lie Jaarg. Zondag 11 en Maandag 12 Maart 1838. No, 3029. Bil üt Hommer Moort m Bpepl. VERSCHIJNT DAGELIJKS. Sljjpwn dwpcht. Bureau: Boterstraat, E, 3 9, NIEUWE CHE COURANT. Prijs van dit Blad: Voor Schiedam per 3 maanden f 1,50 ïranco p. post door geheel Nederland 2. Afzonderlijke Nommers0.05 DUITSCBLAND. »Ket beeft Gode behaagd, Zijne Majesteit den aizer en Koning, onzen aller genadige ten 8er> na eene korte ziekte, heden voormiddag ,ÏQ badf negen ure, in het acht-en twintigste zgner rijk gezegende regeering nit het eve& te roepen, Met het Koninklijk Hnis ^etreurt het geheele volk bet verlies van den ®lgemeen beminden en eerbiedwaardigen vorst, Mens wijsheid het zoolang eu roemrijk in °->rlog en vrede heeft bestuurd". Met deze *oorden werd gisteren door het Pruisische •taatsministerie het overlijden van Keizer Vilhelm den volke bekend gemaakt. Ia den Rijksdag, die voltallig bijeen was, ^ad gisteren eene indrukwekkende handeling P'aats. Met eene aandoening zooals tot heden °Ooit bij Bismarck was waargenomen on met tranen in de oogen deelde bij officieel den dood des Keizers mede en proclameerde bij den Kroonprins, Frederik III, koning van ^ruisen, tot Dnitsoh keizer. Daarna vervolgde hij met eene half verstikte stem, dat hjj als een document bg den Rijksdag het laatste 'tuk wilde overleggen, hetwelk de overleden Ke!zer eigenhandig had onderteekend, en Waarin de sluiting van den tegenwoordigen Kjjksdag wordt uitgesproken, welke sluiting echter wel met toestemming van het Huis zou Worden verdaagd. Eene lijkrede op den Keizer Irou bij thans niet houden. Alleen wilde hij eonstateereu, hoe de stervende Keizer zich tot 2Dü laatste uor met Duitfohlands toekomst had beziggehouden. De deelneming der ge zamenlijke wereld voor zijn zieken zoon had hem met vreugde vervuld, als een bewijs hoe veel vertrouwen het Duitsche keizerdom bij alle volken had verworvenen de eenstem mige goedkeuting van het nieuwe militaire °utwerp door den Rijksdag had hem getoond, koe alle Duitschets besloten wirren de toekomst Van hun rijk tegen alle gevaren te beveiligen. In Eet verheven bewustzijn daarvan was de keizer lijke patriot gestorven. Bismarck verkeerde bij •tjoeredein zulk eene zenuwachtige aandoening, ^at zijne vrouw hem in haren angst zijnen lijfarts Schwenninger in den Rijksdag nastuurde. Ook Veis afgevaardigden weenden. Allen, tot de sociaal-democraten toe, hoorden staande de lede van den rijkskanselier aan. De voorzitter van den Rijksdag legde ge tuigenis af van de smart en van de trouw kan den nieuwen Keizer, die den Rijksdag kezielen. Hij smeekte Gods zegen af over den Prijs der Advertentiën Van 16 regels/0.60 Elke gewone regel meer0.1® Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. zwaar beproefden Keizer Frederik. De zitting werd daarna voor onbepaalden tijd verdaagd. Omtrent de laatste oogenblikken van den Keizer worden door den Berlijnscbeu korres- pendent ven de N. R. Ct. nog de volgende bijzonderheden medegedeeld Toen nog eenmaal eene voorbijgaande ver betering ontstond, richtte de Keizer zich in zijn bed op, en sprak, bet woord tot prins Wilhelm richtende, lang over politieke en militaire aangelegenheden, alsof hij hem nog een richtsnoer voor de toekomst wilde geven. De Keizerin had intusschen de hand van den stervenden gemaal omklemd en hield deze tot zijn laatsten ademtocht fast. 's Keizers woorden aan zijnen kleinzoon werden terstond opgeteekend. Voor een deel werden zij afgewisseld met lichte koorts phan- tasieën. De Keizer zeide o. a.»Den Keizer van Rusland moet gij maar met veel conside ratie behandelen. Dat zal voor ons goed wezen." Naast prins Wilhelm stond Bismarck, Verder sprak de Keizer over de Fransche legerorganisatiedan sprong hij over op de alliantie met Oostenrijk, en hield in afgebroken zinnen de volgende alleenspraak: »Jk bende goede vriend van Rusland, maar mijn bond genoot kan er zeker van zijn, dat ik aan de alliantie trouw blijf. Slechts geen aanval 1" vTan tijd tot tijd overmande hem zijne zwakte, en dan verzocht hem zijne dochter, de Groot hertogin van Baden, zich niet door veel spreken te vermoeien, waarop de Keizer bijna heftig antwoordde: »Ik heb nu geen tijd om ver moeid te zijn." Nog eens wendde hij zich tot Bismarck met den uitroep »Dat hebt gij goed gedaanDaarop begon de predikant zijn ambt te vervullen. De Keizer sprak nog eenige bijbelwoorden, er aan toevoegende »dat is schoon 1" Toen overviel hem opnieuw eene zware slaapzucht, die langzaam in sterven overging. De dood volgde zeer zacht. Eene enkele diepe zucht gedurende het gebed der aan bet sterfbed geknielden kondigde aan, dat de laatste sprank van leven verdween. Spoedig daarop snelde een der in een voor vertrek vertoevende generaals raar buiten en riep de op straat staande volksmenigte toe: „Onze goede Keizer is doodl" Nu begonnen de klokken te luiden en werden er treurschoten gelost. Het lija des Keizers ligt in de sterfkamer op het kleine ijzeren veldleöikant, hetwelk hem gedurende zijne gebeele ziekte tot legerstede heeft gediend. Eenige kearsan verspreiden een flanw flikkerend licht in het hoogst eenvoudige vertrek, waarvan de ramen op het binnen plein uitkomen. Bij dat zwakke schijnsel ver toont zich het gelaat des Keizers zoo smal en ingevallen, alsof men het bjjna met ééne band zou kunnen bedekken. Het heeft echter eeDs uitdrukking van vriendelijke kalmte, zonder eenig kenteeken van de hevige pijneu, welke de overledene in zijue laatste levensdagen had te doorstaan. Er wordt ook verzekerd, dat de doodstrijd wel lang, maar zeer licht is ge- weest en eigenlijk een langzaam insluimeren mag heeten. Over hit lijk ligt eene wit zijden sprei. Roerend moet het afscheid zjjn geweest, hetwelk de Keizer in een helder oogenblik van prins Bismarck heeft genomert, en waarbij bij hem dank heeft betuigd voor zijne aan het vaderland bewezen diensten. Des avonds, toen hij voor een oogenblik uit een aanval van onmacht bijkwam, was hij reeds aan het ijlen, Er heersebt thans vooral bezorgdheid omtrent den toestand der Keizerin, die zich reeds in de laatste dagen slechts zeer moeilijk op de been kon houden, en thans geheel en al ge knakt is. De nieuwe Keizer, Frederik, ontving bet be richt van het overlijden zijns vaders door tus* schenkomst zijner gemalin, welke hem in bet bijzjjn der aanwezige artsen daarvan mede- deeling deed. Daarop trok zich de Keizer voor gernimen tijd alleen teiug en gaf blijk van diepe aandoening, doch naar het oordeel der geneesbeeren bleef dezo gemoedsbeweging zon der nadeel voor zijn toestand. Keizerin Victoria trok z;ch in groote aandoening snikkend in den ittin terug. Den Rijkskanselier en alle staatsministers beoft Keizer Frederik zjjnen dank betuigd voor de aan zijn vader bewezen trouw en verkaard, bij op hun aller bijstand bij zijn zware taak rekent. Daaruit maakt men op, dat het voorloo* pig niet in de bedoeling van den Nieuwen Keizer ligt, verandering in het Kabinet te brengen, In elk geval is het zeker dat Bism»rck in zijn ambt blijft. Buitengewone sympathie heeft het gewekt, dat de Keizer geen bijzon deren volksrouw voorschrijft, maar dit aan het goedvinden van eiken Duitscher overlaat. Dit is voor neringdoeuden van groot belang. Verder heeft de nieuwe vorst dcon weten, dat hij heden morgen van San Remo zen vertrek ken. Zondag avond wordt hij te Cbarlcttenburg bij Berlijn verwacht. Groote belangstelling wekt a'daar bereids de vraag, welke maatregelen er nooóig zijn, om den Keizer nit den salonwagen naar hel paleis over te brfngen bij de thans heersehende ruwe weersgesteldheid. Het verrchuiven der reis tot heden wordt toegeschreven san de maatregelen, welke moeten worden genomen, om den salonwagen zóó in te riohten, als de geneaskundigen ter bescherming van 's Ke'zers gezondheid raadzaam zullen oordeelen. Dr.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1888 | | pagina 1