b005
op Woensdag 11 on Donderdag 12 Mei,
maar op Vrijdag 13 Mei znllen de manschap
pen voor de nationale militie voor deze ge
meente te Rotterdam worden aigeleverd.
Naar wij vernemen, heeft de heer H. H.
Veder, predikant bij de Ned. Herv. Gemeen
te alhier, die door het klassikaal bestuur
in zijne bediening werd geschorst, bedankt
voor het beroep naar de Nederd. Ger. kerk
(doleerende) te Rotterdam.
Een woord tot de Ouders, wier
zonen iu dienst gaan.
In bet begin der volgende maand zal ge
beuren, waartegen gij reeds lang met angst
bebt opgezienuw zoon zal soldaat worden.
Onttrokken aan uw ouderlijke zorgen, zal hij,
meestal in een gevaarvolle stad, en zeker
onder een menigte verkeerde kameraden, een
leven moeten gaan leiden, waarin zijn gods
dienst en deugd aan de grootste gevaren
zijn blootgesteld. Wij begrijpen uwen angst,
te meer wijl de ondervinding ons heeft ge
leerd, hoevele jongelingen in den dienst totaal
bedorven worden. Doch, waaraan de schuld
Meestal wijl de ouders zelve niet genoegzaam
medewerken en hunne zoons te veel aan
zich zeiven overlaten. Overbekend toch is het,
dat er in verscheidene garnizoensplaatsen
Militaire Vereenigingen bestaan, waarin de
jongelingen eene veilige schuilplaats vinden
tegen de gevaren, waaraan zij zjjn blootge
steld. Over het nut daarvan in het breede
uit te weiden, zou zeker een overtollig werk
zjjnéóae zaak willen wij u slechts onder het
oog brengenmeermalen is het gebenrd, dat
jongelingen, zoo lang zij in de Vereeniging
kwamen, braaf bleven, doch zoo spoedig zij
deze niet meer bezochten, langzamerhand in
de grootste zonden zjjn gevallen en hun gods
dienst geheel verwaarloosden.
En toch, slechts weinige o aders zorgen er
voor, dat hunne zonen leden der Vereeniging
worden vol droefheid en angst nemen zij
afscheid van hen, zonder nochtans aan hun
nen ouderlijken plicht te denken, welken hun
gebiedt, zooveel mogelijk voor het zielenheil
hunner kinderen te waken. Het gevolg daar
van is, dat die jongelingen bij het in dienst
treden zelfs niet aan eene Vereeniging denken,
in slechte handen vallen en daardoor reeds
dadelijk bedorven worden. Mat al de kracht
dus, die in ons is, roepen wjj u toezorgt
dat uwe zonen terstond de Militaire Vereeni
ging moeten opzoeken, dan bebt ge gegronde
redenen om te hopen, dat zjj braaf zullen
bljjven. Immers aan het hoofd staat een
priester, welke die Vereeniging geregeld be
zoekt, op de hoogte bljjft van hun gedrag en
bg voorkomende gevallen hun een woord van
vermaning kan toevoegen, wat niet zelden
zeer heilzaam werkt en menig jongeling voor
dieperen val heelt bewaard. Zgt gij zelf in
ongerustheid omtrent uw zoon, bij dien di
recteur kunt gij inlichtingen vragen, die u
nimmer zullen worden geweigerd, teiwijl bp
zelf zich tot u kan vervoegen, indien uw zoon
soms veitlauwt, al te maal redenen om n
krachtdadig aan te sporen, alles wat in uw
vermogen is, te doen, om uw zoon lid van
zulk een vereeniging te doen worden. Hos
nu kunt gij daartoe medewerken
lo. Door uw zoon een brief meé te geven,
welke hjj persoonlijk aan den Directeur moet
overhandigen, maar ook zelf aan den Direc
teur te schrijven om inlichting, of nw zoon
den brief overhandigd heeft.
2o. Door het zakgeld, dat gewoonlijk wordt
medegegeven, niet aan uw zoon te geven,
maar per postwissel aan den Directeur te zen
den, met bg voeging natuurlgk aan den rand
der postwissel, dat het voor uw zoon is.
Neemt gij deze middelen te baat, dan zijn
wg overtuigd, dat uw zoon lid zal worden
en dat gg uw plicht hebt vervuld.
Nu zult gg misschien zeggen, dat uw zoon
bg zgn vertrek niet weet, bij welk garnizoen
hij geplaatst wordt en gg dus die middelen
niet kunt toepissen; doch hierop antwoorden
wg binnen een paar dagen webt hij dit reeds
welnu geeft hem dan slechts zeer weinig geld
meé, maar belooft hein het overige te zullen
zenden, zoodra gij weet waar hij geplaatst
isdit zal hem aansporen zoo spoedig rnoge-
lgk te schrgven en n alzoo in de gelegenheid
stellen de bovengenoemde middelen uit te
voeren.
Ouders, neemt alzoo deze raadge ringen ter
harte; denkt niet: mgn zoon zal nit zich
zelvea de Vereeniging wel opsoeken want
door de ondervinding dnrven wg n verzeke
ren, dat hg het niet zal doen, maar daardoor
cok slecht zal worden. En verwonderen kan
n dit niet. Want wat is gewoonlijk het ge
val? Hij komt van een kleine plaats, waar
zoo goed als geen afleiding bestaat, in een
stad, waar alles nieuwen vreemd is voor zgne
oogen; natuurlgk moet dat alles worden be
zichtigd, waarvoor zich gedienstige geesten
genoeg aanbieden, maar helaas 1 ten schade
van nw zoonwant dan wordt er meer ge
zien, dan geoorloofd is, ja, waarover hg vroe
ger zelfs niet darfde denken dan is de eerste
stap op deu weg der zonde gezetmen durft
of wil dan geen Lid der Militaire Vereeniging
meer worden en holt alzoo zjjn eeuwig ongeluk
te gemoet.
Iu de hoop, dat dit woord door u ter harte
zal worden genomen, laten wij hier de namen
volgen der plaatsen, waar Militairs Vereeni
gingen zgn
Arnhem Lokaal der Vereeniging Vincentius-
gebouw in deKortestraatDirecteur de
pastoor der St. Eusebiuskerk.
Bergen op ZoomDirecteur kapelaan A. M.
Juten.
Breda Directeur de WelEerw. heer Broeders,
Rector der St. Jozelkapel.
Dordrecht: Directeur pastoor Spoorman.
Grave: Directeur kapelaan Borsten.
's Gravenhage Lokaal der V ereeaiging Jnfv
Idastraat 23, Directeur kapelaan Willen-
borg, Willemstraat.
's Hertogenbosch Lokaal der Vereeniging
Militair Concordia; Directeur pater Bos,
(St. Jozefskerk).
LeidenDirecteur pater Brunot, kapelaan
Hartebrug.
Maastricht: Lokaal der Vereeniging: Vin-
centius-gebouw in de MariastraatDirecteur
een der Eerw. Heeren der St. Servaaskerk.
Nijmegen: Lokaal der Vereeniging in de
Grootestraat, Directeur kapelaan Sala.
Roermond: Directeur Professor Janssen, van
het Bisschoppelijk College.
Schoonhoven: Directeur kapelaan Bakker.
Ltrecht: Directeur deHoogeerw. heer Peters,
pastoor der St. Catharinakerk.
WillemstadDirecteur pastoor v. Menrs.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Donderdag 21 April.
De heer Van Delden brengt namens de
Commissie in zake de uitzetting der heeren
Sol eu De Sturler rapport uit. De meerder
heid wenscht het uitzettingsbesluit aan te
nemen voor kennisgeving. Een lid der min
derheid stelt voor, te verklaren dat art. 48
van het Regeeringsreglement niet kan geacht
worden in deze naar behooren te zijn toege
past het tweede lid der minderheid wenscht
daarenboven te verklaren, dat zelfs bg be
hoorlijke toepassing van dat artikel de tegen
de heeren Sol en De Sturler bevolen staat
kundige maatregel niet geacht kan worden
door de stukken voldoende te zijn gerecht
vaardigd.
Grondwetsherziening. ,0
De beraadslaging wordt voortgezet ov0r
wgzigingen van hoofdstuk III en wel oV
het amendement-Van Houten c. s. op art-
om aftreding van Kamerleden, die mie'8
worden, niet verplichtend te stellen.
De heer Schaepmaa verdedigt als m0Cl
voorsteller nader het amendement, voorn®
melgk omdat door onderwerping aan 00
nieuwe verkiezing de benoemde Minister
telgk zou zijn onderworpen aan e9n p'ev,
eiet en nog wel slechts van één kiesdistr'0
Overigens bestrgdt kg het beroep van 00
Min. op Engeland, aangezien daar bij zonde
toestanden aanleiding gaven tot uitslai'1®0
der Ministers van het Kamerlidmaatschap'
Da heer De B nya Kops b9strgdt het a®6®
dement. Hot versterkt juist bet Ministerie®
de benoeming van een der Ministers doo
kiezers wordt gesaoctionneerd. r
De heer Greeve heeft een opmerking
het artikel zelf. Met het K imerlidschap word0^
onvereenigbaar verklaard de betrekkingen T®
lid en procurenr-generaalbg den Hoogen R®®
Waarom zgn echter ook niet de advocat0®
generaal uitgesloten voor die uitsluiting
staan dezelfde motieven. Het O. M. bg 00
Hoogen ltaad toch is een en ondeelbaar 0
vaak kunnen advocatea-generaal als proe. g0®.-
optreden. Waarom volhardt de Regeeriag
het stelsel vau 1848
De heer Van Gennep bestreed het 3me^0
dement-Van Houten c. s., zich verklaren®
tegen eene uitbreidiug vau het begi°3
Minister-Kamerlid, en ook omdat z. i. v<>
een eerzuchtig lid de miuisterieele pOr'
feuille een aanleiding tot het verlies zij®
zelfstandigheid kan worden. Het ame®
dement werd door den heer Schaepman na®
verdedigd.
De heer De Ranifz was het eens met 00
heer G;eevo; doch meent, dat de uitsluit'®^
van den advoc lat-generaal reeds van 20
spreekt. De heer Greeve kan dit niet toeg
ven en stelde bepaald het amendement
uitsluiting.
Nog had eene scherpe woordenwissel'
plaats tusschen de heeren Van Kerkwgk 0
Van Gennep naar aanleiding van het a®
et'
dement-Van Houten c. s., waarvoor de
Lrhman verklaarde te zullen stemmen,
hij de vraag, wat beter is, een parlementair^
een koninklgk kabinet in gnnstigen zin v°
het eerste besliste. 0jl
De Minister van Bianenlandsche ï®1*
bestreed krachtig het voorgestelde am00
ment en verklaarde, dat de aanneming d®
van het geheele hoofdstuk zou bederven, t
welk bg alsdan niet in de Eerste Kamer2
kannen verdedigen. f jp
De heer V. d. L >efi' constateerde, da'
Minister had gesteld de kwestie, hetgeen 9
mand voor deze onbeduidende zaak bad v0
zien. Hij gelooft, dat de Minister heeft
dwaald. Opdat niet ab irato worde be®
stelt bij voor het debat te verdagen. H®
toe wordt besloten.
Memori van Antwoord
De Regeering, in de Mem. van Antwo°
het aldeelingsverslag der Tweede Ka®e®'ttjjJ
wetsontwerp tot verlenging van den die® ^jjt
der oudste lichting van land- en zeeD°^a®f
verdedigende, blijft van oordeel, dat .d
nog altijd in Europa verwikkelingen 'H' jgp1
en verschillende Mogendheden tot bg2°
militaire maatregelen zgn overgegaan»^0{
het verwgt behooren te ontgaan van on®0p.
de gebeurtenissen te hebben laten verr
De Regeering doet hierbg opmerk0®^0i)<
tot dusverre geen der Europeesch0 -öge®
die zich bgzonder wapenden, de wape®
hebben gestaakt. o®1'
Zg vraagt door de aanneming van
werp geen votum van vertrouwen)
alleen wat het inhoudt. lent?'™
Met dezen maatregel van dienstver d
behoeft niet noodwendig samen te Jj;jitie t
buitengewone bijeenroeping van de
land, hetzg geheel, hetzy ten
op de toekomst loop de tegenwoordig
regel in niets vooruit, zoodat ®elfl;aarlÖ t(
voorstel niet behoeft af te leiden, J oU2
een dergelijk voorstel tot verat Lda®®--^
levende strydkrachten zou worden
Maar juist omdat de thans on®0!Ltf
Grondwetsherziening het na80D°e^<j n°°
lijk maakt, thans tot de zoo teD 0
versterking onzer levende strydkr