10e Jaarg. Zondag 20 en Maandag 21 November 1887. No 2935
IÜ1 Huw Mort
sen
VERSCHIJNT DAGELIJKS.
Bureau: Markt, E, 3 57.
J0QST VAN DEN VONDEL.
li,
NIEUWE SCHJEDAMSCHE COURANT.
Prijs van dit Blad:
^°or Schiedam per 3 maanden f 1.50
franco p. post door geheel Nederland 2.
"Wonderlijke Nommers0.05
Prijs der Advertentiën
Van 16 regels/0.6Q
Elke gewone regel meer0.1Ö
Voor herhaalde plaatsing worden billijke
overeenkomsten aangegaan.
1587 17 Nov. 1887.
All,
«fh,
6n> die onze schoone kunsten en leiteren
6bben, hebben deze week met dankbare
den 300sten verjaardag van Vondel's
ri; °°rte herdacht. Doch waar de lette! kun-
tal n ^r°rsl' ^er Nederlandsche dichters
V 'gt en gedenkt, daar viert tevens de
gedaehtenis van een der grootste
leën, die na rijpelijk onderzoek, der heilige
van de Katholieke Kerk buide heeft
ta rao^> 8en ^er talrijke beroemde bekeer-
j g®nwaarop de Kerk met rechtmatigen
kan wijzen.
0 li gelooven daarom onzen lezers geen
len8t te doen met dezen merkwaardigen
K f eenigszins nader in zijn leven en werken
6 beschoUwen,
bef °°-C ^0n v'ondel werd den 17 JSovem-
j r te Keulen geboren. Zijne ouders,
>a°St ^an den Vondel en Sara Kranen,
de r>811 *0m ^es g0l°ofs wille," zij beleden
'eer van Menno Simonsz uit Antwerpen
v^Veken en hadden zich te Keulen gevestigd,
ar de oude Vondel met het stoffeeren van
en in het onderhoud van zijn gezin voor-
jS- Doch eenige jaren later trok hij naar
kte Waar kij zich eerst te Utrecht en
1} Amsterdam met-ter-woon vestigde.
schijnt intusschen, dat de oude Vondel
tösterdain van bedrijf veranderd is; want
k vmden van hem opgeteekend, dat hij een
Senwinkel deed aan de Westzijde van de
^oesstraat, waar de lrouw in den gevel
o Onze Joost reisde voor 's vaders zaak,
kte la friesland en Overijsel, en bekleedde
den post van suppoost of schrijver in
van l000'11? te Amstordam. Nadat
dieiis 2lJn vader ontvallen was, zette Vondel
Zaa^ voork en dreef haar ia hetzelfde
>6^ aaa de Warmoesstraat. Den 20 No-
^rj 61 1610 huwde hij met zijn buurmeisje
*yya a May ken" de Wolf, zuster van zijn
V - Hans de Wolf, die met Clementia,
Ijjlj 6 8 zuster, was gehuwd. Vondel's huwe-
^ta u&S zco gaiakkig mogelijk. Mayken
hem vier kinderen een zoon Joost,
V0or.6r zÜaen ouden vader veel verdriet
^a,r Za,akte, eene dochter Anna, die evenals
ij! zjj Ja^er k0t Katholicisme omhelsde en hem
^aarf °Ul^en dag verzorgde, nog eene dochter
^Jh) Je.en eindelijk ,'t zalig kyntje Constan-
X|Wlens afterven Vondel zoo treffend in
gedichten heeft bezongen.
^schilieS'°U^en 'n ^'en A.msterdam
leade Rederijkerskamers, V ondel sloo'
zich al spoedig bij een dier Kamers aan,
hetgeen de naaste aanleiding is geweest, dat
hij zich met de borst op de dichtkunst heeft
toegelegd.
Zijn eerste gedicht, dat eenigen opgang
maakte, was het Fascha of de Verlossing der
Kinderen Israels uit Egypte. Het was niet
vrij van de gebreken, welke gewooplijk het
werk van de eerst beginnenden aankleven;
maar het trokrieeds bijzoiider de aandacht,
wijl het verre stond boven hetgeen de Rede
rijkerskamers in dien tijd gewoon waren te
leveren. Daarna gaf zijnJeruzalem verwoest,
hetwelk in 1620 verscheen, eenig denkbeeld
van hetgeen eenmaal Vondel als treurspel
dichter zou zijn.
De tijdsomstandigheden, waarin Vondel
leefde, oefenden een grooten invloed op zijne
muze uit. Over 't algemeen dragen zijne ge
dichten in het eerste tijdperk den stempel
van de kerk- en staatsoverleveringen, waarin
hij ademde. In dat tijdperk verkondigde hij
nog den lof van prins Maurits, van wien hij
la er zeide, dat hij door den bliksem des
Aartsengels getroffen was. Tot die algeheele
verandering hadden de tijdsomstandigheden
hem allengs geleid. De tijd van het twaal'-
jarig bestand was een veelbewogen tijdperk,
de periode der godsdiensttwisten, van den
grooten strijd tusschen Remonstranten en
Arminianen. Vondel's vurige geest kon in
dien strijd niet onverschillig blijven. Hoe
wel hij niet de leer der Remonstranten b e-
leed, was hem de geweldige, liefdelooze leer
der Voorbeschikking, zooals zij door de Dordt-
sche leeraars veikondigd werd, een gruwel,
en hij omvatte in één vonnis van veroordee
ling de predikanten der staatskerk en den
prins, die ze met zijn machtigen arm steunde
De terechtstelling van Oldenbarnevelt deed
hem het bloed in de aderen koken en zijne
diepe verontwaardiging stortte zich uit in
het vermaard treurspel Falamcdes of Vermoor
de onnoozelheid, waarin hij Oldenbarnevelt's
vijanden met het scherpe wapen van den spot
geeselde. Het geschrift baarde groot opzien
en Vondel maakte er zich talrijke vijanden
mede, zocdat hij gedwongen was, zich voor
de nasporingen van de „dienaars van den
gerechte" te verbergen, door zich heimelijk te
begeven ten huize van Hans de Wolf, broe
der zijner echtgenoote en die met zijne zuster
Clementia was gehuwd, maar deze wilden
zich met zijne zaken niet bemoeien. „Zij be-
graauwden hem" zooals zijn historieschrijver
Brandt zegt, over zyne schryfzucht en verston
den, dat hy zyn huis behoorde,voor te staan,
op zyn neering te passen, en al dat schry ven
en wry ven, dat hem in gevaar bracht, te sta
ken. Hy zeide >lk zal dat volk de waarheid
nog scherper zeggen", en schreef daar ten huize
nog steekender heekeldichten die by echter op
zyns zusters aanhouden in 't vuur smeet 't welk
hem namaals roude". Bij de familie Back
op 't landgoed Scheibeek vond hij eeD goed on
derkomen, hij werd er hartelijk ontvangen.
Door de bemoeiing der Amsterdamsche
Vroedschap liep deze zaak voor Vondel nog
betrekkelijk gosd af. Hij moest 300 gu!den
boete betalen en kreeg eene «scherpe verma
ning", het boek werd «opgehaeldt" doch de
jPalamedes beleefde desondanks binnen enkele
jaren meer dan 30 uitgaven, welke meest alle
zonder toestemming van den uitgever ver
schenen en van fouten wemelden.
Vondel hield woord. Hij zeide nog scher
per de waarheid in de vinnigste heekeldichten,
die hij in het licht gaf. Het sprookje van.
Reijntje de Vcs was gericht tegen den oud
burgemeester Reinier Pauw, een van Oldebar-
nevelts grootsle vijanden. In De rommelpot
van het hanekot verdedigde hij de afgezet-
ten Amsterdamschen predikant Hanekop tegen
zjjne contra-remonstrantsche collegaas. Maar
nog heviger zijn Decreium horribile, waarin
hij aan zijne verontwaardiging over Calvijn's
prestidinatie-leer lucht gaf, en de Roskam en
de Harpoenwaarin hij de toenmalige regen
ten aan de kaak stelt en de Arminiaansche
leeraars veroordeelt, die in strijd met «Chris
tus liefdeleer" elkander verketterden en op
de kansels raasden tegen de onderliggende
partij der Remonstranten.
Doch niet alleen in de staatskerk, maar ook
in Vondel's eigen kerkgenootschap was de
toestand treurig. Vondel, die volgens het
gebruik der Doopsgezinden op zijn 20en jaar
gedoopt was, bekleedde het ambt van diaken
bij de gemeente der «Waterlanders". Buiten
dien waren de Doopsgezinden nog verdeeld
in Vlamingen, en wel in oude Vlamingen of
Huiskoopers en gewone Vlamingen, verder
had men de «Vriezen", rog onderscheiden in
Jan-Jacobs-volk en Lubbert-Gerrits-volk,
welke laatste ook den bijnaam van «sachte
vriezen" kregen. De Waterlanders werden
op het laatst zco rekkelijk in hun geloofsleer,
dat de bontgekleurde menigte met den schil-
derachtigen naam van «dreckwagen" bestem
peld werd. Maar de eindelooze scheuringen
konden niet voorkomen worden en menig
«vermaander" of voorganger richtte nog een
«besonder capelleken" op.
Het was Vondel onder al dat geharrewar
en die eindelooze verdeeldheid treurig te
moede en het moet ons dus niet verwonde
ren, dat hij reeds toen zijn vurigen blik wendde
naar die aloude Moederkerk, die rich-zelve