13eJaarg. Vrijdag 28 Februari 1890. No. 3622. VERSCHIJNT DAGELIJKS. Bureau: Boterstraat, E 39. Prijs van dit Klad: Prijs der Adrertentiëu: ALGEMEEN OVERZICHT. NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT. Voor Schiedam per 3 maanden ƒ1.50 Franco per post door geheel Nederland 2.00 Afzonderlijke Nommers0.05 Het auteursrecht van den inhoud derer courant is ver- lekerd volgens de Wet van 2d Juni 1881 (S/si/. no. 7*4.) Van 16 regelsf 0.60 Elk gewone regel meerbO.IO Voor herhaalde plaatsing worden billijk# overeenkomsten aangegaan. ^iju graanrechten naUeelig voor den werkman III. De heer Diepen wijdt alsvorens over te gaan tot het aantoonen van de voordeden welke uit eene stijging van den broodprijs, als gevolg van beschermende graanrechten, voor den werkman zullen voortvloeien, eenige beschouwingen aan eene bewering van een zijner tegenstanders, die uitrekende dat de helling van een graanrecht ad f3 per 100 Kilogr. den Nederlandschen graanbouwer slechts eene vermeerdering van inkomsten van circa 17 millioen gulden zou bezorgen, maar daarentegen aan graanbouw en veeteelt eene vermeerdering van uitgaven van niet minder dan circa 30 millioen gulden zou opleggen. Hoe is het echter mogelijk, vraagt de heer D., dat in het schier ondenkbaar geval zelfs, dat de bescherming geen ver meerdering van arbeid zou uitlokken, het ééne gedeelte der bevolking daarbij méér zou verliezen, dan het andere gedeelte er bij wint Omdat, vraagt hij, wat de landbouwbe- scherming betreft, niet alleen de binnenland- #ehe granen duurder zullen worden In hooge mate vergist zich degene, die dit mede- telt als een schadepost. Waar is het, dat Nederland niet voldoende graan oplevert voor ons land en dat wij ondanks de graanrech ten, buitenlandsch graan zullen moeten koo- peu, waarvoor de verbruiker, evenzeer als voor het binnenlandsche, een hoogeren prijs zal moeten betalen. Maar tengevolge daar van gaat van het nationaal vermogen niets verlorenwant al wat de verbruiker voor het binnenlandsche graan méér betaalt wordt genoten door den binnenlandsehen landbouw, terwijl alles wat voor het buitenlandsche méér wordt betaald, in zijn geheel wordt terug gevonden in de schatkist. Is dit laatste in den vorm van vermindering van andere belastingen een rechtstreeksche vergoeding voor den verbruiker, een meer dan ruime middellijke vergoeding vindt hij in hetgeen hij meer betaalt aan den binnenlandsehen landbouw. De heer D. verklaart het intus- schen onmogelijk, dat de bescherming geen arbeids-vermeerdering zal medebrengen of men moet beschermende maatregelen gaan toepassen op een tijd dat er geen gebrek is aan arbeid. Maar in het omgekeerde geval brengt de bescherming bepaald gelegenheid tot wei ken en gaat zij onvermijdelijk gepaard met arbeidsvermeerdering voor het volk. De viijhandelaar^die aan de bescherming slechts de macht toekent om de prijzen te verhoogen ten voordeele van den een, maar ten nadeele van den ander, ziet dit voorbij. De protec tionist daarentegen ziet in bescherming over vloedige!] arbeid, en terwijl verhooging der prijzen het middel is, is juist arbeidsvermeer dering zijn doel. Die verhooging van de prijzen acht hij ook niet onbillijk, omdat iedereen, binnen de grenzen van hetzelfde land, van de bescherming kan profiteeren iedereen kan optreden als mededinger in de beschermde vakken, of er zijn kinderen in doen opleiden, zoodat men in plaats van de zoogenaamd »te dure" prijzen te betalen als verbruiker, daarentegen als voortbrenger van de »te dure" prijzen kan genieten. Deze mededinging men gevoelt het treedt op als regelaarster van de prijzen der voort brengselen van hetzelfde land. Met zekere voldoening wijst de heer D. hier op het door den heer C. Mees indertijd uitgesproken gevoelen, dat sop den duur en gemiddeld alle inwoners van hetzelfde land welk bedrijf zij uitoefenen, voor gelijke moeite eene even groote hoeveelheid van buitenlandsche arti kelen kunnen bekomen. Waar de prijzen van alle voortbrengselen gedaald konden zijn als gevolg van het niet toepassen van bescher mende maatregelen en van de daaruit voort vloeiende vermindering van arbeid en ver mindeling van den arbeidsprijs (loon, winst, rente enz. per uur of per voortbrengsel), daar kan de passieve bescherming thans die van den landbouw bij het terugschen ken van den verloren arbeid, langs den weg der arbeidsvermeerdering den arbeidsprijs weer verhoogen en de prijzen van de meeste voortbrengselen doen stijgen maarniet alleen de graanprijzen stijgen dan, doch ook de prijzen van vele andere zaken, en dit tot groot voordeel van het geheele land, dat met die stijging der prijzen ook algemeen# arbeids vermeerdering en algerneene verhooging van de arbeidsbelooning gepaard ziet gaan. Zouden echter die vermeerdering van den arbeid en die verhooging der arbeidsbelooning achterwege blijven, dan zullen ook de graan prijzen niet stijgen, daarvoor blijft destelling van den heer Mees ons borg, zegt de heer D.men zou zich dan ook niet behoeven bang te maken voor duur brood als gevolg van en ander vergezeld zal gaan, bijzaak is. Want gaat die stijging als gepaard met verhooging van loon per uur, met vermeerdering der winst en kapitaalbelooning per voortbrengsel, zij veroorzaakt ook dat de uitgaven in nage noeg dezelfde verhouding stijgen. Maar het voordeel, dat aan overvloediger arbeid ver bonden is, blijft bestaan, want de uitgaven voor eenzelfde hoeveelheid voortbrengse len nl. vermeerderen niet naar verhouding van hetgeen meer verdiend wordt, omdat men méér werkt en méér voortbrengt. Hooge prijzen, zoo zegt de heer D. eindelijk, zijn het doel niet, zij zijn slechts middel, maar tegelijk zijn zij een kenteeken van welvaart want »dure landen zijn welvarende landen," dat men de economisten raadplege, en aan- toone dat er één is die dit tegenspreekt De heer Diepen wijdt vervolgens een hoofdstuk aan de beschouwing van de voor- deelen, welke op directie wijze voor den landbouw en voor de volksnijverheid in 't algemeen, uit de heffing van graanrechten zullen voortvloeien. Wij willen in een volgend nommer trach ten, den heer D. in zijne uiteenzettingen over dit onderwerp te volgen. eene bescherming, welke niet de oorzaak zou zijn van méér arbeid. Maar in de gegeven omstandigheden moet een werkelijk vol doende landbouwbescherming met algerneene arbeidsvermeerdering gepaard gaan. En in die vermeerdering van den arbeid is het groote voordeel gelegen van de bescherming waarbij de stijging der prijzen, waarvan een AMERIKA. Bij de eindstemming over de plaats tot het houden der wereldtentoonstelling in het Huis van afgevaardigden der Vereenigdè Staten te Washington verkreeg Chicago 137, New- York 92 St. Louis 53 en Washington 34 stemmen. De reden waarop het Huis Chicago heeft aangewezen als de plaats voor de wereldten toonstelling, blijkt gelegen te zijn in de be duchtheid van vele republikeinen dat de tentoonstelling, zoo zij te New-York werd gehouden, middellijk te veel kracht zou verleenen aan de democratische partij bij de president-verkiezingen in 1892. Ofschoon het nog hoogst onzeker is, of ook de Senaat zich voor Chicago zal verklaren, verwekte het besluit van het Huis van afgevaardigden groote geestdrift. Te Chicago werden op tochten gehouden, illuminatiën aangebracht en vuurwerk afgestoken, terwijl de vreugde der burgerij zelfs ter beurze eene algerneene rijzing der prijzen veroorzaakte. De stad Chicago, die reeds eene som van 1 millioen pond sterling bijeengebracht heeft, zal nog eene even groote som leenen. Volgens het wetsontwerp moet Chicago alle onkosten van de wereldtentoonstelling dragen, zelfs die voor inzendingen van staatswege.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1890 | | pagina 1