1(1 (lil Diner bekoort een BpeiseL
13e Jaarg. Zondag 16 en Maandag 17 Februari 1890. No. 3612.
VERSCHIJNT DAGELIJKS.
Bureau: Boterstraat, E 39.
Prijs der Adverteutiëu
ALGEMEEN OVERZICHT.
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT.
Prijs van dit Itiad
Voor Schiedam per 3 maanden ƒ1.50
Franco per post door geheel Nederland 2.00
Afzonderlijke Nommers0.05
Het auteursrecht van deu inhoud dezer couraut is ver- f
ïekerd volgens de Wet van 2d Juni 1881 (Stsbl. no.
Van 16 regelsƒ0.60
Elk gewone regel meer«0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke
overeenkomsten aangegaan.
I)t- Liberalen <mj liet 3?ro-
teetionisme.
Niets is verwonderlijker in den strijd wel
ken tegenwoordig vóór het toepassen van
beschermende maatregelen voor landbouw
nijverheid gevoerd wordt, dan de hard
nekkigheid waarmede die pogingen hier te
'ande door de zich noemende liberalen wor
den tegengewerkt. In geen enkel ander
'and, mogen wij wel zeggen, ziet men in dit
opzicht zooveel stijfhoofdigheid tentoonge
spreid. Bijna overal ziet men dat de wijste
partij wordt gekozen, dat men, om het zoo
te noemen, opportunistisch te werk gaat.
Geschiedt dit in het eene land op ruiter
lijke wijze, in een ander gaat het meer be-
dektelijk. Vooral is dit laatste het geval in
Engeland, met name in de vee-kwestie.
^Vie ziet niet in, dat het drijven naar be
moeilijking en beperking van den invoer van
levend vee in dat land, geen ander doel
beeft dan den eigen veehandel en veefok
kerij te bevoordeelen en te bevorderen. En
toch is het juist van Engeland uit, dat de
^liberale" handelstheoriën zijn voortgeko
men docli dit geschiedde ook al weer met
i?een ander doel, dan om het eigenbelang te
bevorderen. De Engelschen zouden gaarne
2'en dat al de artikelen, die zij zeiven kun-
hen fabriceeren of voortbrengen, uit hun
'and geweerd weidenmaar daarentegen willen
ZlJ dat alle andere landen openstaan voor
die artikelen, waarvan zij overvloed hebben.
Niet alleen de Engelschen echter zijn op
•lit punt inconsequent. Onze zg. liberalen
zijn het niet minder. De bureaucratie en
de ambtenaren bijv. willen wel dat alles
goedkoop is, maar aan de nijveren de middelen
verschatten, om hen ,door het maken van be
koorlijke winsten de belastingen te kunnen
doen opbrengen, waarvan die ambtenaren
dan weer onderhouden worden, dat willen
zij niet. De handelaars, of liever en beter:
de commissieloontrekkers, willen niet dateen
°f ander artikel, bij welks invoer zij belang
bebben, zal belast wordenvoor de ver
betering van vaarwaters, van aanlegplaat
sen enz. enz. willen zij echter wel dat
millioenen en millioenen uitgegeven worden,
terwijl de kosten voor het gebruik daarvan
door vreemden zoo gering mogelijk
moeten zijnvoor de uitgaven en de renten
daarvan mogen intusschen de nijveren zorgen
VV ij spraken daar van commissieloontrek
kers, en inderdaad veel meer dan dat zijn
Ingezonden.
onze handelaars, bijv. te Rotterdam, al niet.
Den transito-hand el bevorderen en beoefenen
ziedaar wat het meerendeel dier handelaars
doet. Onze handel is nog maar de schaduw
van wat deze voorheen is geweest, toen wij
uit onze Oostindische bezittingen alle pro
ducten hier te lande aanvoerden en ver
kochten en zulks met onze eigen schepen.
Hoe groot de voordeelen van die handelwijze
waren, zou niemand kunnen zeggenalle
takken van handel en scheepvaart, alle
industriën genoten van die voordeelen, en
wel in ruime mate. Nederland bloeide toen
en was welvarend
Niet minder was dit het geval met den
landbouw en de vetweiderij. Wij werden
niet overstelpt door aanvoer van granen en
meelomdat er geld was onder de menschen,
vonden vleesch en zuivel ruimen aftrek; den
boerenstand ging het goed en dat ondervon
den de nijveren en de handelaars in de ste
den het best. De fabrieken hadden werk
en het land steeg voortdurend in waarde.
Maar zou men denken, dat de zg. liberaleu
één stap willen doen om minstens te trach
ten dien ouden toestand weer in het leven
te roepen Het lijkt er niet naar. Neen
périssent les colonies, vivent les principes
Laat alles vergaan, laat alles vallen, maar
de beginselen moeten hooggehouden worden.
Welke beginselen' zijn dat echterHet best
zou men ze kunnen noemen afbrekings-the-
oriënaltijd alles afschaffen, alles verande
ren, maar opbouwen nooit
Opmerkelijk is ook de verblindheid van
hen, die het eerst en het meest belang heb
ben bij de toepassing van maatregelen tot
behoud en tot opbeuring, zoowel van nijver
heid als van landbouw. Men ziet het bijv.
met het voorstel van den heer Bahlmann,
om eenige matige rechten te hellen op den
invoer van granen enz. In plaats dat de
landbouwers met beide handen dit middel
tot verbetering van hun toestand zouden
aangrijpen en het dankbaar aanvaarden,
leest men telkens van adressen, juist door
landbouwers en landbouw-vereenigingen tégen
het voorstel-Bahlmann ingezonden. Nu willen
wij wel aannemen, dat menige boer zich wat
laat wijs maken door dezen of genen «libe
ralen" heer, misschien zelfs wel een ambte
naar, en ook dat er wel evenveel adressen
ten gunste van het voorste! zouden uit te
lokken zijn, maar ze zijn er nu toch eenmaal,
die smeekbeden om afwending of verwerping
van het middel tot redres en verbetering.
Verder willen wij wijzen op de hardnekkig
heid, waarmede argumenten tegen de heffing
van graanrechten, al zijn ze ook honderdmaal
weerlegd en weersproken, zelfs met sprekende
bewijzen weerlegd, toch altijd maar weer op
nieuw worden aangevoerd. Dit is met name het
geval met deze beweringdat het brood
voor den werkman duurder zal worden, als
er rechten komen op de granen. Gf men
daartegen nu al aanvoert dat de werkman,
gesteld het brood werd iets duurder, dan
toch ook vast en zeker meer zal verdienen,
omdat d landbouw en de nijverheid even
zeker zullen bloeien, zoodat hij met gemak
en gaarne een cent meer voor zijn brood zal
kunnen bestedenof men er al op wijst dat
in naburige landen, waar zelfs hooge rechten
geheven worden, het brood toch niet duurder
is geworden, het haat alles niets, nietsde
woord- en penvoerders onder de «liberalen"
blijven maar altijd stokstijf beweren, dat bij
heffing van rechten op granen, het brood
voor den werkman duurder zal worden, voor
hem moeilijker te betalen zal zijn, en deze
er dus minder door wordt.
Is zulk een beweren men zou bijna
zeggen: tegen beter weten in onverdraag
lijk en ook immoreel, te begrijpen is het ook,
dat de massa er zich door laat verblinden.
Doch gelukkig maakt deze massa de wetten
niet, en wij hopen van onze Vertegenwoor
digers beter dan van de liberale ij veraars
buiten de wetgeving. Al zou evenwel het
voorstel-Bahlmann vallen tot schade van
het land, zouden wij meenen toch blijft aan
hem de eer van den stap gewaagd te hebben.
Van den heer Bahlmann was het indienen van
dit voorstel een moedige daad, waarvoor nie
mand hem zijn lof kan onthouden. En de wijze
waarop hij voortgaat met zijn voorstel en zijn
denkbeeld openlijk te verdedigen en ingang te
doen vinden, zelfs in het zoo «liberale" Rotter
dam, heeft hem onze volle sympathie ver
worven. Nederland telt niet vele zulke moe
dige mannen onder zijne behoudende zonen.
Daarom is liet een genot, ijveraars als den
heer Bahlmann, en niet minder als den heer
Armand Diepen van Tilburg, met zooveel
zelfverloochening en zooveel volhardende
bekwaamheid aan het werk te zien. En op
dit voldoening gevend verschijnsel meenen
wij hen toch te mogen wijzen, dat de be
strijding welke zij ondervinden zich bepaalt
tot eene kleingeestige kritiek, of tot eene
bestrijding met argumenten, even weinig
steekhoudend als veelvuldig en afdoende
weerlegd
DUITSCHLAND.
De plechtige opening van de zittingen van
den Pruisischen Staatsraad ter behandeling