In vrije uren. FEUILLETON. B N N E N L A N Mijnhssr Jan Rijkaard's Zwager* BELGIE. In Hen Senaat heeft gisteren de minister van bnitenlandsche zaken, in antwoord op de door den heer Van Put gehoudene rede, be vestigd, dat de Belgische regeering de uit- lioodiging van den Duitschen Keizer tot deelneming aan de conferentie voor het ar beiders-vraagstuk heet aangenomen. De minister voegde er bij, dat hij geene op helderingen kon geven ten aanzien der in struction, die aan de vertegenwoordigers van België ter conferentie zullen worden verstrekt. De heer Balisaux, van de linkerzijde, keur de de houding der regeering goed. De heer Van Put verklaarde, dat hij het betreurde, dat zijn denkbeeld (eett voorstel tot ontwa pening) beantwoord is met een fin de non receooir. De minister Beernaert antwoordde Van een fin de non recevoir is hier geen sprake. Mijn ambtgenoot heeft alleen gezegd, dat wij voor dit oogenblik in geene ophel dering kunnen treden. DUITSCI1LAND. In verband met de voor de deur staande herkiezingen verdient het volgende telegram in de Hamburger Nachrichten de aandacht. Het bedoelde telegram luidt «Naar men uit vertrouwbare bron ver neemt, is de kwestie van Bismarck's uittre den uit bet Pruisische staatsministerie, en misschien zijn aftreden als Rijkskanselier, wel ter sprake gebracht, doch bare beslis sing voorloopig verschoven geworden. Met het oog op den uitslag der verkiezingen heeft de Rijkskanselier zijn besluit omtrent zijn terugtreden uit het openbare leven nog uitgesteld." Aldus het bericht hi het Hamburger blad. Aan den anderen kant staat het vast, dat prins Bismarck zelf, en meer nog zijn gezin, herhaaldelijk den dringenden wensch heeft uitgesproken om zijne laatste levensjaren vrij van ambtelijke zorgen en zoo rustig mogelijk te slijten. De Duitsche gezant, te Parijs, graaf Mun ster, is liet met Spuller eens geworden over de hoofdpunten betreffende Frankrijk's deelneming aan de arbeids-conferentie te Berlijn. Spuller heeft dus officieel aan graaf Munster Frankrijk's aanvaarden van de uitnoodiging meegedeeld. In de Rijnsch-Westfaalsche kolenmijnen 28) IX. Mijnheer Jan Rijkaard en Mevrouw Rijk aard, geboren Kaas, iiadden dan dien middag voor eenige dagen hunne stad verlaten en waren met den trein naar Rosendaal, de be kende stad in Noord-Brabant, gespoord. Bij hunne aankomst namen zij hun intrek in het voornaamste hötel dier stad en besloten, om eerst den volgenden dag het eigenlijk doel van hun reis te bereiken. Terwijl me vrouw Rijkaard maar liefst dien avond hare kamers hield, zou mijnheer Jan Rijkaard zich later introduceeren in de sociëteit der stad. Hij bracht dien avond allerprettigst door in den kring van een gezellig clubje van lieeren tracteerde ten laatste nog op champagne en keerde in zulk een vroolijke stemming naar zijn hötel tegen één uur in den nacht terug, dat de kellner het raadzaam vond, om mijn heer Jan Rijkaard maar een arm te geven, toen hij de breede trap opging en pogingen deed om zijne kamer op de eerste étage op te zoeken. Mijnheer Rijkaardsliep spoedigin en droomde van Deimelsberg en Steele is gisteren eene gedeeltelijke werkstaking uitgebroken. FRANKRIJK. De hertog van Orleans heeft in de ge vangenis te Clairva'ux dezelfde vertrekken, welke voor jaren de beroemde Russische schrijver prins Krapolkine bewoond heeft, die wegens zijne revolutionaire propaganda ver oordeeld werd. Het staat den hertog vrij zijn eten van buiten de gevangenis te laten komen. De gravin van Parijs, zijne moeder, en hare dochter zullen daarom haar intrek nemen op het kasteel d'Arc, toebehoorende aan haar broeder, den prins van Joinville, gelegen op eenige minuten afstands van Clairvaux. De hertog De Luynes heeft toestemming ver kregen twee maal per week den prins te bezoeken, niemand anders mag hem bezoe ken dan met forrneele machtiging van den minis^r van justitie. Als bewijs der goede verstandhouding tus- schen de Republiek en Rusland diene, dat op het eerste verzoek van den militairen attaché toestemming werd gegeven, een kolonel van den Russischen staf de bewer king van het Lebel-geweer in de rijks wapen fabriek te laten bestudeeren. ITALIË. De minister-president Crispi heeft gisteren in de Kamer geruststellende verklaringen gegeven over de verhouding van koning Menelik tot Italië. Zijne troonsbestijging had de Koning direct aan de mogendheden medegedeeld, in strijd met het verdrag, daar toen geen ltaliaanscii vertegenwoordiger in Abyssinië vertoefde. Officieuze telegrammen uit Rome spreken op stelligen toon de uit Soekin verspreide geruchten tegen, volgens welke Italië voor nemens zou wezen, zijne troepen naar Kas- sala te doen oprukken. De telegrammen betreuren die geruchten als kuiperijen om tusschen Italië en Engeland verdeeldheid fe zaaien. OOSTENRIJK - HONGARIJE. Uit Pest wordt van gisteren gemeldTen gevolge van een hevig rumoer, dat gisteren in de Kamer ontstond, doordien de voorzit ter den heer Alranyi tot de orde had ge roepen, daar deze den minister Tisza had aangevallen, verklaarde de voorzitter heden, hij het openen der zitting, dat hij de vrien den van Alranyi bij zich heeft ontvangen, en in dien nacht over zijn schat, in de brandkast bewaard liggend en zoo veilig staande op zijn goed gesloten kantoor. Het was reeds ver in den ochtend, toen hij ontwaakte, en opstond, brommend over den slechten wijn, waarvan hij gelukkig, gelijk hij tot zijne vrouw zeide, maar zeer weinig gedronken had; anders toch, verbeeldde hij zich, dat zijn hoofd be paald van een gespleten zou zijn. Na het ontbijt gelastte hij de kellner het rijtuig te laten voorkomen. Want het doel van hun reis was Gastel, een dorpje, een uurtje van Rosendaal verwijderd. De eerste trein uit Holland was reeds aangekomen en een reizi ger in manufacturen, dien ochtend uit Holland aangekomen, maakte zich gereed, om met zijn stalendoos in de hand een bezoek aan zijne cliënteele in de stad te brengen. Mevrouw Rijkaard had reeds plaats ge nomen in de prachtige barouchet, en mijn heer Rijkaard was op het punt naast zijne vrouw zich neder te zetten, toen hij zich nog even bedacht en in de gang van het hotel terugkeerde. «He daar, roept hij met eene vervaarlijke stem, is de post uit Holland al bezorgd Geene brieven aan het adres van mijnheer Jan Rijkaard?" De kellner, die dien nacht de wacht heeft gehouden, schrikt op uit zijn dutje en vliegt de gang in met de doodnuchtere vraag: «Heeft mijnheer geroepen?" »,!e bent toch niet doof, hoop ik, vraagt mijnheer Rijkaard op norschen toonzijn de hij deze gelegenheid gewisselde ophelde ringen hebbende vrienden van Alranyi tevreden gesteld. De oppositie heeft echter hierover eene scherpe discussie gevoerd, en eene groote agitatie was er het gevolg van. Schiedam, 27 Februari 1890. Bij kon. besluit is tot lid van het, college voor de zeevisscherijen benoemd de heer H. Kikkert, te Iflaardingen. Burgemeester en Wethouders van Schie dam, brengen ter kennis van de belangheb benden, dat de Militieraad, in het 2de dis trict van Zuid-Holland, voor deze Gemeente op Donderdag den 20 Maart aanst., des voormiddags ten 10 ure, zijne Eerste Zitting zal houden te Rotterdam, in het Oude Man nenhuis aan de Hoogstraat aldaar. Zij brengen tevens in herinnering Art. 19 der Wet op de Nationale Militie van den 19 Augustus Staatsblad No. 72), luidende In de Eerste Zitting van den Militieraad wordt uitspraak gedaan omtrent: de ver schenen vrijwilligers voor de Militie de Lo- telingen, die reden van vrijstelling hebben ingediend; de Lotelingen in de Art. 55 en 56 bedoeld; olie overige Lotelingen. Dientengevolge roepen zij op de Lote lingen der lichting van 1890, om ten be paalden dage, ure en plaatse voor gemelden Militieraad te verschijnen. Aan het commissariaat van politie zijn als op straat gevonden aangegeven een zilveren armbandje, een Duitsch R.-K. kerkboekje, een zilveren oorknopje met steentje, een paar blauwe wollen kousen en een rood smous- hondje. De Noord Westelijke groep der Vereeni- ging van Duitsche ijzer- en staalindustri- eelen heeft in hare vergadering te Dussel- dorp met algemeene stemmen zich aange sloten bij het adres van de Kamer van Koop handel te Manheim, om aan de Regeering te verzoeken, den ondernemer der Duitsche gesubsidieerde stoomvaartlijn op Oost-Afrika de verplichting op te leggen, de schepen op de heen- en terugreis te Rotterdam als tusschenstation te doen birmenloopen. er geene brieven voor mij aangekomen?" Zonder zich verder te bedenken, antwoordt de kellner: «Geen enkele voor u, mijn heer sWij keeren tegen den avond terug," bromt mijnheer Rijkaard en stapt het rijtuig in. «Vooruit!" klinkt het uit den mond van den koetsier en op dat woord zet zich het tweespan in beweging en rijden de paarden in een goeden draf vooruit. De reiziger in manufacturen heeft wel altijd groote haast, maar hij weet toch gaarne alle nieuwtjes. Hij wacht dus even (te weder komst van den kellner in de benedenzaal af en vraagt dan «Is dat mijnheer Rijkaard uit Haarlem?" »Om u te dienen, mijnheerheeft u ken nis aan hem?" «Dat juist niet; maar ik schrik er toch van, dat hij zoo rustig uitrijden gaat, terwijl hij toch in dezen nacht doodarm gesto len is." De kellner ziet hem verbaasd aan en is in eens klaar wakker geworden. «Het zal toch niet waar zijn, hoop ik, wat gij zegt? Die mijnheer Rijkaard moet verschrikkelijk rijk zijn." «Geweest, vriend, geweestroept de rei ziger uit; de politie zal wel naar de dieven zoeken, maar die lui zijn zoo gauw als water, zij zijn over de zee, voordat ge het weet." «Maar vertel mij dan toch, wat er van nacht gebeurd is gij praat erover, of wij

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1890 | | pagina 2