FEU I L L F i ON. Ia vrije uren. BINNENLAND. Mijnheer Jan Rijkaard's Zwager. teren onder de Parlementsleden rondgedeeld. Uit eene dépêche van 25 Juli van het vorige jaar blijkt, dat het Italiaansch-Aethiopisch tractaat Italie's rechten op Keren en Asmara erkent. OOSTENRIJK-HONGARIJE. De Keizer heeft eergisteren een bezoek gebracht bij de familie van graaf Andrassy, om haar met het jongste verlies te condo- leeren. - 3000 bakkersgezellen te Weenen hebben besloten het werk te staken, indien binnen veertien dagen hunne eischen niet door de patroons worden ingewilligd. Ia de begrootings-commissie heeft gisteren dr. Herbst de intrekking gevraagd van alle ministerieele besluiten en van alle uitzonde ringswetten, welke te Weenen tot onderdruk king van de socialisten worden toegepast. Graaf Taalïe antwoordde, dat zoolang de Rijksraad zich niet onomwonden verklaart over de wetten tegen de anarchisten, de uit zonderingsmaatregelen niet zullen worden ingetrokken. ROME. De H. Vader heeft zich gelukkig eeniger- mate hersteld van de eerste smart over den dood zijns hoogwaardigen broeders. De eerste twee dagen na het sterfgeval sloot Z. II. zich op in zijne vertrekken, waar alleen zijn opperkamerheer toegang had. De latere audientiënen plechtigheden werden uitgesteld. Zondag jl. echter is Z. H. de beeltenis en reliquieën gaan vereeren van den op40 dezer zaligverklaarden bisschop Ancina,en Maandag ontving Z. H. de gelukwenschen van de di plomaten ter gelegenheid van den 12en verjaardag zijner Pauskeuze, waarna de ge zanten van Frankrijk, Oostenrijk, Spanje en Monaco in afzonderlijke audiëntie werden ont vangen. Schiedam, 28 Februari 1890. De Minister van Justitie heeft den inspec teur van den arbeid dr. II. F. Kuijper aangewezen voor de eerste inspectie ter standplaats Bredaden inspecteur D. P. van Löben Seis voor de tweede inspectie ter standplaats Zwolle en den inspecteur H. W. E. Struve, voor de derde inspectie, ter standplaats Haarlem. Door tusschenkom.it van Ged. Staten zijn de gemeentebesturen uitgenoodigd tenbehoeve van het departement van Binnenlandsche Zaken een tabellarisch overzicht van de in de gemeenten aanwezige bewaar- en klein- kinderscholen in te zenden, met vermelding of in het jaar 1889 nieuwe zijn opgericht of bestaande opgeheven. Bij de verkiezing voor de Koloniale Staten van Suriname is met 108 van de 119 geldige stemmen gekozen de heer mr. C. J. Heylidy, die echter verklaard heeft de benoeming niet aan te nemen. In het Politieblad zijn gesignaleerd twaalf schepelingen van de Tromp, die te Ensenada deels van passagieren achtergebleven, deels van boord weggeloopen zijn. Naar het Dbl. v. Z.-H. mededeelt, is de nieuwopgetreden minister van Binnenlandsche Zaken, mr De Savorin Lohrnan, voorloopig de gast van zijn ambtgenoot van Koloniën, mr JE. baron Mackay. I De Jndépendance beige, melding makende van het gala-diner ter gelegenheid van 's Konings verjaardag ten Paleize Het Loo, weet mede te deelen, dat Z. M. in HDs. onderhoud met den Belgischen gezant, baron d'Anethan, naar den gezondheidstoestand van de Belgischekoninklijke familie heeft gevraagd, HDs. diep leedwezen heeft te kennen gegeven over het afbranden van het kasteel te Laeken en baron d'Anethan verzocht, zijn doorluch- tigen Souverein te willen verzekeren van Zr. Ms. oprechte deelneming in het verlies, dat de koninklijke familie had geleden door de verwoesting van dit kasteel, waaraan zooveel herinneringen zijn verbonden. Op 20 Maart a. s zal te Rome eene in ternationale conferentie worden gehouden over het comptabiliteitswezen bij de spoor wegen. Ook de Nederlandsche spoorwegen zullen daar vertegenwoordigd zijn. De bekende Helsdingen, te Rotterdam, zal zich geheel aan de socialistische propa ganda wijden en heeft daarom voor zijn be trekking aan een fabriek aldaar bedankt 59) IX. De kellner van het hotel behoorde tot dat soort van menschen, die meer dom dan kwaad moeten genoemd worden. Hij was, wat men noemt: een goeje kerel: dikwijls erg onhandig en vaak door verzuimen het andere lastig makend; maar toch een goeje vent, die het immer goed meende bij alles, wat hij deed en bij alles wat hij niet deed. »Hij moest er waarachtig nog kwaad bij zijn!" riep eens een driftig logé uit, die door de schuld van den goejen kerel la grande vitesse naar Parijs gemist had. En zoo was het ook; deze goeje kerel was te onbedui dend, om hem voor iets degelijks te kunnen gebruiken. Nu wil ik gaarne bekennen, dat ik veel van goede menschen houd; maar ook, ik kan het niet verzwijgen, dat ik een ergen hekel heb aan wat men gewoon is, een goejen kerel, een goejen vent te noemen. Let er maar eens op; zulk een goeje kerel brengt iemand telkens in het ongereede. In letter lijken en in overdrachtelijken zin kunt ge van zoo'n goejen vent zeggen, dat hij iemand immer in den weg loopt. Hij is een ware plaag voor sanguinische menschen, wier drift, telkens opgewekt dooi' zijne onhebbe lijkheden, tot geene uitbarsting komen kan. Ge kunt zoo'n goejen kerel niet bij zijn kraag de deur uitgooien, daar is hij te goed voor; ge zoudt het geheele publiek tegen u krijgen. y>Foei zoo'n goeje man Maar intusschen zijt ge het kind van de rekeninguwe eigene zaakjes loopen telkens scheef door zijn ver zuim en zijne onhandigheden; hij zal u zel den tegensprekenhij verdraait zijne flauwe oogen tot smachtende blikken als gij eens uitrazen wilt tegen hem; gij zoudt voldaan zijn, als hij ook maar eens kwaad en driftig werd, maar dat wordt hij nooit, want hij kan het niet, er zit geen moed in die ziel van zulk een goejen kerel. Vertrouw hem maar nooit iets belangrijks toe, want de meeste keeren zult gij spijt gevoelen, het gedaan te hebben. Gij kunt nimmer staat maken op hem. Hij wil alles voor u doen maar bij dat willen blijft het. Hij deugt niet voor anderen, maar hij deugt ook niet voor zich-zelven. Hij wil voor een ieder goed zijn, maar zeker is het, dat hij voor zich-zelven te goed is. Zijn gepornrnadeerd hoofd diep voor over gebogen, gaat de kellner voort op den grindweg naar Gastel. Hij is zich bewust van al het gewicht der zending, waarvoor hij nu op reis is, maar hij is er zeker van, dat hij deze zaak tot een goed einde zal brengen. Nu Gisteren-avond ontstond erin de Dijkstraat, te Kralingen, een hevige brand. De bewoners der buurt trachtten het vuur aanvankelijk met emmers water te blusschen, wat echter, ondanks alle krachtsinspanning, niet mocht gelukken. Daarna werd alarm gemaakt, en toen de brandweer op het terrein verscheen, stond het gebouw in lichte laaie vlam. Het gelukte de brandweer den brand te blusschen. Naar wij vernemen, is van de inboedels der bewoners niets verzekerd. NR. Ct.) De heer P. H. van Alphen Jr.,sinds acht- en-veertig jaren werkzaam ter griffie van de Tweede Kamer, in de laatste vijf jaren als referendaris, is eergisteren te 's-Hage over leden. Het stoffelijk overschot van den heer van Alphen zal morgen (Zaterdag) op de R. K. begraafplaats aldaar worden ter-aarde-be- steld. De zaridhoogte achter het Hotel Zeermt te Scheveningen, wordt, zooals men weet, door de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschap pij opgeruimd. Eiken dag rijden 70 zand- bokken heen en weder van Scheveningen naar Schiedam. Het opladen van het zand geschiedde door 30 man, doch gisteren is dat aantal verdubbeld, zoodat die heuvel weldra tot het verledene zal behooren. Men is ook reeds begonnen aan de te maken trap ach ter het Hotel Zeerust, welke een breedte krijgt van 9 meter en!6 treden zal tellen. Men staat dan. wanneer wen die trapaan de zijde van Zeerust is opgeloopen, direct voor het station der Hollandsche Spoorwegmaatschappij aan het strand. Door de heeren Spakler en Tetterode moet aan den burgemeester van Amsterdam flOOO voor het brandweer- en flOUO voor het po- litiefonds zijn gegeven, in dank voor het op treden van de korpsen, waardoor bij den brand van de Stadsschouwburg de suikerfa briek op de Lijnbaansgracht gespaard bleef. Uit een entrefilet in de Standaard meent de Tijd te mogen afleiden, dat van de kan didatuur van den heer Keuchenius voor het district Goes is afgezien. De Standaard zegt, dat de heer Keuchenius zelf omtrent de teedere kwestie van zijn wederoptreden en dan haalt hij uit zijn borstzak den brief te voorschijn en beziet iedere letter van het adres zoo aandachtig, als een geleerde oud heidkundige de letters van een oud perkament manuscript zou bestudeeren. Op zijn week, bloemzoet gelaat verschijnt telkens een te vreden lachje. Hij bewondert zijn eigene slimheid, die hem zoo in eens heeft laten inzien, dat deze brief een bericht van de bonne is aan de diep getroffen ouders van het ongejukkig meisje. Hij zal tegenover dien arm geworden mijnheer Rijkaard dezelfde beleefde voorkomendheid blijven in acht nemen, die hij hem gisteren-avond bewezen heeft, toen hij nog als de schatrijke mijnheer Rijkaard zijn intrek nam in het hotel. Hij zal hem voorzichtig voorbereiden op het be richt van zijn onherstelbaar ongeluk. Hij zal hem troosten, hem opbeuren, hem moed inspreken. In zijne verbeelding neemt hij dien mijheer Rijkaard reeds vertrouwelijk onder den arm en wandelt met hem naar het rijtuighij zet zich tegenover Mevrouw neder in de barouchet. «Och goede men schen, zoo zal hij troostend zeggen, ik zelf ben ook slechts een arm man, maar troost u een mensch, die arm is, kan toch zoo innig goed zijn." »Als zij aan het hótel zijn gekomen, zal hij er wel voor zorgen, dat de arme mijnheer Rijkaard het fooitje in zijn zak houdt, dat de koetsier toekomt. Hij zelf zal dat wel doen. «Bewaart in 's hemelsnaam uwe laatste kwartje, mijnheer,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1890 | | pagina 2