Me Jaarg. Woensdaa' 27 Juni 1888, VERS C H IJ N T D A G E L IJ K 8. Slflpwn <®üer^ï£ht. Bureau: Boterstraat, 3 9. duitschland. <Vl« Prijs van dit Blad: Schiedam per 3 maanden ƒ1.50 r*nco p. post door geheel Nederland 2. Wonderlijke Nomwers 0.05 ■■■.Aïïmm Prijs der A.dvertentiën: Van 16 regels/0.60 Elke gewone regel meer 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. zich tegen 1. Juli °P clit hlacl ahonneeren, Va*igen de tot dien da- verschijnende num- ^ratis. e Rijksdag. den 31en Maart 1871, toen keizer d voor het eerst in den Rijksdag op- rt 'dkelm *"9.(1 V, '"Vi "Ot ÜCIÖU AU va OU rnjaouwg ojj- Dxjit i!eft ZU^ eene ple°htige uiting van het Vjtj. i 6 rÜk als gisteren in de Witte Zaal i ^6t lrnv*;_i v..-. i 'ad. T}6 ^H'oklijk slot teBerlijn, niet plaatsge- AeiZer;^ ^aterdag-avond waren de Keizer en p.1' die alsnog in het marmeren paleis k dam vert,.„„™ ^amen I kagtii""""311 naar Berlijn reden. Twee kom- van de koninklijke lijfwacht wachten «H Vertoeven, van daar afgereisd en ZÖ omstreeks 73/* uren Per stoomboot biet ~llClttenkurg. Aldaar stond een rijtuig 'lei paarden gereed, waarmede Hunne Pagr'.aiten naar Berliin r kan de Siegesailee op en gingen hen van diy v°°raf te midden van de tallooze menigte, to6jui^ nieuwe kaizerspaar met geestdrift 'fren had de plechtige opening van den St;tr a" plaats. Vooraf werd in den prote- ehen Dom, in de katholieke St. Hedwig «etleltl de slotkapel van het keizerlijk paleis de 'j^0(isdienstoefening plaats. De Keizer met WooJ'^in en verdere vorstelijke personen dejj ^6n den dienst in de slotkapel bij. Uit kapefr°°ten aehthoekigen koepel bood de den -6ea 00Sverblindend gezicht. De wan- haQp veelkleurig marmer, versierd Ar^teci^ '^^dderingen op gouden grond. altaar n s:ckittert het van goud stralend den 2 '"',Qr ^twelk de Luthersche geestelijken p-PU Van den Allerhoogste voor Keizer lJ afsmeekten. tVe^j 8°dsdienstoefening gingen alle aan- ^aa>tgeri *n afatigen optocht naar de Witte da» Waar intusschen de leden van den Rijks- en B°n^Vaad en alle genoodigden hunne hij S6n ^addeu ingenomen. De naar binnen d 6ade zonnestralen op den prachtigen zomer- Hiff ^9^en ^fff0 Zaal in al hare pracht to„j ?ren* 8rondtoon van alle architec- sche versieringen in deze zaal is het zui- *a*m tk wit, waaraan de localiteit dan ook haren lta 0 "Beent. Slechts hier en daar werd die S wit afgebroken door de rouwkransen. ^aan, keizer Frederik's afsterven herinneren. inaa°°r. d0 herhaalde stooten van den hof- ~W0l.!*ebalk met zijn gouden staf op den vloer de nadering des Keizers aangekondigd. Opeens gaan de groote vleugeldeuren der zaal open en als een van goud stralende wolk stroomt de vorstelijke stoet naar binnen. Eerst verschijnt een zwerm gegalloneerde hofbe ambten, achter hen komen de lijfgarden, kerels als boomen dan verschijnen de ministers, op gouden en zilveren kussens de rijksinsigniën dragenderechts en links door garde-officieren met ontbloot zwaard begeleid; eindelijk ver schijnt de kern een afzonderlijke groep van meerendeels bejaarde heeren, gehuld in pur peren mantels,: welke ter hoogte van het hart met een zilveren ster zijn geborduurd in hun midden ziet men een jeugdig persoon, op dezelfde wijze gekleed, maar met een gouden ketting, die op de borst afhangt, daarenboven getooid. Het is de Keizer met de Duitsche bondsvorsten de groothertog van Baden, de koning van Saksen, de prins-regent van Beieren, kortom alle vorsten, die niet zooals de Koning van Wurtemberg door zware ziekte_werden tei uggehouden. Statig treedt de vorstelijke stoet de zaal binnen, terwijl alle aanwezigen opstaan. Aan de lange zijde der zaal ten oosten verheft zich de half met floers bedekte troon met purperen treden, waarop de Keizer plaats neemt; boven zijn hoofd welft de met goud gestikte baldakijn, waarop de rijksadelaars zijn geborduurd, terwijl rechts en links daarvan de rijksbanier en fcet ontbloote rijkszwaard, door wit gebaarde generaals gedragen, zich verheffen. Naast den keizerstroon is op een zetel van purper satijn de Keizerin gezeten, gekleed in rouwgewaad van zwart wollen stof met een gouden keten om den hals en het schoone blonde haar in weelderige lokken golvende. Vóór haar staat de z sjarige Kroon prins, een flinke 1 londe knaap in zwarte jongenskleeding. In een reusachtigeu halven cirkel zijn de Duitsche vorsten en de niet regeerende Duitsche prinsen bij den troon ge schaard, in wier midden zich als het hoog ste punt de gestalte des Keizers verheft. Tegenover de vorsten vormen de meerendeels in het zwart gekleede Rijksdagleden een breede groep aan de uiteinden der zaal zijn schitterende tribunes opgericht, waarop het diplomatieke korps en hooggeplaatste dames in rouwgewaad zijn gezeten, daar tusschen ziet men nog de ridders der Johanniter- en Zwarte Adelaar-orde, in ouderwetsche mantels gehuld. Plotseling werd het doodstil in de zaal. De jonge Keizer, die er zeer bleek uitzag, nam den helm van het hoofd en stond op, terwijl Bismarck, die in zijn witte kuras siers-uniform een vrij lijdend voorkomen had, hem met eene kleine buiging het keizerlijk exemplaar der troonrede, in fluweelen band besloten, overhandigde, Naast von Bismarck zag men de magere gestalte van den maar schalk von Moltke De Keizer drukte Bismarck hartelijk de hand, waarna Bismarck die des Keizers kustte. Te midden van de grootste spanning begon keizer Wilhelm eerst met eenigszins havende, maar weldra met vaste en duidelijke stem de troonrede te lezen, ter wijl hij zich nu eens tot de Duitsche bonds vorsten dan tot de Rijksdagleden wendde. In de Troonrede wordt in de eerste plaats gewezen op de beide zwaarwichtige sterfge vallen, welke zoo kort achter elkander op den troon hebben plaats gehad. De Keizer, wien grootvader en vader tot voorbeelden zullen dienen, is vast besloten den weg te bewan- dèlen, waarop zijn grootvader het vertrouwen der bondgenooten, de liefde des volks en de welwillende erkenning van het buitenland heeft, verworven. De taak des Keizers ligt in de militaire en politieke beveiliging des Rijks, het waken over de ten-uitvoer-legging der rijkswetten, op de eerste plaats die der grondwet eo de wetten, welke zij waarborgt voor de wetgevende lichamen der natie en eiken Duitscher, voor den Keizer en de vorsten der atzonderlijke Staten. De Keizer maakt in haar vollen omvang de Boodschap van 17 November 1881, betreffende de Verzorging en bescherming der arbeidende klasseD, tot de zijne. Het is noodzakelijk dat de staatkun dige en maatschappelijke ontwikkeling langs wettelijken weg tegen alle ondermijnende strevingen met beslistheid optrede. De Keizer wil vrede met iedereen zijn liefde voor het leger zal hem nimmer in verzoeking brengen, de wel daden des vredes in gevaar te stellen, zoo'ang de oorlog niet wordt opgedron gen; want aanvallende oorlogen zijn het hart des Keizers vreemd. Duitschland heeft noch behoefte aan nieuwen krijgsroem, nog aan veroveringen. De Keizer houdt vast aan het verbond met Oostenrijk als zijnde de grondslag van hst staatkundig evenwicht in Europa en welk verbond op historische basis rust. Dezelfde historische betrekkingen en nationale belangen verbinden Duitschland met Italië. Dit ver bond maakt het den Keizer tot zijne bevre diging mogelijk de persoonlijke vriendschap met den Keizer van Rusland en de sedert honderd jaren bestaande vredelievende be trekking met Rusland aan te kweeken, welke persoonlijke gevoelens des Keizers overeen stemmen met het nelang van Duitschland. De Keizer wijst met vreugde op de goede betrekkingen met de buitenlandsche mogend-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1888 | | pagina 1