Ingezonden. GEMENGDE BERICHTEN. ï'equireeren, althans eenigermate de uitvoering van kwade voornemens beperkt. Reeds vóór acht dagen hebben de ongeregeldheden ern stig eenen aanvang genomen glazen werden verbrijzeld, politiebeambten bedreigd, zoodat (ieze zelfs van vuurwapens moesten gebruik rnaken, terwijl door den kantonrechter van ^alt-Bommel nog dezelfden avond in loco een onderzoek is noodig geoordeeld en inge steld. Zeer te betreuren is het dat de justitie geen termen aanwezig heeft gevonden, om de belhamei's intijds onschadelijk te maken. Ken bigde T>oo«lscïi»p. Nadat Zondag-morgen alle leden der St. Jo- zefs-gezellen-vereeniging te Rotterdam, met een dankbaar hart hun overleden eerw. presi dent Augustinus Zegers herdenkend, eene H. Mis bijgewoond hadden en gedurende dezelve tot de 11. Tafel waren genaderd, werd hun tij dens het ontbijt, hetwelk door de ijverige zorgen des Bestuurs in het Gezellen-gebouw was aangericht, medegedeeld, dat de nieuw benoemde President, prior H. Verhoeven, kapelaan der kerk van het H. Hart, in de rniddag-vergadering zijne intrede zou doen. Lang reeds voor den gestelden tijd waren beide zalen overvol en met spanning en blijde verwachting werd de komst van Z. Eerw. tegemoet gezien. Na bet gebruikelijk gebed nam de Vice-President, pater Van der Veer, het woord, en schetste de verslagenheid welke zich vóór 2 weken van allen had meester gemaakt, bij het vernemen van den dood van den laatst gestorven President. Onze hoop echter wordt verlevendigd bij de ge dachte, dat God niet alleen slaat maar ook weder geneest; ja, zoo gaat hij voort, wij herkennen de zalvende hand Gods, waar Hij ons in prior Verhoeven een waardigen Presi dent terugschenkt. Spr. leest als nu de Bis schoppelijke bekrachtiging voor van de door het Bestuur gedane aanbeveling. Met een kort maar welsprekend woord lichtte spr. vervol gens toe, hoe steeds de steun van Bestuur ders en Commissarissen de taak der Presi denten aanmerkelijk had verlicht, terwijl goe den wil, tevredenheid met hun stand, eerbied voor het gezag en liefde voor den priester president onmiskenbare eigenschappen van deze Vereeniging waren. 't Verheugt mij, zoo eindigde de eerw. spr., onder u te mogen werken aan het wel zijn der katholieke jongeliedendat allen de achting en liefde de vorige Presidenten toegedragen, ook op u mogen overbrengen, dat gij gesteund door de genade des Almach- tigen, moogt medewerken om de Rotterdam- sche St. Jozefs-gezellen-vereeniging tot grooter bloei op te voeren, ziedaar de innigste wenschen mijns harten. om voor zijne moeder te verbergen, dat liij zoo moe ismaar hij kan zich toch niet lang meer staande houden spoedig zoekt hij zijn kamertje op en zijne zuster moet hem helpen bij bet uitkleeden, want hij zou waarlijk het niet meer alleen hebben kunnen doen. Nauwelijks ligt hij op zijne legerstede, of de koorts grijpt hem aan. Het is niet een gelijke koorts, als die, welke voor zes weken mijnheer Rijkaard aangreepPieter blijft alles zien en gevoelen maar toch zijn hoofd gloeit en het is hem alsof zijne longen bran den in zijn binnenste. Zijne zuster durft hem bijna niet alleen te laten, zoo kort als zijne ademhaling wordt. >Eene koude, zegt Pieter nog geruststellend, gij moest mij eens een kom warme thee geven.'' Ja, als hij maar aan het zweeten kan komen, dan zal Bij morgen veel beter zijn. Maar als na een Uurtje zijne zuster nog eens zien komt, dan is zijn huid nog even droog en strak, maor nu nog gloeiender, dan zoo straks. «Pieter, zegt zij met tranen in de oogen, gij zijt hard ziek, ik zal dokter Edeling gaan vragen, of hij niet eens komen wil." Zij Wacht het antwoord van Pieter niet af, maar ijlt naar den menschlievenden dokter, die tiiet boos zal worden, ook al zou het niet zoo noodig zijn, als zij wel denkt op het °ogenblik. Dokter Edeling is in zijne stad beroemd en bemind om zijne hulpvaardigheid voor de Het daverend handgeklap, hetwelk nog aanhield, toen reeds de nieuwbenoemde de plaats des vorigen sprekers had ingenomen, was een welsprekend getuigenis van de gevoo- lens der hoorders. Was reeds de indruk groot, door pater Van der Veer's korte reden gemaakt op de gemoederen der gezellen, had de geestdrift als 'tware gezegevierd over de rouw bij't eerste optreden van president Verhoeven heeft hij zeker alle harten gewonnen, ook van hen die niet in de gelegenheid waren, op te merken hoe hij reeds spoedig na zijne komst te dezer stede van elke gelegenheid gebruik maakte om van zijne sympathie met Kolping's stichting te doen blijken. In het kort weêr te geven wat door dezen met zooveel warmte werd gezegd zou eene ijdele poging zijn. Beminde Broeders, zoo vangt hij aan, toen mij 2 of 3 dagen voor den dood van uwen vorigen President, door dezen werd medegedeeld, dat het tot zijn vurigste wenschen behoorde, dat ik hem eventueel in het presidium der Gezellen-Ver- eeuiging zou opvolgen, werd in mijn ziel, ik rnag het niet verhelen, een groote kamp gestreden. Vreugde worstelde met vreeze. Aan de eene zijde verblijdde het mijn hart, in de gelegenheid te worden gesteld mijne zwakke krachten te benuttigen in het belang der katholieke jongelingschap was het mij eene eer, in deze dagen van strijd, waarin zich de noodzakelijkheid van het bestaan van vereenigingen voor den goedgezinden werk man meer dan ooit doet gevoelen, mede te mogen strijden tegen de kwalen, voortge bracht door bet modernisme onzer eeuw aan den anderen kant stonden bezwaren, welke m. i. niet gering te schatten waren. De oprichter dezer Vereeniging, de groote pater Koors z. g. genoot niet alleen uwe achting en liefde, maar was de vriend van alle Katholieken te dezer stedeen wat pater Zegers z. g., voor u allen is geweest, is 't noodig dit voor uwen geest terug te roepen? Hij toch heeft het plantje van zijn voorganger verzorgd met grootheid van ziel, met edelmoedige liefde en zelfopofferinghij heeft voor de zaak van den katholieken werkman gestreden en geledenja wij mo gen wel zeggen dat de last welke hem drukte, zijnen dood heeft bespoedigd. Ja mijne broeders, wanneer wij binnen weinig tijds het nieuwe gebouw zullen be trekken, zal alles ons daar spreken van den onvermoeiden ijver waarmede hij altijd was bezield, en we zullen ons meer nog overtui gen, dat zijn arbeid een ware triomf voor de katholieke Kerk is geweest. Dan, mijne tegenwerpingen werden zooal niet weggenomen, dan toch verzwakt, toen pater Zegers en na zijn dood het Bestuur mij wezen op den steun en goeden geest, welke ik aan alle zijden in de Vereeniging ruimschoots vinden zou. Inde eendrachtige stemming waarmede het Bestuur mij het armen. Dag en nacht staat hij gereed, om zijnen lijdenden evenmensch te hulp te ko men, en ook dan, als hij redenen genoeg heeft, om bij zich-zeiven te' denken, dat het juist niet noodig was, om hem zoo haastig bij een zieke te roepen, gaat hij even wel willend weder naar zijn huis terug, als hij aan bet ziekbed is gekomen. Hij is een rijk man, die met geene andere bedoelingen zijne drukke praktijk waarneemt, dan om te vol doen aan de edelste gevoelens van zijn goed hart. Dat goede hart is in staat om de overdrevene bezorgdheid te gevoelen, die ook de armen voor hunne zieken hebben kunnen. Hij duidt bet hun niet ten kwade, wanneer zij ook al eens misbruik maken van zijne bekende hulpvaardigheid en op een ontijdig uur hem ontbieden bij een zieke, die ge voegelijk tot een tijdiger uur op zijne hulp bad kunnen wachten. «Die menschen denkt hij, hebben zoo weinig verstand van ziekten, geen wonder, dat zij zich dikwijls onnoodig bezorgd maken maar zulke visiles staan in ieder geval het hoogst aangeschre ven in bet boek van den Vriend der armen in den Hemel." Dokter Edeling isPieter's zuster aanstonds gevolgd. Hij onderzoekt nauwkeurig den zieke, blijft hem oplettend geruimen tijd aan- I staren, en fluistert dan aan zijn oor, terwijl hij nog immer zijn polsslag blijft waarnemen. Pi eter, ge zijt hard ziek, kerel, als ik Presidium opdroeg, mocht ik wel de hand Gods zien en ik nam aan. Wat ik voor u zal trachten te zijn? Een gids, een raadsman, een vadersteeds zult gij mij bereid vinden een ieder uwer te steunen, zoo ik kan, op bet moeilijk levens pad. Vertrouwend dan op den bijstand van den grooten H. Jozef, onzen patroon, op wiens hulp ik steeds met kinderlijk vertrouwen heb gehoopt, en die mijne verwachting nog nim mer beschaamde, bemoedigd door de gedachte aan uwe welwillendheid, zal ik dan moedig pogen voort te gaan op den weg door mijne beide voorgangers ingeslagen, om aldus de Rotterdamsche St. Jozefs-gezeileti-vereeniging tot grooter ontwikkeling te brengen. Dat zij groeie en bloeie en rijke vruchten moge afwerpen voor de zedelijke en maatschappe lijke ontwikkeling der jongelieden Langdurig applaus was de tolk van den dank voor de beknopte maar kernachtige rede. De vooruitzichten voor de Vereeniging zijn thans meer dan schoon te noemen een nieuw, groot, uitmuntend gebouw, een toenemend ledental en een kracht- en ijvervollen presi dent. Het Bestuur en de Onderwijzers, welke mede tegenwoordig warenwensciitte Z. Eerw. geluk met zijne benoeming. Vereenigeu wij van ganscher harte onze wenschen met de hunne. Dat het U gegeven zij Zeer Eerw. President, jaren lang te strijden met een steeds toenemend heir van katholieke werklieden, saam gestroomd rond de banier van den H. Jozef', hen voorgaand met het glorievol kruisteeken. De edelste gaven waarover de werkman beschikken kanliefde, achting en trouw, zult gij U zien opgedragen. De H. Jozef be- scherme U en uwen arbeid R- A. D. Z. Als een zeldzaamheid kan men mededeelen, dat de echtelieden Cornells Martinus De Swart en Sara Van Oosterom te Asperen, op 15 Maart a. s. hun 60-jarigen echtvereeniging ho pen te vieren. Beide oudjes zijn nog welvarende en hebben den oorlog van 1830 en '31 te zamen medegemaakt. Dat het hun aan belangstelling niet ontbreken zal, daar be hoeven wij niet aan te twijfelen. Een arme vrouw in Den Haag verkocht dezer dagen een beleenbriefje van een hor loge. De kooper loste het uurwerk en be merkte, dat het een antiek werk was, waar voor men hem tot f 250 toe bood. Een der -wachthebbende matrozen te Sche- veningen, die gisteren bij hoogwater van in je plaats was, dan ging ik mijne rekening eens vereffenen met den grooten Heer hier boven. Er is r.og wel geen gevaar, maar die koorts kon wel eens heviger worden nog, en dan zoudt gij zelf niet veel lust meer hebben, om uwe rekening op te maken." »Ik heb er niets op tegen dokter, zegt Pieter welgemoed, maar u zal wel zoo goed zijn, om moeder gerust te stellen, niet waar «Laat dit maar aar. mij over, beste kerel ik zal wel zorgen, dat de Pastoor zoo eens toevallig bij uwe moeder in huis komt. Dan gaat bet overige van zelf. Hoe rustiger gij U intusschen houdt, hoe beter het voor u zijn zal. Neem trouw de poejers in, die ik u zal voorschrijven. Alvorens ik slapen ga, loop ik nog eens even bij u aan." Geen half uur later, was de Pastoor aan het ziekbed van Pieter de Kroeskop. Van de Pastorie was dokter Edeling naar liet huis van mijnheer Jan Rijkaard gegaan, om juf frouw Marie te waarschuwen, dat hun trouwe Pieter hard ziek was en dat bij liet ergste vreesde, wanneer hij indezen nacht de koorts niet meester werd. Terwijl de Pastoor alleen is met Pieter, beijvert zich Marie Rijkaard, om vrouw Dijk te bemoedigen. Dokter Edeling, zegt zij, is een knap mangij weet, hoe hij papa beeft geholpen. Hij zal niet minder voor onzen trouwen Pieter doen." Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1890 | | pagina 3