I «3e Jaarg. Dinsdag 14 Januari 1890. No. 3583. VERSCHIJNT DAGELIJKS. Monument van 's Pausen Jubelfeest. Bureau: Boterstraat, E 39. Prijs van dit Blad: Prijs der Advertentiën ALGEMEEN OVERZICHT. DUITSCHLAND. Keizerin Augusta's Uitvaart. NIEUWE SCHI 0 Voor Schiedam per 3 maanden ƒ1.50 ranco per post door geheel Nederland 2.00 Afzonderlijke Nommers0.05 Bijdragen voor het stichten eener Woning 'l<H Huiskapel voor de Pauselijke Internun- 'atuur hij het Nederlandsche Hof. Aan Z. H. <tus Leo XIII wordt deze stichting door - oer land'$Katholieken eerbiedigst aangeboden tblijvend gedenkteeken aan het luisterrijke gouden Priesterfeest van Z. H. in het jaar des Heils 1888. Ontvangen bij den Penningmeester te s-11 age i den Haag f 5, N. N., Gelderland f5. oor tusschenkomst v. d. Penningmeester te Amsterdam, van Amsterdam f 2300. Van 1—6 regels0.00 Elk gewone regel meer. »0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aapgegaan. De plechtige uitvaart van keizerin Augusta 'eeft Zaterdag jl. overeenkomstig het vast gesteld programma plaats gehad. In de 'upel van het Berlijnsche Stadt-Sclüoss aan ''e Spree had voorat een lijkdienst plaats, die door de hofpredikers Stöcker en Kogel Oeleid werd. Daar stond de doodkist met Purperkleurige stof overdekt, bekroond met eene gouden kroon en beladen met heerlijke doemen en gewassen. Onder de ontelbare doemenofl'ers, het eene al schooner dan het a"dere, viel bijzonder een in het oog, ge. *°nden vanwege de gezamenlijke Duitsche Vrouwen-vereenigingen, dat de vorm heeft Van een rood kruis op een wit veld, als enteeken van de Genève-conventie. Het '"armer, het verguld, en de veelkleurige ge beenten waarmede de kapel versierd is, v"rrnen voor de rouwplechtigheid een schit terenden achtergrond, die zelfs niet verduis- b'i'd wordt door de menigte rouwgewaden °nder de toeschouwers en door de overal aangebrachte zwarte versieringen. De rouwplechtigheid in de kapel werd '"geleid door den hofprediker Stöcker, die "J de lijkkist verscheidene Bijbelteksten '"uiias, waarbij het kooi' uit den Dom zong. '"'volgens hield de Oberhofgeistliche Kogel, baande voor het altaar (Luthersch kerkge- "uikj en omgeven van alle leden der hof- kpestelijkheid, ile lijkrede naar aanleiding van spreuk; «Wees vroolijk in hope, gedul- 'bg in droefheid en houdt aan in het gebed". U prees de groote deugden en verdiensten r overleden keizerin, hare gelatenheid onder 'et lijden, hare onvermoeide weldadigheid de groothartigheid welke zij ten alle tijde ilit" Jen dag legde. Hierbij deelde hij de v°lgende belangwekkende herinnering aan de °verledene mede: Onvergetelijk blijve het, I hoe op den sterfdag van den ouden keizer Wil- helm, de groothertogin van Baden hare moeder Augusta toefluisterde «kronen schutten voor i trurien niet, en hoe de moeder hierop vol- j gen liet«maar zij verbergen ze". Onver getelijk is het, hoezij in moeilijke uren ge woon was zich-zelve te herinneren het woord van Thomas a Kempis«Het kruis is de koninklijke weg ten hemel", en hoe zij eens, j te midden der hoogste smart, met bevende j stem getuigde «Vier klassen zijn er in de lijdensschool van Jezus Christus. De eerste, met onderwerping«ik moet lijden" de tweede met beradenheid, «ik wil lijden", de derde met ervaring«ik kan lijden" de vierde met dankbaarheid»ik mag lijden". God geef mij kracht, dat ik in de hoogste klasse kan komenNadat de lijkredenaar zijne rede ten einde had gebracht, ruischte de orgeltonen door de ruimte en een liefelijk vrouwenkoor hief het lied aan «Zalig die in den Heer sterven!" Van tijd tot tijd stemde de gemeente met het gezang in. Daai na sprak de hofprediker den zegen over het lijk uit en werd het indrukwekkende gezang W at God doet, is welgedaan, aan geheven, waarmede de kerkelijke plechtigheid was afgeloopen. Nu tilden vier-en-twintig kamerheeren in rijk geborduurde gewaden de kist op en droe gen die de driehonderd treden van de trap naar het slotplein af, waar de met acht paarden bespannen, groote lijkwagen stond te wachten. Nog eenmaal ging daarbij de doode in hare enge rustplaats, de openstaan de Witte Zaal, de groote troonzaal der Ho- henzollerns voorbij, waar zij zoovele jaren de eerste plaats heeft ingenomen. De groote vergulde troon in de zaal, was thans met zwart krip bedekt. Klokgelui en kanonnen- donder in de verte doen zich hooren. In de straten waar zoo aanstonds de lijkstoet zou door gaan waren inmiddels allerwege de huizen met rouwfloers en draperieën behangen, waardoor de indruk van het kale winter stadsgezicht eenigszins plech tig gemaakt werd. Over 't geheel waren echter de versieringen niet te vergelijken met die welke bij gelegenheid der begrafenis van keizer Wilhelm waren aangebracht. Al leen op de Brandenburgerpoort brandden vier groote offerschalen, maar Unter der Linden zag men ditmaal niet, zooals toen, rouwal- taren met ofl'erlampen, en over 't geheel had de begrafenisplechtigheid niets van de in drukwekkende majesteit, die destijds het tafereel kenmerkte. Daarentegen bood nu alles een vriendelijker aanblik zelfs de elec- trischen booglichten met zwart krip omhuld, maakten onder de lenteachtige zonnestralen geen somberen indruk. Nadat de doodkist op den lijkwagen was geplaatst kwam eindelijk uit de groote slot poort de lijkstoet langzaam te voorschijn, en ging den Lustgarten door naar den Branden burgerpoort. Vooraan ging een drom garden te paard, lichtblauwe dragonders en witte kurassiers, met zwartfloers aan helm en sabels. Daarna eene menigte pages, hofbe ambten en waardigheidsbekleeders. Einde lijk kwam de baldakijn-vormige lijkwagen in het gezicht, ten deele bedekt met een hermelijnen kleed, waarboven de hooge sar kophaag duidelijk zichtbaar uitstak. Temid den van de grijze lijfbedienden der Keizerin j in de omgeving van den lijkwagen viel bij zonder in 't oog de gewezen staatsminister von Puttkamer, die plotseling bij deze ge legenheid als uit de vergetelheid te voor schijn is gekomen. In zijne hoedanigheid van ridder der orde van den Zwarten Ade laar, droeg hij in de onmiddellijke nabijheid van den Keizer een der slippen van het lijkkleed. Vlak achter den lijkwagen ging keizer Wilhelm te voet, strak vau aange zicht en stijf van houding. Hem vergezelde de door de jaren diep gebogen groothertog van Saksen-Weimar en de eveneens bejaarde groothertog van Baden. Naast deze vorste lijke bloedverwanten kwam weder een lange stoet van militaire en burgerlijke deputatiën en aan het einde de afgevaardigden uit den Rijksdag en uit de academie van kunsten en wetenschappen, waarna de optocht ge sloten werd door een escadron witte lijf garden op geweldige paarden, in zwarte kurassen en de adelaars en helmen om- floersd. Zoo schreed de stoet langzaam door de Brandenburgerpoort naar het Mausoleum in de Charlottenburcht. Terwijl keizer Wil helm I voor twee jaren in Maart onder een ijzigen sneeuwstorm zijne uitvaart uit zijne hoofdstad hield, is zijne gemalin naar hare laatste rustplaats overgebracht onder een helderen hemel, als ware het een vriende lijke voorjaarsdag. De Keizer steeg onder weg in den Thiergarten, te paardde ge- heele begeleidende stoet werd naar huis gezonden, en hij alleen, begeleid door twee eskadrons volgde den lijkwagen naar Char- lottenburg. Toen hier de lijkkist in het Mausoleum naast die van den ouden keizer geplaatst werd, kon hij de lang onderdrukte aandoening niet meer meester blijven maar barstte hij in hevig weenen uit.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1890 | | pagina 1