsche. Belangstelling it
beb nooit iets anders dan medelijden inge
boezemd.
De Officier. Ik zon mg gelukkig achten
zoo ik n eenige vertroosting kon aanbieden
De Melaatsche. Het is voor mij reedt
een groote troost, menschea te zien en d<
klank hunner steun te hooren, welke mg ge
woonlijk schijnt te ontvluchten.
De Officier. Sta mij dan toe, eenige oogen
blikken met u te spreken en nw verblijf een
rond te wandelen.
De Melaatsche. Zeer gaarne, zoo u da
genoegen kan doen. (Al sprekende had d
melaatsche een vilten hoed op gezet, waarvai
de breede rand hem bet gelaat bedekte). Wil
ge met mij naar de zuidzijde gaaD, voegd
hij er bij, ik kweek daar een bedje me
bloemen, die u waarschijnlijk zullen behager
gij znlt er eenige zeldzame onder aan treffer
Ik heb mij het zaad dier bloemen, welke o
de Alpen groeien weten te verschaffen en ge
tracht, haar door de teelt te doen verdubbele
eu verfraaien.
De Officier. Dat zijn inderdaad bloemei
welke mij geheel nienw zjjn.
De Melaatsche. Ziet dit rozenstruikje eens
dat is de roos zonder doornen, welke alleei
op de Hooge Alpen groeit; doch zij verlies
deze eigenschap reeds en krijgt doornen, naa
mate zij gekweekt en vermenigvuldigd word!
De Officier. Zjj moest het zinnebeeld de
ondankbaarheid zijn.
De Melaatsche. Zoo u eenige dezer bloeme
bevalleo, dan knnt gij ze gerust plnkken ei
gij loopt niet het minste gevaar, met ze b;
u te dragen. Ik heb ze gezaaid en genie
het vermaak ze te begieten en te bewonderer
maar ik raak ze nooit aan.
De Officier. Waarom niet 't
De Melaatsche. Ik zon vreezen ze te besmet
ten en zon ze n dan niet dnrven aanbieder
De Officier. Voor wie bestemt gij ze dan
De Melaatsche. De personen, die mij d
levensmiddelen uit het hospitaal brengen, zij;
niet bevreesd, er bouquetten van te maker
Een enkele maal komen de kinderen nit d
stad aan het poortje van mijn tnin. Dan kliu
ik snel in miju toren nit vrees van hen t
verschrikken of hen gevaar te doen loopen
Ik zie hen van nit mijn venster spelen, ei
mjj eenige bloempjes onstelen. Als zij ziel
verwijderen, kijken zij naar boven. Goedei
dag, melaatsche, roepen zjj mjj lachend toe
en dat geeft mij eenige vreugde.
De Officier. Gij hebt hier veel verschillend
planten weten bijeen te brengenziedaa
wijnranken en vrnchtboomen van vorscheiden
soorten.
De Melaatsche. Die boompjes zijn noj
jong; ik heb ze zelf geplant even als di
wijnstok, welke ik tot over dien onden man
daar geleid heb, en waarvan de breede takke.
een klein prieeltje vormen dat is hier mij;
geliefkoosd plekje. Ga nu langs deze steene:
naar boven, dat is een trap, waarvan ik d
bouwmeester ben. Hondt n aan den mnur vast
De Officier. Wat een bekoorlijk hoekje 1 ho
geheel voor de overwegingen van een eenzam
geschikt 1
De Melaatsche. Ik schep er ook veel be
hagen in; ik ban van hier het land en d-
arbeiders in het veld begluren, ik zie alle