12e Jaarg. Zondag 13 en Maandag 14 Januari 1889. No, 3283.
een
M dit tafflerleiort
v.«dmll"ÏS: nlLJT^, t"
«s rog *°er gosd d»'
St fn 1: In -het geval dat de
VERSO H IJ N T I) A G E I, IJ K S.
VlRmeen <®ü«prcht.
Bureau: Boterstraat, E, 3 9.
Prys T»n dit Blad:
Voor Schiedam per 3 maanden 1.50
Af!üCÜ P'P°8t doorgeheel Nederland 2.—
aderlijke Nommers 0.05
Prijs der Advertentiën:
Van 16 regelsƒ0.60
Elke gewone regel meerO.TO
Voor herhaalde plaatsing worden billijke
overeenkomsten aangegaan.
WdzakS'"de SC^,andaal in FrankrÖk, dat
sidentr r scho°^oon van den ex-pre-
ook Itat 7 •V°0r Zi)'ne rekeniDg teeft. schijnt
gewent ferig g6maakt te bebb»- Bxj
k dl Ïn a d6r, St6mminS de militaire
1 J:°; d? minister oorlog ver-
Mattel,tegeutetnoel affVaardigde> geaer^
het minste v stemmen, omdat hij niet
administratie W !.°uwen 8telt in de militaire
trekt 16r 6erlijkheid hiJ twijfel
dagblad staaltjes verteldT TerSchijnend
komen wetti Jn T dl6 Z1JD tw«fel vo1"
unC fd6 offi0 WÖrd °- a—
gevoerd «iT offioierea van het leger in-
van er'twe °m zekere teveracciers, waar-
Vet te mesten V°nrUltgeWaarBchuwd werd0n>
49 millioen lire '*lnister van 00rl°g vraagt
geweren, ofschoon het'Tt^
'toogenblik in de arsenalen ugTren' °P
ter is Hav. i, t arsenalen voorhanden, groo-
't veld kunnen8 manschaPPen> die in
wordt rutt V H r W°rden- Het le8er
de minister6 g6,W6ren Slapend, hoewel
A1 i «"«SM worden,
heter aan W US m zee ^eworP0D> het ware
hesteed 9 onderricht der manschappen
Op
■Mattel zijn^J^11 deze feiten meende generaal
ministerie te l'?UWen aan bet tegenwoordig
militaire afKevaa6^0n^0uden' de andere
Daarom verlieten ^den denken zoöals hij.
Vergaderzaal. Hu i?Öj V°°r de stemming de
thJven en tegen te d<m m°ed te
tengevolge nn mmen> doch werd dien-
neraal laakte
non-activiteit gesteld. De ge-
het Land, maar ^-1°'A°nS de verdediging van
van niet toestaan11 .0.openbaarmaking daar
voor zjjne kiezers tenV^ Kam6r 611
heeleLand daarover spreken.00" gÖ"
-SCtldr6 af«evaardigden hebben reefi
interpt;Z'vT™"
in deze n ministerie zou licht willen
of f« e generaal zou uitgenoodigd zijn
«f dl™!6 Z^nÖ Verklaringen te logenstraffen';
ZJl kewfen te leveren van hetgeen hi
tügingen a Z0U.Zljn de waarheid, zijner aan-
vii i V b6W1JzeD' zou bÜ voor een raad
tuoht worden geroepeDj
In afwachtting, dat meer licht in deze zaak
zal worden ontstoken, is weer een nieuw schan
daal aan de orde. In het provinciaal bestuur
van Napels zijn ernstige misbruiken en op-
lich terij in het groot ontdekt. Men spreekt
van een te kort van verscheidene millioenen,
van frauduleuze beslissingen enz. De Regee-
ring heeft een Onderzoek ingesteld, waarvan
de uitslag zeer ongunstig is geweest. Crispi
heeft bij koninklijk decreet den provincialen
raad reeds ontbonden, getuigt in zijn rapport
aan den Koning van groote verbittering, con
stateert het gepleegde bedrog en beschuldigt
de meerderheid van den Raad, waarin hoog
aangeschreven politieke personen zitting heb
ben. Een sensatie-proces schijnt onvermijdelijk.
Ook de zaak Mattei zal nog wel gevolgen
hebben, ofschoon de Regeering ze tracht te
voorkomen. Deze schandalen geven een ge
trouw beeld van de eerlijkheid van het eene
Italië. De uitvoering van talrijke misbruiken
was een der voorwendsels waarmede Piemont
den roof der verschillende onafhankelijke
staten trachtte te vergoeilijken. En thans
worden ze op groote schaal gepleegd!
In de Corresp. de VEst hangt een hoog
geplaatst Turksch ambtenaar te Monastir
een treurig tafereel op van den huidigen
toestand van het Turksohe rijk, vooral van
den toestand in Macedonië, die met den
dag ernstiger wordt.
De misbruiken van allerlei aard aldus
schrijft genoemde ambtenaar door de bey's
van het land gepleegd, brengen het volk, dat
overigens zoo laidzaam is, tot het uiterste
zoodat het te vreezen is, dat den een of ande
ren dag door de opgewondenheid der gemoe
deren een cataclysme wordt in het leven
geroepen. Vooral is het te betreuren, dat de
bey's altijd door de Turk^che autoriteiten
worden beschermd en dat zij meermalen een
directen steun ondervinden van de zijde der
functionnarissen van den Sultan. Onwillekeu
rig wordt men herinnerd ian wat twaalf jaar
geleden in Bulgarije plaats had. De toestand
der gemoederen is dezelfde en ik acht het mijn
plicht hierop te wijzen, alvorens het te laat is.
»Niemand gelooft hier, dat de Sultan kennis
van dezen stand van zaken heefu Men ver
bergt de waarheid, want men vreest waar
schijnlijk, dat hij de ware oorzaak van dezen
toestand zal leeren kennen. Niets wordt
ontzien, de vrouw, de dochter, het privaat
vermogen van den ongelukkige, alles is aan
de genade van den bey overgeleverd, die er
gebruik en zelfs misbruik van maakt, zonder
dat de ongelukkige boer eenige bescherming
kan vinden, of recht erlangen. Zij die den
moed hebben, verzet te plegen, worden in de
gevangenis geworpen. Men kan zich geen
denkbeeld vormen van het verval van zeden
en de anarchie welke hier heerschen. Giabir-
Efiendi, hierheen gezonden om een onderzoek
in te stellen, zou alleen een juiste schildering
kunnen geven van den toestand des lands.
„Laten wij hopen dat bij er den moed voor
hebben zal. Hij zou daardoor een feitelijken
dienst bewijzen aan zijn vaderland en misschien
aan geheel Europa, want zooals ik in het begin
van mijn brief gezegd heb, k&n de tegenwoor
dige staat van zaken niet altijd voortduren.
Het volk dat zijn geduld verloren heeft, zal
op den een of anderen dag naar de wapenen
grijpen, om zich te verdedigen.
Dit zou het sein wezen voor een algemeenen
opstand en een revolutie in Macedonië zou
het geheele Oosten in vuur en vlam kunnen
zetten. Misschien is het nu nog tijd verbe
tering aan te brengen in een toestand, die
noodlottig zal worden, wanneer men de zaken
haar gang laat gaan."
AFRIKA.
Eene dépêche aan de Times uit Zanzibar
bevat tijding van 11 November uit zuidelijk
Nyanza-land. In October zwoer Mwanga,
koning van Uganda, den dood aan al zijne
Arabische lijfwachten hij wilde hen van hon
ger doen sterven op een eilandje in het meer,
doch de manschappen, van dezen toeleg on
derricht, weigerden zich in de vaartuigen te
begeven, keerden terug en grepen het paleis
aan. Mwanga vluchtte, maar werd door de
Arabieren gevangen genomen, die nu zijnen
oudsten broeder Kiowa op den troon ver
hieven. Toen echter Kiowa de voornaamste
ambten aan Christenen schonk, stonden de
Arabieren weder op, vermoordden vele der
nieuwe ambtenaren en schonken hunne plaat
sen aan Muzulmannen.
Vervolgens hebben zij al de Engelsche en
Franscbe zendingsposten overrompeld en ver
brand, en vele bekeerde inboorlingen gedood.
Al de zendelingen zijn ontsnapt en behouden
te Usambiro aangekomen. De Arabieren heb
ben tot Mackay, te Usambiro, eenen honen-
den brief gericht, waarin zij zich beroemen
op hunne overwinning te Uganda en voor
spellen, dat heel het zendingwerk in Centraal-
Afrika zal worden uitgeroeid, als weerwraak
wegens de Engelsche politiek tegen den sla
venhandel. Uganda, verklaarden zij, was thans
een Mobammedaansch koninkrijk geworden.
AMERIKA.
Uit Ottawa wordt geseind, dat een Chinees
met name Monghow een onderhoud heeft
gehad met een der leden van de Canadeesche
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT.