12e JaarS\ Zondag 1 en Maandag 2 September 1889. No. 3473. JiilitKiiffltr lieioort ei IZV" h" 1°"' VERS0UIJNT dagelijks U7 SCtH°0^ETSDE8at ir/DE T 1878 V dan 2^ ***J% Pweede Kamer is tnt J geslotea de Bureau: Boterstraat, E, 39. Lavigerie16"» ZEm" kartJ'naal menschonteer^ri! jd tegen den Afrika. siavenhandel in A Dr°0r, u -1 f 0-50. Be al, EDE K^MER. fa' a«i .ÏVtC''fa faT' fa .1,,8>».h.la„ wj '""Jd» ook t„„ Japnn T ll'e e- éuiden rafmeen PPdijkep0sitieaan Pry* flit Blafl; I°°r Schiedam per 3 maanden l 0.05 tot tk VanP'nien va11 b0ekh^delaar t0t «kere intentie. Van te"e<Wbocfe ^8tSODtWermeetot ^raad"lagiDgSn 07er bet Sterna l*! der ar fateen stroom vanT atWerP°^gegaan RpfCh °'>derw1jadfcbat00f6Q he«ft dat Vijf! 'ökens berekenin„ T T* gebrackt LTm twee dagen tiiLl Y Sch°olblad derdag en VrijLV^8 ,(verleden week Don- de dicht j reeds 711, r n stroom T Wonderwijs al-", Was f er ParlementairB !I ,86WlJd> en de 0en bij lange na noa Wf prekemdheid Waren het. die 2,,lvg Dlet gesloten. En aai de woordvoerders 7!"®ln hoof*- ^erhouding van lil V berale partij- I A tot 20 kolom W6e 66rete dagen d§en ongeveer dezelfd60 'i ln de volgende deljjhejvviDe gebW. ^^'veÏell bbara^nveeTnm0gei1 V61" PUnten ia eD' dat zich n bad" onbillijk en in strijd'00^68^ reaeb t<3 E° niets n»T,'"L«»<ia wir*' booren kregen, waren over I1'!' Wat wif^ oude afgezaagde phrases, di^T* dezelfde maal zijn herhaald, en die wijl honderd- telsen J'are bij de behandeling deW°l Warea footing opnieuw te vernemen liberalen waren toch fatsno 1 doch f6t °ui hunnl n°u 8 t6 ZljD' evenwel Jö de ai om een blik te doen ol r -lO' PrijB der Advortentiën Van 16 regels0.60 Elke gewone regel meer0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. clubvergaderingen n08 steeds onder de libe lalen heerscht. Hier geldt vooral in waar heid het spreekwoord zooveel hoofden, zooveel zinnen. Het is geen gemeenschappelijke band van liefde, die de liberalen verbindtmaar een gemeenschap van haat tegen „het cleri- calisme, de kerkelijke partijen/'froudt hen 08 samen en doet hen front maken tegen de voorstanders der bijzondere school. Het zelfde verschijnsel kunnen wij evenzeer in menig ander politiek of administratief col lege in btad of Land opmerkenhet libe ralisme blijft zich daaromtrent volkomen gelijk. In hoofdzaak kan men onder de liberale Kamerleden twee hoofdstroomingen of rich tingen onderscheiden. De eene wil van geene toenadering weten, maar hare weigering is op verschillende motieven gegrond: De eene spreker acht het subsidiestelsel ongrondwettig een ander ziet in den schoolstrijd een wereld- strijd waaraan toch geen einde te maken is een derde vreest, dat het wetsontwerp de open bare school zal „leegpompen," en een vierde verwerpt het ter wille van de volkseenheid. Deze richting, voor zoover zij zich bij monde van verschillende woordvoerders in het on derwijsdebat uitsprak, wordt vertegenwoordigd door de heeren De Ruijter Zijlker, Smidt, Lieftinek en De Meyier. Zij vond al aanstonds bestrijding bij de eigen liberale partijgenooten, die betoogden, dat het subsidiestelsel niet tegen de grondwet is, dat de wereldstrijd uiet in den politieken schoolstrijd gelegen is, dat de openbare school niet zal worden leeg gepompt en de volkseenheid niet wordt be dreigd. Deze laatsten vormen de groep der zgn. concilianteo, doch ook zij zijn in hunne be weegredenen tot en hunne voorwaarden voor conciliatie zeer verdeeld. Maar toch het woord conciliatie loopt als een roode draad door hunne gezamenlijke redevoeringenongeluk- igerwijze wordt het bijna onmiddellijk door can of meer „maars" gevolgd. De heeren orgesius, Rutgers en Gildemeester zijn zeer conciliant gestemd, maardan moet de verplichte schoolgeldheffing uit de wet ver wijnen en de financiëele gevolgen voor de gemeenten beter worden geregeld. De heeren {jckmeester, Gleichman en Mees willen even- yaer c°nciliant zgn, maarzij vreezen bo°r bunne 0Peubare school en vragen waar- hee^60' dak zad ondermijnd worden. De mede6n fieldt, Van Houten en Zaaijer zijn zy e- z®er tok conciliatie geneigd, maar den iS° 6n ze^erbaid voor de invoering van eerPbcht. De heer De Beaufort is be- Paai conciliant gestemd, maarhij vraagt waarborgen voor de deugdelijkheid van het onderwijs, opdat het geld dat voor de bij zondere scholen wordt uitgegeven, goed be steed zij. De heer Farncombe Sanders is de conciliatie in persoon, maarhij wil even eens verscherping der waarborgen voor goed onderwijs en de mogelijkheid om, zoo noodig, de Rijksbijdrage aan de gemeenten te ver- hoogen. Zoo loopt als een roode draad door de redevoeringen dezer heeren het woord »con- ciliant", doch op den voet door het onge lukkige woordje „maar" gevolgd. Omtrent één punt stemmen de heeren echter vrij wel overeen de verplichte schoolgeldheffing moet uit de voorgestelde wet verdwijnen, opdat eenerzijds de gegoede liberalen de be voegdheid behouden, hunne kinderen ten koste van alle belastingschuldigen, ook van de voorstanders der vrije school, geheel of nage noeg kosteloos te doen onderwijzen, en men van den anderen kant de oneerlijke concur rentie met de bijzondere school kan voort zetten. Dit punt, waaromtrent de anti-libe ralen niet de minste concessie mogen doen, zal ten slotte de verschillende fractiën der liberale partij vereenigen en hare groote meerderheid er toe brengen, tegen de wet te stemmen. Tegenover de liberale schoolwetsmannen, die onderling zeer verdeeld zijn, maar steeds vereenigd in hun afkeer van de bijzondere schooltegenover deze liberale Kamerleden, die begrijpen, dat het Land den politieken schoolstrijd moede is, en vreezen voor hunne zetels als zij met deze poging tot beëindiging van dien strijd niet medegaan, doch die in allerlei „maars" een gewenschte uitvlucht vinden om hun stem aan dit zoo gematigd schoolwetsontwerp te onthouden tegenover deze zich ten onrechte noemende liberalen, staan in de Tweede Kamer de anti-liberale voorstanders der bijzondere school. Hunne houding bij dit Vijfdaagsch Schoolwetsdebat was in vergelijking bij die der liberalen werke lijk subliem. Zij lieten de liberalen stilletjes praten, mengden zich niet in het debat en alleen als het noodig was, traden de heeren Lohman en Schaepman als hunne woordvoer ders op, om te verklaren, dat zij in geene verdere concessiën konden treden, en zich met het weinige dat de wet geeft, om des vredeswille tevreden zullen stellen. Als bij uitzondering sloten zich ook de heeren Ver meulen en Mutsaers bij het debat aan, om te getuigen, dat de geheele rechterzijde met hare bekende woordvoerders homogeen was. Zoo doende bielpen de anti-liberalen de libe ralen niet in het vermorsen van den natio-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1889 | | pagina 1