12e Jaarg. Zondag 31 Maart en Maandag 1 April 1889. No,t|3348. Jljitjmer Moort een Bpoepe; tzz - VERSCHIJNT D AC lil. IJ HL». Het Regentschap. IMgqmeeit (Süfpcht, Bureau*. Boterstraat, E, 3 9. NIEUWE SCHIEDAM COURANT Brij» van dit Blad: ^°or Schiedam per 3 maanden.. /1.50 r*öcop. post door geheel Nederland 2. Wonderlijke Nommera 0.05 Prija der Advertentiën: Van 16 regels/0.60 Elke gewone regel meer0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. zak*9 0nvermadelijk6 maatregelen, die in Y f den treurigen toestand, waarin het 2iekt r^an(^ ^°°r 'S "^cn'n£s langdurige h Ki9 moesten genomen worden, 3011 deze week een begin van uitvoering regen. De hoofden der ministerieele de- Mrtementen, in rade vereenigd, hebben ver- aard eenparig van oordeel te zijn, dat Z. onze geëerbiedigde en beminde Koning it oogenblik niet in staat is de regeering aar te nemen, en hebben van deze ver- aricg officieel kennis gegeven in de zitting ®r Tweede Kamer op Dinsdag jl. 6 Ivaad van State, volgens art. 38 der ^rondwet door de Ministers van hunne be- o ing in kennis gesteld, heeft den 27n Maart Ra <7 vere's°llt advies uitgebrachten de kra\h TaU ^Wisters heeft dientengevolge, Stat 7S art^' en der Olrondwet, de en-Generaal in Vereenigde Vergadering ^jeengeroepen tegen Dinsdag den 2n April Va S 'iT 6r e'nde de grondwettelijke verklaring dat J a" b°?ge re?eeringscollege uit te lokken, 0 Koning buiten staat is geraakt de re- Ve k7' Waar nemen. Het is alleen deze hed a?g' We^e ln de huidige omstandig- jjj racht van wet heeft en over verdere dan r^®e^en za'- heslissen. Wordt zegegeven, dat o7r ZB Terva^ worden in een besluit, Grondwetta^ den in art* 108, 2e lid' der der Eerst ng6Wezen voorzitter (de voorzitter °P den da» .aXner^ w°rdt afgekondigd en dat Verkeerde a!kondi8ing inwerking treedt. Vóór t" eQ nU den toes^and van zaak .n"1 Jaren goeden, dan zou verder de 41 de aan» 3 86ns Grondwets-artikel dellijk zjjne f7Z?D ®e8ent en kon dan onmid- geheel anders. \yaanvaarden 5 thans is het 2n Augustus 1884 g de yan den Regentes benoemd voor ]f' dö Konïngin tot opvolging van prinses ^..g6yal der troons- minderjarigheid, maar niet 77 V* ■waarin wij nu verkeeren, nl. dat - geva wt» i, gmM In Ut e tn worden op de wijze in art. 37 der flwndmt b.p..ld, d. w. z. bij eene wet ozer b« de stalm.GM He Grondwet voorziet in (W0 ,-i omstentenis van een aangewezen Regent Zij - bepaalt in art. 45, 2e lid, dat het koninklijk gezag wordt waargenomen door den Raad van State, zoolang de regent ontbreekt of afwezig is, maar verplicht tevens dat hooge Staats college binnen eene maand na de aanvaarding der waarneming van het koninklijk gezag een wetsontwerp in te dienen om in het Regent schap te voorzien. De bedoeling van den wetgever in deze materie is zeer duidelijk bij wilde voorkomen, dat het koninklijk gezag langen tijd zou uitgeoefend worden door een college, dat door zijne eigenaardige samen stelling niet dien waarborg kan geven van boven de partijen te staan, welke men van een Regent terecht mag verwachten. Als men dit in 'toog houdt, dan moet ons gewis zeer ongeloofwaardig voorkomen een be richt door een der Haagsche bladen ver spreid, als zou het in de bedoeling der Regee- ring liggen, de indiening van een wet op het Regentschap zoolang mogelijk uit te stellen en daarna de behandeling van dit ontwerp eveneens, ten einde de moeilijkheid te ontgaan wie tot Regent of Regentes zou benoemd worden. De Regeering, die gehouden is de Grondwet in den geest van den wetgever uit te voeren, zal gewis meer regeeringsbeleid toonen en zich niet overgeven aan eene politiek, die zoozeer in strijd zou zijn met de bedoeling der Grondwet en den geest van ons monarchaal bestuur; immers, wekt van den eenen kant zulk een college als de Raad van State niet de sympathie, die den vorsten bij de uitoefening van hun gezag zulk een krachti- geD steun biedt van de andere zijde strijdt het vooral met het monarchaal beginsel van ons éénhoofdig bestuur, dat een corporatie van 12 personen langen tijd het koninklijk gezag in ons Land zou uitoefenen. Zoowel van de Regeering als van den Raad van State en de Staten-Generaal mo gen wij beter verwachten en vertrouwen, dat de zaken den meest grondwettelijken loop zullen hebben dat binnen een minimum van tijd een wet op het Regentschap zal worden ingediend, en dat ontwerp onmiddellijk door de JStaten-Gene- raal in behandeling zal worden genomen, zoo als bljjkbaar de bedoeling der Grondwet is. En die wet moet niemand anders tot Regent(es) benoemen dan H. M. de Koningin, die immers bij onverhoopt overlijden van 2. M. den Koning onmiddellijk als zoodanig zou optreden. De continuïteit van het gezag vordert dat. Wellicht zouden er bezwaren kunnen komen van deD kant van Hare Ma jesteit-zelf maar, Vrouw van zeldzame veer kracht als Zij is, zal Zij gewis aan de moei lijkheden het hoofd weten te bieden, en met diep besef van Haren plicht, in het belang der Dynastie en van het Vaderland de Regeertaak aanvaarden, als Zij zich daartoe door den nationalen wensch ziet geroepen. Alles te samen vattende, meenen wij dus met grond te mogen vertrouwen, dat binnen kort H. M. de Koningin als Regentes zal op treden. Het Regentschap in IiUxembnrg. Door de langdurige ziekte van den Ko ning-Groothertog lijden ook de regeerings- zaken in het groothertogdom Luxemburg groote vertraging. Daarbij komt, dat wanneer in Nederland officieel verklaard wordt, dat de Koning buiten staat is geraakt de regeering waar te nemen, hij ook geacht moet worden niet meer in staat te zijn, het bestuur over het groothertogdom te voeren. Dientengevolge moest men ook in Luxemburg op de instel ling van een Regentschap bedacht zijn. Deze zaak wordt daar te Lande minder door de Grondwet dan wel door het Nas- sausche familieverdrag van 1783 geregeld. Wijl dit verdrag nog in den tijd van het be staan van het oude Duitsche rijk gesloten is, toen ook Luxemburg nog tot dat rijk behoorde, bevat het de bepaling, dat de naaste agnaat, alzoo in dit geval de hertog van Nassau, van rechtswege regent is, doch onder goed keuring des Keizers. Alzoo zou volgens de letterlijke bepaling van dit verdrag de goed keuring van den tegenwoordigen Duitschen Keizer moeten gevraagd worden, welke zeker met het oog op de verbeterde verstandhouding tusschen het Huis van Hohenzollern eu dat van Nassau niet zou geweigerd worden. Doch het is de groote vraag of deze bepaling thans nog kracht van wet heeft. Luxemburg behoort immers niet meer tot den Duitschen bond en is eene geheel zelfstandige Staat geworden. Wellicht zou het nog het beste zijn, de goedkeuring te vragen, bij nota's, van de"mogendheden (waaronder ook Duitsch- land) welke bij bet tractaat van Londen da neutraliteit van Luxemburg gewaarborgd hebben. Op deze wijze zou de klip zeer goed omgezeild en vermeden worden, door bet vragen van de goedkeuring vanDuitsch- land alleen,^een precedent te stellen, dat ge vaarlijk kon worden voor de toekomst. Hoe het ook zij, deze kwestie schijnt in de tegenwoordige omstandigheden geen bezwaar op te leveren. De hertog van Nassau, Don derdag-avond uit Weenen vertrokken, is gisteren op zijne villa Königsinn te Frank fort aangekomen, waar hij heden eene bijeen komst zou hebben met den Luxemburgschen minister-president, de beer Eischen. Hij houdt

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1889 | | pagina 1