10e Jaarg. Zondag 31 Juli en Maandag 1 Aug. 1887. flu. '2841.
Bjj jit Homer Moort ten Biirapel.
V E R S C H IJ N T DA6ELLIK S.
De Hers temming.
Bureau: Markt, E, 357.
gjjgpeflt ©Depcht.
NIEUWE SCHIEDA
Prijs van dit Blad:
Voor Schiedam per 3 maanden ƒ1.50
Franco p. post door geheel Nederland 2.
Afzonderlijke Nommers 0.05
Prijs der Advertentiën
Van 16 regelsƒ0.60
Elke gewone regel meerO.lO
Voor herhaalde plaatsing worden billijke
overeenkomsten aangegaan.
Wederom zal de stembus voor het votum
der kiezers geopend zijn. Het verkiezings-
Werk, dat op 19 Juli jl. slechts ten halve
Werd gedaan, moet aanst. Dinsdag vol
tooid worden. Ook de twee thans nog
vacante plaatsen in den gemeenteraad moeten
"Worden bezet.
Voor deze plaatsen moet herstemd wor
den tusschen de heeren J. J. G. Nolet,
C. Bergsma, H. R. A. M. Van Gent en
J. H. Houtman, die na de reeds gekozen
leden op 19 Juli jl. de meeste stemmen
bekwamen. Steunen wij voor de eerste
plaats zoo beslist mogelijk den heer J. J.
G. Nolet, ook voor de tweede kan de keuze
niet twijfelachtig zijn. We behoeven het
hier niet breed uittemeten, wijl het
reeds herhaalde malen is gezegd, dat wij
volgaarne den heer Van Gent in den Raad
zouden zien, die daar naar onze innige
overtuiging de rechte man op de rechte
Plaats zoude zijn doch hier moeten wij
ons door andere motieven laten leiden
van onze zijde is genoegzaam gebleken,
dat wij bij periodieke verkiezingen zooveel
mogelijk de aftredende leden, onverschillig
van welke richting, den voorrang geven,
tenzij er overwegende redenen bestaan, om
hun mandaat niet te vernieuwen.
Wanneer wij dit tot grondregel van ons
gedrag stellen, dan behoort deze voor
zeker toegepast te worden, nu het hier geldt
een lid der anti-révolutionnaire partij, dat
steeds in alle gewichtige kwestiën aan de
zijde der anti-liberale richting in den ge
meenteraad heeft gestaan.
Ook door de liberale kiesvereeniging werd
thans de heer Houtman kandidaat gesteld
®n wel op vrij zonderlingen grond. Zij
Vertrouwde, dat de heer Houtman, gekozen
zijnde, zoude bedanken, en aldus eene
nieuwe vrije keuze zoude ontstaan, waarbij
zij dan waarschijnlijk hoopte een harer
partijgenooten in den Raad te brengen.
JJe heer Houtman heeft haar spoedig die
illusie ontnomen. In een schrijven in de
Schied. Courant verzekert de heer Houtman,
dat het in strijd met de waarheid is, hij ver
klaard zou hebben, geene benoeming te
zullen aannemen. Wij mogen dus ver
trouwen, dat de heer Houtman, gekozen
zijnde, zijne benoeming zal aannemen eene
aansporing te meer, om eenparig onze stem
men op genoemden heer uit te brengen
en aldus zijne verkiezing te verzekeren.
Wat van liberale zijde tegen de kandi
datuur van den heer J. J. G. Nolet wordt
aangevoerd, is genoegzaam bekend. Men
verwijt dien heer zijne houding in zake
de waterleiding; doch, hoe men ook over
de daarbij betrokken kwestie mocht deuken,
zeker is het, dat de heer Nolet zijne mee-
ningde waterleiding ook voor indus
trieel gebruik open te stellen en aan te leggen
door het verleenen van concessie met
uitstekend talent heeft verdedigd. En dat be
hoort immers in den Raad te geschieden
ieder moet daar vrijelijk voor zijn gevoe
len uitkomen, immers du choc des opinions
jaillit la vérité.
Voor ons, pleiten in de Handelingen van
den Raad de kundige en degelijke adviezen,
door den heer Nolet in zake de waterlei
ding, de gasfabriek en zoovele andere ge
meente-aangelegenheden gegeven en leveren
het krachtigst argument, dat wij voor zijne
herkiezing zouden kunnen aanvoeren. Aan
dergelijke ferme sprekers en uitmuntende
woordvoerders hebben wij behoefte voor
onzen Raad, waarin wij zoovele stelsel
matige zwijgers zien, die de levende ver
persoonlijking schijnen van het bekende
Wat de heeren wijzen,
Zullen wij prijzen.
Gaan wij dus, Dinsdag a. s., allen als
één man ter stembus. Niemand achtte
zich, om welke reden ook, gerechtigd weg
te blijven. Het kan toch op één stem aanko
men. Bij de herstemming is de meerderheid
van slechts één stem genoeg, om een kan
didaat de zegepraal te bezorgen. Brengen wij
eenparig onze stem uit op ons wakker
aftredend gemeenteraadslid, den heer J.
J. G. Nolet, en naast hem, op den man,
die ook in den Raad hem steeds trouw
terzijde heeft gestaan, den heer J. H.
Houtman. Geschiedt het aldus, dan is de
zege ons, en mogen wij de verkiezing ver
zekerd houden van de heeren
J. J. G. NOLET en
J. H. HOUTMAN.
BELGIE.
De Kamer van Afgevaardigden heeft gis
teren met 88 tegen 35 stemmen (de rechter
zijde tegen de linkerzijde) het in overweging
nemen van het voorstel van den heer Guillery
geweigerd.
Dit voorstel strekte, zooals men weet, om
tot eene herziening van art. 47 der grondwet
in verband met. eene groote uitbreiding van
het kiesrecht over te gaan.
DUITSCHLAND.
Keizer Wilhelm heeft Woensdag jl. een
langdurig gesprek gehad met kolonel Vil—
laume, Duitsch militair zaakgelastigde te St-
Petersburg. Men hecht aan de reis van ko
lonel Villaume naar Gastein een zeker belang
in verband met de betrekkingen tusschen
Rusland en Duitschland, die alles behalve
vriendschappelijk schijnen te wezen.
De jongste voorvallen op politiek economisch
gebied bebben daartoe zeker veel bijgedragen.
De Duitsche gezant te St. Petersburg, gene
raal Sehweinitz, bad zich onlangs tot den
Russischen minister van buitenlandsche zaken
gewend, om eene wijziging te verkrijgen van
de wet, betreffende de vreemde grondbezitters
in de oostelijke provinciën, of ten minste eene
uitzondering ten gunste van prins Radziwill
en andere aanzienlijke personen van het Ber-
lijnsche hof. Na den Staatsraad te hebben
geraadpleegd, heeft daarop de heer von Giers
geantwoord, dat eene bij keizerlijk besluit
afgekondigde wet geen enkele wijziging of
uitzondering mag toestaan.
Daarop zijn de maatregelen van het Duit
sche ministerie van financiën en de heftige
aanvallen der Duitsche officieuse pers tegen
de Russische waarden gevolgd. Te Berlijn is
men zeer ontevreden tegenover de onderhan
delingen van de Russische regeering met het
huis Rotschild te Parijs, die ten doel hebben,
de Russische waarden geheel onafhankelijk
van de Berlijnsche geldmarkt te maken.
ENGELAND.
Lord Salisbury heeft gisteren in het Hooger-
huis het volgende verklaardDe Koning van
Abyssinië is voor ons een nieuwe vriend,
over wien wij ons niet te beklagen hebben,
terwijl de Italianen oude vrienden van ons
zijn, met wien onze vriendschap nooit ver
stoord geweest is. Wij zouden het met zeer
grooten kommer zien, zoo er een bloedige
oorlog uitbrak, bij welken Abyssinië of
Italië betrokken was. Wij zijn bereid alle
gewettigde hulp te verleenen, maar wij kunnen
onze tusschenkomst slechts aanbieden als het