12e Jaarg. Zondag 10 en Maandag 11 November 1889. No, 3532.
Bjj dit Knm Bekoort een Bjjntpe
VERSCHIJNT D A O IS L IJ X 8.
Jlupeeu <J0rcpdtt.
Bureau: Bot er straat, E, 39.
Prij» nn dit Blad:
Voor Schiedam per 3 maanden 1.50
Franco p. post door geheel Nederland 2.
Afzonderlijke Nommer»0.05
Prijs der Advertentiën
Van 16 regels0 (50
Elk gewone regel meer/li.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke
overeenkomsten aangegaan.
In een stortvloed van adressen wordt der
Eerste Kamer het verzoek gedaan, het door
de Tweede Kamer aangenomen ontwerp tot
herziening der Schoolwet van 1878 niet met
hare goedkeuring te bekrachtigen. In bijna alle
plaatsen des Lands, waar eene liberale kies-
Vereeniging gevestigd is, worden vergaderingen
helegd en het resultaat der beraadslagingen
is gewoonlijk, dat der Leiste Kamer verzocht
Wordt, het ontwerp-schoolwet niet aan te
Oemen. Bij deze beweging sluiten zich aan
zoowel het neutrale „Nut" als het libe
rale Volksonderwijs." Ja zelfs een der af-
deelingen van Patrimonium (die te Zwolle)
heett gemeend, dat het niet buiten den kring
barer werkzaamheden was gelegen, zich met
deze gewichtige kwestie van den dag bezig
te houden.
Wjj zien hier dus het omgekeerde gebeuren
Van hetgeen in het jaar 1878 plaats had.
•Toen ook openbaarde zich in den Lande ver-
Zet tegen de voorgestelde wetteljjke regeling
Van het Lager Onderwijsmaar de beweging
ging toen uit van de groote massa des volks,
Wier bezwaren tegen de voorgestelde school
wet wortelden in een diep gevestigde gods
dienstige overtuiging, terwjjl de bezwaren der
huidige adressanten slechts de vrucht zjjn
Van een voorbijgaanden waan van den dag,
Zooals wij het liberalisme meenen te mogen
öoemen. Doch behalve in deze zedeljjke be
tekenis verschilt de tegenwoordige adres
beweging ook in hare uiterlijke verschijning
zeer veel met het algemeen volkspetionne-
R>ent, dat wjj in 1 78 zagen plaats hebben,
^turners wat beteekent zelfs een getal van
^O.OCO stemmen, 'twelk het huidige petionne-
^ent nog niet te zam en heeft gebracht, tegen-
°ver de honderdduizenden stemmen der Ka
tholieken en Antirevolutionairen, welke zich
tgen de schoolwet van 1878 tot zelfs voor
B Eonings trocn lieten hooren.
Een andere vraag is het echter, welken
^vloed deze adres-beweging op het lot \an
^et ontwerp-scb oolwet zal uitoefenen. In hoever
d© Eerste Kamer-leden daarmede rekening
Zullen houden bij het vaststellen van de ge-
ra8sljjn, die zij tegenover de voorgestelde
®°hoolwet zullen volgen. Bjj het beantwoor-
dezer vraag dient men wel in 't oog te
°iden, dat bet lot van het ontwerp-school
wet i8 geiegd jn de handen eener corporatie,
j16 hare liberale meerderheid ten spijt van
k-S Eands uitspraken behield. Zal zij (die
De Schoolwet en de Eerste Kamer.
liberale meerderheid) de ingekomen adressen
alleen beschouwen als gezonden pour acquit
de conscience^ dan wel als de uiting van de
ernstige meening van een belangrijk deel des
volks, dat de voorgestelde schoolwet in het
belang vau ons volksonderwijs niet moet
worden aangenomen.
Een beslist antwoord op deze vraag is
moeiljjk te geven. Let men echter op de
teekenen des tijds, dan zou men geneigd zijn,
zein laatstbedoelden zin te beantwoorden. Voor
weinige dagen kon men in eene Haagsehe
correspondentie van de Middelb. Ct. lezen,
dat bet vei slag van het afdeelingsonderzoek
der Eerste Kamer over het school wetsontwerp,
'twelk spoedig het licht zal zien, zeer ongun
stig is voor de aanneming der wets voordracht,
„en niet omdat partijdigheid van de samen
stellers de geopperde bezwaren zoo breed
uitmeten, maar omdat werkeljjk inde afdeeling
zooveel stemmen tegen de wet zjjn opgegaan."
En hoewel deze mededeeling slechts onder
voorbehoud kon gepubliceerd worden, schijnt
ze toch eenige bevestiging te vinden in de
ongunstige wijze waarop zich het Eerste
Kamer-lid jhr. van Swinderen in eene ver
gadering van Friesche kiezers over de wet
neeft uitgelaten. Wij zouden dus bovenbe
doelde vraag kunnen beantwoorden in dien
zin, dat eene verwerping der voorgestelde
Schoolwet door de Eerste Kamer zeer wel
mogeljjk moet geacht worden.
Die verwerping zou gewis voor onzen po-
litieken toestand groote gevolgen hebben. Het
mag gewis zeer betwijfeld worden, of het
tegenwoordige ministerie, wanneer het op een
der gewichtigste punten, waarvoor het werd
in 't leven geroepen, échec leed, zijne taak nog
verder zou willen voortzetten. In geval het
daartoe onwillig bleek, zou gewis een ander
ministerie kunnen optredenmaar hetzij het
uit de Rechter- of uit de Linkerzijde geno
men werd, altijd zou het in de regeertaak
door de partijverhouding in een der beide
wetgevende lichamen bemoeiljjkt worden. Al
leen eene Kamerontbinding zou in den on-
zuiveren politieken toestand verbetering kun
nen brengen, eene ontbinding die den kiezers
in de gelegenheid zou stellen over het votum
der Eerste Kamer-leden hun oordeel uit te
spreken.
En die uitspraak zou o. i. voor hen die
ze betrof verpletterend zijn. Bjj eventueele
verkiezingen zou niets anders het sjibboleth
zijn dan de Eerste Kamer, en de verbittering
der anti-liberale kiezers zou zich in haar volle
gewicht keeren tegen die Kamer in hare te
genwoordige samenstelling, die ondanks de
adviezen van mannen als de professors Bugs
en Fruin, ondanks het oordeel van een be
langrijk deel der liberale pers en den steun
door 17 liberalen in de Tweede Kamer haar
geboden, de zoo uiterst gematigde schoolwet
verwierp. Een laatste beslissende strijd zou
worden gestreden, die het liberalisme uit de
totnogtoe oninneembare veste verdrijven en
ons de eind-victorie brengen zou. Die strijd
zou de krachten der anti-liberale fractiën
versterkenalle kwestien die baar onderling
verdoelen zouden voor langen tijd verdwijnen
hare oplossing tot kalmer tijden uitgesteld
worden. Die victorie, veel grooter dan die
in Maart 1888 bevochten werd, zou der Rech
terzijde in staat stellen meer en beter te doen
en het lang begeerd tijdperk van zegepraal
der christelijke beginselen voor ons veel
geliefd Vaderland openen.
Als wij dit alles wel overwegen, zouden
wij geneigd zijn, zelfs eene verwerping der
voorgestelde Schoolwet door de Eerste Kamer
wenschelijk te achten, toch wenschen ook wij
de aanneming der onderwijswet door dat
staatslichaam, omdat wij onzerzjjds het Land
niet gaarne zouden prijs geven aan de ge
weldige agitatie, die de algemeene verkiezin
gen onvermijdelijk met zich medebrengen en
de verbittering die zij tusschen burgers van
hetzelfde Vaderland in 't leven roepen zouden.
Maar het te wachteD votum der Eerste Kamer
laat ons minst genomen geheel koudver
werpt zij de wet, verkiest zij boven de ver
zoening den strijd, welnu wij zullen dien met
moed aanvaarden in het zalig bawustzijn
onzen plicht te doen. Wij zullen haar kun
nen toevoegen gij hebt het gewild, welnu
draag er dan ook de gevolgen van wij heb
ben den strijd niet begeerd, maar we zullen
dien tot het uiterste voeren, tot de eindelijke
zegepraal, die aan onze beginselen is voor
behouden
9 Nov. '89.
De Duitsche Keizer en Keizerin begaven
zich vóór hun vertrek uit Constantinopel naar
den Sultan om afscheid te nemen, waarna de
Sultan hun een tegenbezoek bracht en hen
naar den Bosphorus vergezelde, waar deZfc-
htnzollern gereed lag. Na ontbijt in het
paleis aan de kade geleidde de Sultan de
Keizerin naar het jacht. Het afscheid was
zeer hartelijk. De vorstelijke personen drukten
elkaar herhaaldelijk de hand, terwjjl keizer
Wilhelm den Sultan verzekerde, dat hij zijn
bezoek aan Constantinopel nimmer zou ver
geten en herhaaldelijk zjjn dank voor de
oostersche gastvrijheid betuigde. De Sultan
dankte eveneens in warme bewoordingen voor
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURA
IS"