V"n'
Ingezondens
JUatau fei^hUn.
b,
al
-Uechtszaken.
jachten. Bljjkbaar wilds de goede Sint,
anders gewoon is zonder veel gerncht te
®n onze stad binnen te rijden, ditmaal eens
den
®ien-
spoortrein gebrnik maken om ons
station te zien, en wilde bjj aan zijne
wat meer publiciteit gegeven hebben.
>o|B ^6Ze hoo88t vereerende nitnoodiging ge-
gevende, begaf zich schrijver dezes, in
erispelijk gala, tegen vijf nre *s middags
ar het station, waar bljjkbaar de komst
^en gro°ten bisschop-kindervriend werd
waoht. Van den nok van bet gebouw
Pperde de vaderlandsche driekleur en nage-
het geheele personeel stond met den chef
0 bet hoofd aan de Botterdamsehe zjjde in
gȟd geschaard.
ttttim vijf ure reed de bisschoppelijke ex-
a"treinhet station binnen; en de volijverige
haastte zich het portier van den salon wagen
°penen, waarin de goede Sint met den
*tten Pieter-mijn-kneoht had plaats geno-
e°. Met statigen tred trad St. Nicolaas
een langen reismantel over het purper-
8<<r'g gewaad en de barret op de sneeuwwitte
^en nit den tiein. Pieter was reeds
gestegen en bad weldra de handen vol om
^9 k
°»gage van zgn meester in veiligheid te
t>6r
gen. Het bleek dat de goede Sint nog
200 een en ander had medegebrachthet
r°Q was weldra over zjjne geheele lengte
et bisten en kofiers bedekten bet kostte
«n
^e° heilig
81 di
8an
en man vrij wat moeite tusschen
bagage door den weg naar den uit-
1:8 bereiken. Natuurljjk had eerst de
c'eele begroeting in de Eerste KLssa-
"chtkamer plaats gehad; en bij die gelegenheid
°°t ik dan de eer, aan den wereldvermaar-
kindervriend te worden voorgesteld. St.
lcolaas wees mij na de eerste plichtplegin
gen met een bedenkelijk gezicht op de soheuren
^8?en de ingangen der waobtkamers en gaf
bet uitgaan sjjae ontevredenheid te kennen
^,er de wijze van inrichting van het station
9 het, ook voor onde en gebrekkige lieden,
^9°dzakeljjk maakte een hoogen trap te be
ogen om op het perron te komen. Ja
Nicolaas zoo was mijn wederwoord
9 'nriohting is tegenwoordig op nagenoeg
9 nienwe stations der Hollandsohe lijn toe-
pastde maatschappij beweert dat dit
°dzakelijk ia voor eene goede oontróle.
Sint was met dit antwoord geenszins te-
9,1bij hield vol dat men het den menachen
°aeloos lastig maakte en dat er wel op andere
b2e v00r e0ne g0a()e contröle kon gezorgd
°°r een onbegrijpelijk misverstand stond
van een onzer aanzienlijke inge-
lo etlen' di0 den heiligen man naarzjjn tijdelijk
gaf'68 zon 0'erbrengen, niet aan het station
hj ee^» ®n daar de Sintniet verkoos te wachten,
er niets anders over dan te voet de
ln te gaan. Deze ongeriefeljjkheid had
§e, 11,8 dit voordeel dat wij nn eens op ons
0p^ab het een en ander in de stad konden
»4tttöei1' S'n8en wij voorbij hét lokaal
bes/ora"> en denwdedeeling van de bjjzondere
M* 01 """tg dat gebouw binnen kort zal
bei(j ^ei1' Wekte St. Nicolaas' hooge tevreden-
Ij^ -Ad voortwandelenda en onder drnk
bereikten wij eindelijk den heek van
°P, ','n^e'- ®aar viel het den Sint bijzonder
b*6se at eeu0 boardeiij met stal, schuren en
ha;2Jaa^ 200 alleraardigst bij de andere
en 'n onmiddellijke nabijheid eener
9PtUt T#S ^efeu maar meer nog werd zgne
beek^ aamheid getrokken door het kalme
bea,J(5 dat daar langa stroomt Reeds lag
Op ,eaQ lofspraak over die fraaie afwisseling
8 lippen, toen de goede Sint zich ver
kerk 8<^0 een blik tn de vermaarde
•h p8,00*1 'e s'*an. Wat er toen volgde, durf
Qua niet te beschrijven, maar ik moet het
bekennen, dat de toornige uitdrukking die
zijn anders zoo goedhartig gelaat aannam, mij
schrik aanjoeg. Hoe 13 't mogelijk, riep de
Sint in heilige verontwaardiging uit, dat ge
zoo'n vuile stanksloot, zoo'n vergaarbak van
alle onreine en rottende stoffen, zoo'n pest-
riool in uwe goede stad laat bestaan. Ja
Sint Nicolaas zoo antwoordde ik bedeesd,
dat ligt niet aan ons eerbare burgers; maar
onze achtbare vader zegt, dat het voortbestaan
van die Btinksloot allesn te wijten is aan één
onverbeterlijken dwarskopen die dwarskop
zegt op zijn benrt dat er wel eeH andere
dwarskop is die het dempen van die mod
derpoel tegenhoudt en dien hg niet noemen
wil en ik ook niet. Ja, St. Nicolaas, als
ik U dat eens in al zijn kleuren en geu
ren moest vertellen, dan had ik nog wel
een paar nren noodig want die dempingszaak
is nn al bijna twaalf jaar aanhangig.
Daarvoor hebben wij nn geen tijd, onderbrak
mg de heilige man, maar dat wil ik n wel
zeggen, dat als ik in Den Haag kom en nwen
minister Mackay mij aan de Spaansche ambas
sade bomt begroeten, ik hem zeer zeker over
die zaak zal spreken.
Nadat aldns dit chapiter was afgehandeld,
werd de aandacht van onzen goeden kinder
vriend op eens getrokken door het naburige
kerkhof. Wel dat is curieus, riep de heilige
man eenklaps uit de begraafplaats der doo-
deu zoo gezellig tnszehen de woningen der
levenden geplaatstWel-is-waar in mijn
goeden jongen tijd was dat niets buitengewoons,
toen vond men bijna overal den bof der
dooden bij de kerk, ja zelfs werd er in de
kerk begravenmaar ik dacht, dat de moder
ne wereldbeschouwers en voorstanders der
volksgezondheid ten nwent reeds sedert lang
bepaald hadden, dat de kerkhoven op zekeren
afstand van de bebouwde kom der gemeente
moesten aangelegd worden. Ja, St Nico
laaszoo antwoordde ik dat is ook zoo;
maar het schijnt dat sommige liberale ge
meentebesturen de vrijheid hebben, de wet op
de begraafplaatsen niet na te komen als er
eene katholieke inrichting bij in 't spel is, dan
is het wat anders, dan wordt de wet wel
streng gehandhaafd, getuige het gebeurde te
Leiderdorp, waarvan U zeker wel gehoord
hebt. Nn, antwoordde de goede Sint, consequent
kan ik de handelwijze van nw gemeentebe
stuur volstrekt niet vinden de liberale heeren,
waaruit het nagenoeg nitslnitend bestaat,
en die steeds voorgeven zooveel met de
volksgezondheid op te hebben, moesten zich
dan ook in deze geljjk blijven.
Maar stappen wjj van dit onderwerp af, en
verbaasten wjj onzen gang zoo vervolgde
de Sint want ik verlang naar rust na de
vermoeiende reis. Ik heb logies besteld bij
Van Yelzen in »De Visscberij", laten wjj den
kortsten weg daarheen nemen. Zoo gezegd zoo
gedaan wij gingen nn met haastigen tred
verder en hadden weidra »Da Vissoherg" be
reikt. Daar werd de hooge gast door den ohet
van het hotel en zijn dienstpersoneel met alle
eerbetoon aan den ingang ontvangen en naar
zijne vertrekken geleid. Mjja taak was dan
ook tot zoover volbracht en met eenige harte
lijke woorden tot afsobeid veroorloofde St.
Nicolaas mij te vertrekken, nadat ik hem be
loofd had, den volgenden dag terng te zullen
komen om hem bjj het doen van zgne inkoo-
pen in verschillende winkels onzer stad te
vergezellen.
Door advocaat-generaal mr. Patjjn werd
gisteren voor den Hoogen Raad oonclnsie
genomen in de vroeger vermelde zaak van een
meesterknecht in eene branderjj te Schiedam,
veroordeeld door het Hof te 's-Gravenhage
wegens wederspaunigheid, omdat hij twee
politie-agenten had willen beletten, een knecht-
schutter nit die branderij te helpen brengen
naar het schutters-provoost. Adv.-gen. hield
vol, dat de agenten bevoegd waren op te
treden om hulp te bewjjzen bij de overbrenging
Van dien schutter, waar zij bem vonden.
Zonder verzet waren zjj in de branderij ge
komen, welke, al stond boven den ingang
verboden toegang, toegankeljjk is voor hen die
er een last te vervullen hebben. Alleen eene
woning mochten zij niet zonder de vereisehte
formaliteiten binnengaan. Eene woning was
deze branderij niet. Prof. Boys noemt woning
de plaats, waarin men feitelijk zijn privaat bnise-
ljjk leven leidt: de branderij was onbewoond.
In strjjd met de grondwet handelden de
agenten dne niet, daar de branderjj-iu niet onder
woning zjjn begrepen. Hjj oonolndeerde mits
dien tot verwerping der zaak. Uitspraak 23
December.
Mynheer de Redacteur
De ondargeteekenden verzoeken U beleefd
een plaatsje voor de opname van het onder
staande in Uw geacht blad, waarmede Gij hen
zeer zult verplichten en waarvoor zij U bjj
voorbaat dankzeggen.
Aan het uitvoerend comité der »Schiedam*
sohe Knnstvereeniging" voor de tentoonstelling
van voorwerpen van kunstnijverheid enviou-
welijke fraaie handwerken is door sommigen
de vraag gedaan, waarom het de iuschrijviogs-
biljett.en voor aandeelen vóór l December a.
s. terugverlangde, terwijl die tentoonstelling
toch eerst in April van net volgend jaar plaats
heeft. Daar anderen er evenzoo over zonden
kunnen denken, meenden wij het volgende als
antwoord ter algemeene kennis te moeten
brengen.
Aangezien aan het tot stand brengen van
zulk eene tentoonstelling niet onbelangrijke
kosten verbonden zijn, die echter door eene
geringe geldelijke bijdrage van ve en gemak
kelijk kunnen bestreden worden, besloot ge
noemde vereeniging een beroep op hare stad-
genooten te doen om geldelijken steun voor
eene zaak van zoo groot en algemeen belang.
In het belang der onderneming kwam het de
Knnstvereeniging gewenscht voir, zich reeds
vóór 1 December er vau te verzekeren of zjj,
van financieele zijde bezien, kans van slagen
zon hebbeD; daarom meende zjj het best te doen
bewijzen van aandeel nit te geven, die den hou
der tevens toegang verschaffen voor den ge-
heelen dnur der tentoonstelling, en om de
insohrjjving daarvoor zoo algemeen mogelijk
te maken, stelde zjj den prijs op slechts een
gnlden.
Het, doel van deze aandeelen is dns niet
alleen het verkrijgen van toegang tot de ten
toonstelling, maar voornamelijk, dat zooveel
mogelgk alle Btadgeuooten aandeel zonden
hebben aan bet tot stand brengen van eene
onderneming, welke hun stenn zoo ten volle
verdient.
Moge de inschrijving voor aandeelen op 1
December a. s., zoo talrijk zjjn, dat bet comi
té zijn taak met vertrouwen kan voortzetten.
Aarnens het uitvoerend comité,
E. M. Beukers,
Voorzitter.
A. W. M. Odé Je.,
Ie Secretaris
Het Regeeringsantwoord aan de Eerste
Kamer over de Schoolwet is verschenen. De
leden der Eerste Kamer zjjn tot hervatting der
werkzaamheden opgeroepen tegen aanstaanden
Maandag, des avonds ten 8I/2 nur. Den vol
genden dag, ten 11 ure, zallen de beraadsla
gingen over de Onderwijswet een aanvang
nemen.
In de Tweede Kamer hebben heden de al
gemeene beraadslagingen over de Indisobe
begrooting een aanvang genomen. De heer
Levyssohn Norman stelde den Minister ver-
sohilleude vragen omtrent Atjeh ter beant
woording, hetzjj in openbare sittiog hetzij
in comité-generaal. Ook de heer Crecner be
sprak de Atjehvraag en wensohte handhaving
van het ooncentratiestelsel, maar krachtiger