SStSLS
BIJVOEGSEL
wïS»?2f°ptechDiEeh gebied i8
behoorende bg de
Van 31 MAART en 1 APRIL 1889.
DE BRANDERIJSCHOOL
van
taar
In
eenar^T?r ^?.mm'ss'e ia zake de oprichting
tot In n ffCh001' werdhet volgende adres
01 den Raa3 dezer gemeente gericht:
Aan
den Gemeenteraad van Schiedam,
noemdaV6rga nring .Tau 26 October 1888 he-
ondfli-7 ü8n- Oommissie met opdracht om een
van 6'i1Uj. 8teben onder toekenning
prakt kredi8t Tan f50°-naar de
cener -u ?dvoerbaarheid der oprichting
tische nri. voorde theoretische en prak-
®aad ?P'eioing van branders, en om Uwen
"Ï0 wnrtrmfplla** j:. i__i.
voorstellen te doen, die zij in het
eer zich hierbij
'ans a ie uoen
D 8 «er zaak geraden acht.
^mmissie heeft de
taak te kwijten.
tot J! 7e!§adering van 25 Januari 11. benoemde
dANsE°ÏZltter der Oommissie den heer L. W.
heer6^ k°D3 voorloopig secretaris
k6ar EEMB en penningmeester
den
den
_a met de haar verleende
led"* 7" b95l0°t ze eenparig, zioh dadelijk
alc»Br0a assnffieeren, en koos daarvoor met
Br t60w "*emmen ^0 heeren J. J. G. Nolet,
c'ïC TnNHniS' O. M. C. Dresselhüys
hehhUeoqt, welke de benoeming
Q0 aangenomen. De aldns uitgebreide
tot seirltario haar eerste vergadering
n]BBi 8 den beef De Gboot en tot zijn
varvanger den heer Den Breems.
eenple\ yeascbelijkheid en noodzakelijkheid
van "raa,Iergscbool bestond geen verschil
dat d<fCV i60," leden waren overtuigd,
hun »„?0i branders geen grondige kennis van
is vn eez^tton, en dat die kennis toch noodig
van b°r+ instandhouding van hun middel
wijn e an*De omzetting van granen in mout-
van LJl enepcoling bestaat uit een reeks
kundio* ln865vikkelde, nauw luisterende schei-
de nrakr-? Dattmrknndige processen. Nu moge
ben zona aan.d0 branders veel geleerd beb-
tische w een*8e twijfel is ook een theoie-
ste a .ea8°happelgke opleiding van 't groot-
vakkHrle,• ^CBder die is een degelijke
t°t de ?180nmo8eii)k;mètdiekan de nijverheid
gebracht°0ip8t .mo8eilJk0 ontwikkeling worden
snnlia» ln den tegenwoordigen tijd van
dkenn u 0,11118 een levensvoorwaarde voor
concnr J6!6 ld' Ooze bniten- en binuenlandsche
ea verh»11 bebbe» dit reeds lang begrepen
Wetenaoko^011!8!0'1 soms uitstekende
bobben in ^f0i hulpmiddelen. Onze branders
*°t bun olaatstu jüren de gevolgen daarvan
0ononrra«I°0 t 80bade ondervoeden. Sommige
Üjk uitffehrn'a bnn productie ontzagge-
ïaambefnn ,erwÜl onzo fabrieken de werk-
bolangriife <T°a wn beperken en zelfs voor een
bijv. aan de liat8esloopL Mea denke
renten bed; i Tan vele onzer concur-
et> verdrinet ifiou86^ hoogeren prijs
rende wijze. w„j ®min de onze op onrustba-
®r sedert kort lIjn 0Bkele'onzer fabrikanten
te verbeteren, doch 0 gd' de belangrijk
lang nog niet, waar °Jer 4 algemeen is men
zou men met een wet™ P"52011 moet,onzeker
m veel korter tijd veel tp, ppeUike opleiding
kregen hebben. Eu gezeod if^'fkomsten ver
te worden, dat hier tijd „af nauwelijks
dergelijke omkeeringen in elke lat 18 ea dat
beid zich zullen blijven voerdoek ver-
,o1l0r1-lprake kwam of onze industrie nlh; ia
gelgken tred met de weten^chan -
D.iet, nu gebleken is, dat onto «J;aat' voc.ral
vien èn Weener-gist èn SeSÜ-T1''
«oo maken en den laatste*tijd de3-
d«nwwang^kfh°0gere ««ktwaarde bezitdan
F» we spiritus.
Ook werd de vraag behandeld, of de premiën
van uitvoer en de invoerrechten van andere
lauden onze nijverheid niet te gronde zonden
richten, zelfs al werd ze gesteund door de we
tenschap. O k daarop antwoordt de meerder
heid der Commissie ontkennend; zij meent,
dat bij voldoende vakkennis aan de levensvat
baarheid oczer industrie niet behoeft getwij
feld te worden en dat juist de belemmeringen,
die de buitenlandsche wetgeving ons in den
weg legt, ons tot grooteren ijver moeten prik
kelen en vooral in een grondige vakopleiding
een tegenwicht kunnen vinden.
De Commissie heeft desniettemin met alge-
meene stemmen uitgesproken de wensohelijte-
heid en noodzakelijkheid eener branderij school.
Overwogen is, of soms wettelijke bezwaren
tegen 't nemen van proeven zouden bestaan.
Eenparig is de Commissie van gevoelen, dat
dit niet 't geval is of dat ze althans uit den
weg kunnen worden geruimd.
De Commissie meent eenstemmig, dat de
oprichting eener branderijsohool door de ge
meente in de gegeven omstandigheden hoogst
wenschelijk is. Van weinig zaken kan men
met zoo volle recht zeggen, dat ze zijn van
algemeen belang. Os ze stad leeft zoo goed als
geheel, rechtstreeksch of middellijk, van de
brandergen. Kwijnen deze, dan kwijnt de ge-
heele staddan gaat ook de waarde der pan
den achteruit en verminderd de opbrengst der
plaatselijke directe belasting de gemeente heeft
dus zelfs een onmiddellijk belang bij den bloei
der branderijen.
Nu zou de vraag kunnen geopperd worden,
of een dergelijke inrichting niet beter door
particulier initiatief te stichten ware. Vóór
2t/s jaar zijn daartoe door het Departement
Schiedam der Nederlandsche Maatschappij ter
bevordering van Nijverheid ernstige pogingen
aangewend, die echter op het financiëel be
zwaar schipbreuk geleden hebben. Op deze wijze
is dus gebleken, dat het goede doel niet te
bereiken was.
Daar komt bij, dat de gemeente in de Hoo
gere Burgerschool en het laboratorium hulp
middelen voor de branderijschool bezit van
groote waaide, die zonder noemenswaardige
verhooging van kosien het beoogde doel reeds
voor een belangrijk gedeelte kunnen doen be
reiken.
Wat de wijze van uitvoering betreft, meent
de Commissie in de eerste plaats, dat voorloo
pig geen speciaal onderwijsaan brandersknechts
behoort gegeven te worden. Hoofdzaak is, dat
de industrieelen zelve hun vak grondig ver
staan zij znllen dan in hun fabrieken aan
de werklieden de noodige aanwijzingen moeten
en kunnen geven, doch de leiding der werk
zaamheden in eigen handen moeten honden
Later zal de ondervinding leeren, in hoeverre
cok onderricht aan brandersknechts wensche
lijk en uitvoerbaar is. Ook over dit punt
bestaat geen verschil van gevoelen.
Met aigemeere stemmen besloot de Com
missie, dat de vakschool behoort te bestaan
uit
A, een theoretisch gedeelte, te geven
in de Hoogere Burgerschool met behulp
van het bestaande laboratorium en toe-
gangelijk voor hen, die bezitten het diploma
van toelating tot de 4de klasse eener Hoogere
Burgerschool met vijfjarigen cursus of van
een daarmee ongeveer gelijkstaand examen.
B. een inrichting voor practisch onderwijs,
onder leiding van een gediplomeerd techno
loog en toegankelijk voor hen, die A met
vrucht hebben gevolgd.
De Commissie is tot dat besluit gekomen,
in de eerste plaats door het verlangen om
met de minste kosten het meeste te bereiken;
voor de hand lag dus om de reeds bestaande
hulpmiddelen zooveel mogelijk te gebruiken.
De eisch van toelating tot A is gegrond
op de overweging, dat een goede en voor alle
leerlingen gelijke onderlegging hoog noodza
kelijk is voor een vruchtbaar voortgezet on
derwijs en de beginselen van schei- en natuur
kunde, zooals die in de 3de klasse der Hoogere
Burgerscholen onderwezen worden, een ge-
schikten grondslag leveren om op voort te
bouwen. Van zelf spreekt, dat't onverschillig
is, waar of de geëischte kennis is opgedaan,
maar ontbreken mag die in geen geval. Ook
in dit opzicht be3taat bg de Commissie geen
verschil van gevoelen.
Als overgangsmaatregel, geldend gedurende
3 jaar, behooren eohter ook te worden toege
laten zij, die een examen hebben afgelegd,
waaruit blijkt, dat ze met vrucht het onderwijs
zullen kunnen volgen.
Het onderwijs behoort in hoofdzaak te om
vatten de kenuis van de grondstoffen en
producten der branderijen
de theorie van het monteu, het beslaan, de
gisting en het distilleeren
de praotische onderzo-kingen, die op dit alles
betrekking hebben voor zoover het laboratorium
daarvoor geschikt is.
De eisch van toelating tot B is weer gegrond
op de overweging, dat zonder behoorlijke
voorstudie dit gedeelte niet met vrucht kan
worden gevolgd. Die eisch kan natuurlijk niet
worden gesteld, zoolang A niet eenigen tijd
gewerkt heeft. Als overgangsmaatregel, geldend
gedurende 3 jaar, behooren te worden toege
laten zij, die ook A volgen.
Yan groot belang voor de ontwikkeling onzer
nijverheid is dit gedeelte B, het proefstation.
Aan het hoofd moet staan een gediplomeerd
technoloog, een mun van wetenschappelijke
vorming, doch tevens practisch ervaren in
branderij zaken. Hooge eiscben moeten hem
gesteld worden van werklast, toewijding,
scherpzinnigheid. Hij moet al zgu tijd en al
zijn krachten geven aan zijn betrekking en
mag geen andere bezoldigde bekleeden. Hij
moet zich op de hoogte hoaden van de vor
deringen der branderijweteoschap en trachten
die dienstbaar te maken aan onze fabrieken.
Onder zijn leiding moeten de leerlingen nun
vakstudie voltooien. Hij moet worden de vraag
baak der Sohiedamsohe industrieelen. Hij moet,
tegen een vaste, matige vergoeding aau de
gemeente, voor de njjveren onderzoekingen
doen van grondstoffen en producten en hun
adviezen geven. Zgu salaris zal in overeen
stemming moeten zijn met deze eervolle, maar
hoogst moeielijke en ee& groote verantwoor
delijkheid meebrengende taak.
Overweging verdient, hem een gedeelte van
genoemde vergoeding te doen genieten.
Om het onderwijs voor allen bereikbaar te
makeD, behoort het schoolgeld matig te zijn.
De Commissie raamt de kosten van A op
hoogstens f500.—, die van B, daaronder be
grepen huur en inrichting van een afzonder
lijk lokaal, op ongeveer f 1000,— en het
salaris van den technoloog op f2500.—.
De gebeele inrichting zal dan nagenoeg f 4000
's jaars kosten, te verminderen met de op
brengst van het schoolgeld en de onderzoe
kingen en adviezen, welke op flOOO.— kan
worden geraamd.
Enkele leden, hoewel voorstandera van B,
meeuen, dat de gemeente te ver gaat, als ze
ook dit gedeelte opricht. Ze zijn van gevoelen,
dat de kosten te hoog znllen loopen en dat
de industrieelen zelve, geholpen door een ge
meente-subsidie, dit gedeelte behooren te
stichten.
Wat het toezicht betreft, wenscht de Com
missie eenparig A te brengen onder de Com
missie van toezicht op het middelbaar onder
wijs. De nauwe betrekking van A met de
Hoogere Burgerschool maakt een andere regeling
niet wel mogelijk,
I Daarentegen cebt ze voor B een grootere
mate van vrijheid en een grooteren invloed
van practiscbe mannen raadzaam, en wenscht
daarom voor dit gadeelte een afzonderlijke
Commissie van toezicht, te benoemen door den
Raad en bestaande uit één lid van het Dage-
lijksch Bestuur (ten einde verband te houden
tusschen dit en de bedoelde Commissie) en
4 wetenschappelijke of praotische mannen.
Sommige leden zonden de voorkeur geven
aan uitbreiding van de bestaande Commissie
van toezicht met een tweetal practici, en wel
ter wille van de eenheid van toezicht op beide
gedeelten.
De vraag of de oprichting eener brande
rij school practisch uitvoerbaar is, beantwoordt
dus. de Lommissiezonder voorbehoud en een
stemmig, bevestigend.
De Commissie vertrouwt hiermede U, zoo
volledig haar dit mogeljjk was, verslag te heb
ben uitgebracht.
Ten slotte heeft zij de eer, op grond van
bet bovenstaande en ter voldoening van Uwen
last, U het volgende voorstel te doen:
Door de gemeente wordt opgericht een vak*
school ten dienste der branderijen en verwante
bedrijven op den voet als in dit verslag is