Parijsche Kroniek.
^ratfngde JperiijfttfM.
til!
W ar aanb3d werd afgewezen, zoo-
^®t bet lossen niet werd voortgegaan.
to0t ^ens een kt0* bericht zijn twaalf man
l?s(0 oent per last weer aan den arbeid
een der stakers, J. V.. sloeg den
Itlyt «en steen in het gezicht, en zal zich
V^li* voor d'e daad van brntaal ge-
ebben te verantwoorden. 2"©rVa?.)
lia»,
Hst- meH verneem^ ZIJ1 m0t 1 Januari
(Üb in °nder het ambtenaars-personeel der
er_ic:richting te Yeenhnizen een groote
W»st8-6ï'n® pbmts hebben wegtns de over-
H0 riR van Ommerschans derwaarts. Reeds
^"bb eenige onde ambtenaren aanzegging
'ijs °alv'angeD> dat zij met dien dag eervol
jojo rjl)tslagen, welke betrekkingen dan door
e Weder znllen worden, vervuld.
§et
ÜsJm 18 de justitie te Maastricht mogen
tilVe^eD> de herkomst op te sporen van den
$eïo ea beker (ciborie), die in het bezit werd
li8 aiiI1 van den aldaar aangebonden Pool.
r m ontvreemd nit de kerk te Bijsden
en reeds door den gaesteljjke dezer
e®nts herkend.
"Ht EWaadwi'%beid heeft men Donierdag-
«S °P het werk van de heeren v. Selers
Vb ®aaren bij V Bosch (aanleg baanvak
Ös a"~'s-Bosch) eene locomotief waarvan
tf-^^btstoker zich om de eene of andere
Whj °Ven Terw!)derd bad, in beweging ge-
St8a bet gevolg dat zij op een geladen
i 4 -ff0 za°dtrein liep, en eene schade van
"00 gulden berokkende,
üst rt te voren hid men tot tweemaal toe
gedurende de duisternis een zand
ig te doen ontsporen door dwarsliggers en
da 'Ön te leggen, welke pogingen
®r mislukten. Men rijdt nu, als het don-
»s, met de noodige voorzorgen en met
.0S9e machine vooruit. Men is er nog
g6S,aagd d9D ^ader de daders der
aiJoefeniDg op te sporen.
veldaden van bot ziekenhuis had de
Sï °P W'e te 's'Hage den Hen Ootober
Vejj aren minnaar vijf revolverschoten gelost
kogel m be( nensbeen, welke
1 onmogelijk verwijderd kan warden.
if
*8 bet Indische begrootiDgsdebat uiet
0 en reeds is Minister Keucbenins zijne
S6t t0lbe kwjjt geweestHij verloor haar
St a80n van zjjn departement naar zijn
V r^eode. Een eerlijke vinder bracht haar
politiebureau, waar de heer Keuche-
^wam opeischen. Het bleek derhal-
jde ^iQister van Koloniën vooralsnog
Usi beeft zijne portefeuille prijstege-
^l(je^a8*oamiddag omstreeks 3 nar wan-
N pB<3Q te R90WÖb woonachtig heer met
^"mes op den Rijswijksohen weg,
y geld Werd aan8esProken door drie kerels
On WaaroP bij een weigerend antwoord
H heme!iVVaBa^S 6811 dezer een mes en,
*an(. ,aarmed0 eeDe geduchte snede over
H d6Q ?1Cht" Da heer werd in de uitspanning
Polif KDy8 0P8eo°men, en het mocht
f16 l®.,nkkeU 8poeii8 twee der straat-
6 Rö3wpk aohter slot te brengen.
5IVn8eldb0nWer Swille»8 te Utrecht heeft
V> bn„rn d°n 103jari8eu beer J. Lorette
den u6 teD SH8ob0nlc0 gegeven. Het beeld
boogaarde gelijkt goed.
Men verwachtte met eenig ongeduld de
verklaringen van het gouvernement in de
Kamers en als woorden bier maar niet alleen
woorden zijn, dan hebben de gematigden rede
om tevreden te zijn. De minister Tirard
sprak van overeenstemming en Verbroedering
en erkende dat het land een regeering ver
langt, die, krachtig en zeker van den dag van
morgen, de orde en vooruitgang zal beschermen.
Van binnen en naar bniten geëerbiedigd, moet
zij gematigd en daardoor macht!/, en ten laatste
open en edelmoedig en zoodoende rechtvaardig
en nationaal zijn. Een regeering die zulke
goede voornemens aankondigt, m»g men wel
eenigen tijd het leven laten, om haar aan bet
werk te zien en bare daden af te wachten.
Flnquet, die nu definitief tot voorzitter der
Kamer verkozen is, hield ook een rede, dia
echter nogal koel ontvangen werd. Het zoude
dus wel waar kunnen zijn wat ik in een
radi taal blad las, dat die verkiezing van een
hunner tot dezen verheven post voornamelijk
geschiedde, omdat de gematigde republikeinen
zoodoende het hootd der radicalen onschadelijk
willen maken. Misschien was het dan nog
beter geweest hem als gouverneur naar Tonkin
te zenden, doch daarvoor was bij zeker niet
te spreken.
Waarschijulijk zal men reeds van die hevige
sc.è <e, aan het bureau van de Lnivers voor
gevallen, geboord hebben. Niemand begrijpt
bier, dat de oude Eugène Venillot heeft kunnen
dolden, dat in zijn blad de sedert een jaar
overleden bisschop van Laval zoo hevig werd
aangevallen; en het zal ook niemand verwon
deren, dat een lid der familie bij Veuillot om
den naam van dezen doodenbe»ohimper is
komen vragen. Tengevolge van dit incident
moet de ontevredenheid aan nunciatuur
en aartsbisschoppelijk paleis alhier tegen
Veuillot zeer groot zijn. Hat tweede artikel
over den doode, dat aan het slot van het eerste
beloifd werd, zal niet verschijnen en wel op
een dringend vei zo. k van den kardinaal
aartsbisschop van Parijs, die deze schandelijke
schrijverij ten h. ogste afkeurt. Voor een zoo
streng godsdienstig b ad is hetgeen geschiedde
geheel onverantwoordelijk en zeker zou dit
onder de re lactie van Louis Veuillot niet
heb oen plaats gehad.
Het laatste oomediestuk „La lutte pour la
vie(D» strijd voor het bestaan) van Alphonse
Blijkens de beschrijving door de Univers van
dit geval gegeven en de stukken door dat blad gepu
bliceerd, heelt deze zaak zich geheel anders toegedragen
dan die door onzen ge .chten Fidélius wordt opgevat en
ook te Parijs over 't algemeen wordt beoordeeld.
Het blijkt, dat de cameleontische Figaro dit geval
op eene voor haar weinig vereerende wijze heeft geëx
ploiteerd. Het relaas door dat blad van het gebeurde
gegeven, is niet juist. Der nagedachtenis van mgr.
Bougeaud is geene beleediging aangedaande Nuntius
en de aartsbisschop van Parijs hebben geen afkeurend
oordeel uitgesprokenwel heelt de Aartsbisschop aan
Eugène Vcollot gezegd en geschrevendat hij het ge
drag der heide in deze zaak betrokken personen, de
luitenant du Kouil en graaf de Colomb, diep betreu
renswaardig vond.
Mgr. Bougeaud heeft een boek geschreven over den
li. Vincentius a Paulo Na zijn dood is dit boek uitgegeven
door den abbé Lagrange. Dat boek nu is door den
onbekenden schrijver C. P. aangevallen en niet de Bis
schop dat boek is aangevallen van geschied- en letter
kundig standpunt, en C. P. is daartoe aangespoord door
den eminent sten schrijver over den H. Vincentius, den
abbé Maynard, wiens werken met die van drie andere
schrijvers de bronnen zijn geweest van mgr. Bougeaud,
ongelukkig meer apologist dan historicus. Intusschen
zullen beide nog te volgen artikelen van C. P. niet
verschijnen. Door tusschenkomst van den abbé Maynard,
die verklaart niet vreemd aan de artikelen te zijn, heeft
de schrijver C. P. de Univers uitgenoodigd, de twee
laatste niet te publiceeren.
En nu in zake het gebeurde aan het bureau van de
Univers. Wij zouden wel eens willen weten, welke re
dacteur zijne kalmte zou bewaren, wanneer men hem,
zooals hier, ep hoogen toon en onder bedreiging den
naam van den schrijver van een artikel kwam vragen,
dien hij gehouden is alleen in geval van volstrekte nood
zakelijkheid openbaar te maken. Maar meer nogwel
ken naam verdient het gedrag van den onverlaat, die
zich verstout, een man in den dienst der journalistiek
vergrijsd, hoofdredacteur van een der voornaamste bladen
van Europa, met zijn eigen peunevrucht in het eer
biedwaardig gelaat te slaan Is het wonder, dat de al
dus aangevallene zich in staat van tegenweer stelde?
In zijn relaas van het gebeurde zegt Eugène Veuillot
ook, dat ieder die hem kent, weet dat hij niet de taal
voert, die de Figaro hem in den mond legt, en dat zij die
hem niet kennen, den Figaro niet znllen gelooven.
Alleen erkent hij, het woord polissons (kwajouetensl
gebruikt te hebben.
Aldus heeft blijkens dit relaas de za k zich geheel
anders toegedr-geo dan die door onzen geachten Parijschen
Kroniekschrijver wordt opgevat.
Eed. N. Sch. Ct.
r Dandet, dat in het Lhlatre du Gymnast
gespeeld wordt, trekt zeer de aandacht, daar
men zegt, dat dc twee zoogenaamde weten
schappelijke moorderaars Barré en Lebiez,
die in September 1878 hier onthoofd werden,
de stof tot deze tooueelbewerkiog gaven. De
epidemie tot moordlust die hier onder de jengd
heerscht, trekt de aandacht van ieder denker,
waarvan er velen zijn, die deze ziektever
schijnselen aan de slechte boeken en geschriften,
welke zoo overvloedig verspreid worden, zondei
eenigen twijfel toeschrijven.
De prelaat-academielid, mgr Perraud, hield
bij de laatste plechtige zitting van dit ge
leerde oollegie, ter gelegenheid der uitreiking
des prix de vertu een allerbelangrijkste rede.
Hoe gelukkig, zoo begon hij, de Academie
ook zij, van soms tnsschen zoovele brave en
deogdzamen eene keuze te mogen doen, de
keerzijde vau de medaille is echter duister
en onze sociale toestand vereiacht in de hoogste
mate snelle en krachtdadige hulp, Hier volgt
een overzicht der misdaden en wat het on-
rnstbarendst hierbij was, dat waren de cijfers.
In 1886 werden in Frankrijk 23,000 kiuderen
of minderjarigen voor het garecht gebracht
wegens allerhande misdaden of misgrijpen.
Deze in 1886 reeds zoo slechte toestand is er
niet op verbeterd. Ia de laatste weken stonden
acht a tien moordenaars terecht, waarvan de
ondste, Jastin Darand, die zjjn meester met
een dolk doodde, 24 jaren telde. Hij werd
te Albi ter dood veroordeeld. Twee eohorken,
die eene onde dame bijna wurgden, waren te
zamen slechts 32 jaren en de meordenaar
eener oude vrouw in hat departement Seint
Inferieure werd slechts tot opsluiting in een
verbeterhuis veroordeeld, omdat hij nauwlijks
15 jaren bereikt had.
De geneeskundigen beweren soms dat het
misdadige kind een afwijking is en bet erfelijke
tarra der verzwakte geestvermogens of zenuwen
en niet het minst van het alcoholismns zijner
ouders. Vele criminalisten zien alleen ver
betering in eene strenge politie op de prosti
tutie; want, zeggen zij, de 40 a 50,000 ver
loren meisjes en jongens die er van leven,
leveren drie vierden der Parjjsche misdadigers.
Niets afdoenends is tot nu toe ernstig beproefd
om dit leger des kwaads te ontbinden of ten
minste de rijen er van te verminderen.
Zoo de noodlottige en wreede strijd voor het
bestaan, zoo deze onverbiddelijke struggle
for live de wet is voor de onredelijke schep
selen, in de menscbelijko maatschappij, in de
moreele wereld, zoude zij de negatie van het
leven-zelf worden. Voor het bij uitnemend
heid bewuste en zedelijke vrije wezen, de
mensch, is de ware strijd voor het leven, de
strjjd naar de volmaaktheid, de strijd tegen
zioh-zelven, tegen zijne egoïitische neigingen
en kwade driften, tegen den ouden „dierlijken
mensch" die wij allen in ons dragen.
Parijs, 16/22 November 1889. Fidélius.
Blijkens het onderzoek naar de brandstich
ting te Hoogeveen, waarbij eene groote
boerderij afgebrand is, heeft de 16-jarige
dienstmeid, die deswege gedetineerd is, den
brand gesticht door met lucifers het stroo,
boven een kalverenhok aanwezig, in brand te
steken. Als aanleiding daartoe noemde zij de
vrees voor hare ouders als zij uit den dienst
zou weggaan, hetgeen zij van plan was, terwijl
de ouders er haar geen verwijt vau zouden
kunnen maken, als het huis afbrandde.
Naar de iV. Bred. Ct. verneemt, heeft er
Zondagochtend voor den reehter-commissaris
voor strafzaken te Breda eene instructie plaats
gehad in zike eene aanklacht, bij den officier
van justitie ingediend door den inspecteur
van politie tegen den heer J. F. de B,, lid
van den gemeenteraad aldaar, wegens laster.
Genoemd Raadslid zou nl. in het openbaar
beweerd hebben, dat de inspecteur van politie
met kermis »Lazerus-dronken" is geweest.
Onder Rijsbergen zijn twee marechausséis
nit Zondert slaags geweest met Belgische
wildstroopers, die van bnnn-twfipen n gebruik.