BIJVOEGSEL foelioorende bij de vao Dinsdag 1 April 1890. VERSLAG van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Schiedam, over den toe stand van Nijverheid, Handel en Scheep vaart in 1889. NIEUWE SCHIEOAMSCHE COURANT ALGEMEEN OVERZICHT. Gewaagden reeds voorgaande jaarverslagen van-«ten'kwij nenden toestand, waarin de hoofdtak van industrie in deze gemeente verkeerde, de gevolgen van dit, als het ware doorloopend, ziekteproces, zijn in het afgeloopen jaar niet achterwege gebleven. Waar toch onze nijveren successievelijk hunne eigen dommen aanzienlijk in waarde zagen verminderen, voor hunne producten over het algemeen slechts lage prijzen konden bedingen en aan vinnige concurrentie het hoofd hadden te bieden, daar kon het wel niet anders of »de strijd om het bestaan" werd voor hen zeer moeielijk. Enkele onzer industrieëlen zagen zich dan ook genood zaakt hunne betalingen te staken, terwijl niet weinige, in afwachting van gunstiger tijdsomstandigheden, hunne fabrie ken sloten. Voegt men bij dezen over het algemeen ongunstigen stand van zaken, nog den ontzettend hoogen standaard, waartoe het te verwachten is, dat de belastingen hier ter stede, ten gevolge van den grooten schuldenlast en de op hand zijnde openbare werken, zullen moeten worden opgevoerd, dan kan men niet zeggen, dat het heden en de toekomst zich rooskleurig laten aanzien. Onze b r a n d e r ij e n werkten door elkander genomen ook dit jaar weder met niet gering verlies. Niettegenstaande het aanzienlijk aantal branderijen, die reeds zijn geamoveerd en waardoor dus de moutwijn productie verminderde, was de prijs van den moutwijn in verhouding tot den prijs, die voor de grondstoffen moest worden besteed, gedurende de eerste helft van het jaar, bijzonder laag. Het bestaand en gerechtvaardigd prijsverschil tusschen ruwen spiritus en onzen moutwijn bleef zich echter ook toen, zoowel als in het ganéche afgeloopen jaar handhaven. Met de tweede helft van het jaar en de stijging der graanprijzen, kwam echter ook de zoolang gewenschte prijsverhooging van het hoofdpro duct onzer industrie. Die prijsverhooging mag worden toe geschreven aan den verminderden moutwijnvoorraad, veroor zaakt door het uitbreken of stilstaan van tal van bran derijen, zoo wel hier ter stede als elders, aan de ver- hooging van den prijs der grondstoffen en aan het niet met alle kracht doorstoken van verreweg de meeste fabrie ken, terwijl ook de »Schiedamsche Alcohol Fabriek" zeker lijk het hare hiertoe heeft bijgedragen. Bovendien mag niet uit het oog worden verloren, dat door de lage mout- wijnprijzen der voorafgaande jaren de vraag naar dit arti kel toeneemt, zoodat het in de toekomst te verwachten is, dat de prijzen zullen stijgen, althans niet lager zullen loopen. Is aan de eene zijde vermeerdering van vraag naar onzen moutwijn te wachten, aan de andere zijde valt het niet te loochenen, dat de spiritusfabrieken, met hun fabri- caat onzen moutwijn verdringen als grondstof voor andere producten. Wenschelijk is en blijft het de herziening onzer tarief wetgeving en der patentwet ter hand te nemen, waardoor veel tot verbetering van den toestand der branderijen kan worden bijgedragen. Het buitenland toch, dat zijn uitvoer door exportpremiën bevordert, gaat voort met hooge en hoogere invoerrechten op onze producten te heffen en op onze grenzen wordt op de van buiten komende pro ducten slechts een zeer bescheiden en louter fiscaal invoerrecht geheven, terwijl, zooals reeds herhaaldelijk door deze kamer is betoogd, wat de heffing van het patentrecht betreft, de brander onder veel onvoordeeliger condities werkzaam is, dan de groote spiritusfabrikant. Ook de gisthandel gaf in het afgeloopen jaar geen redenen tot tevredenheid. Wel is waar bleef het weg werpen van gist achterwege en konden door het niet met alle kracht doorstoken van verreweg de meeste bran derijen gemiddeld iets hoogere prijzen worden bedongen dan in het vorige jaar, doch de resultaten van den handel waren onbevredigend. Hoorde men aan het eind van het eerste half jaar nog gewagen van kleine uitkeeringen, aan het eind van het laatste half jaar bleven de dividenden niet alleen achterwege, doch moesten belangrijke sommen worden bijgepast. Het fabriceeren van Weener- of Schepgist werd aan zienlijk uitgebreid, zooi fat ook in dit artikel de concurrentie zich nijpend gaat doen gevoelen. De prijzen der spoeling waren in het afgeloopen jaar bijzonder laag, ja zelfs was op enkele momenten dit artikel onverkoopbaar. Door de hooge prijzen, die in het voorjaar voor het mager vee moesten worden besteed, was over het algemeen de vee stapel in het spoelingdistrict in vergelijking met voor gaande jaren, zeer gering, hetgeen natuurlijk den spoeling- prijs drukte. Ook de prijzen van ander veevoeder, als mesting en pulpe waren bijzonder laag, waardoor dus de spoeling aan meerdere concurrentie was blootgesteld. De Schiedamsche spoelingvereeniging gaat voort met suc ces meel te fabriceeren en dat artikel in den handel te brengen. Op uitbreiding der fabriek is men bedacht. Hoewel niet mag worden gezegd, dat de graanhandel in het afgeloopen jaar winstgevend is geweest, leverde deze gunstiger resultaten op dan in de voorafgaande jaren. Toch werd hier ter stede in verhouding geen voordeel genoten van de stijgende graanprijzen, omdat de prijzen aan onze markt geen gelijken tred hielden met de prijzen in het buitenland. De handel beperkte zich bijna uitsluitend tot het voor het verbruik noodige, terwijl de voorraad gering was. Het gebruik van maïs als grondstof voor het fabriceeren van moutwijn nam in groote mate toe. De scheepvaart vermeerderde niet. Het is te hopen, dat door mildere bepalingen voor de heffing van havengeld, scheepvaart en transito-handel zullen toenemen. Met het oog op de werkstakingen in het naburig Rotter dam, werden verschillende schepen hier ter lossing gezonden, hetgeen zeer veel bijdroeg om onze handelskaden tijdelijk te verlevendigen. De opheffing van elke belemmering voor den invoer van levend vee in Engeland, droeg tijdelijk bij tot bevor dering van den veehandel. Onze naburen schijnen dit echter met leede oogen aan te zien en beproeven al het mogelijke om het vroeger opgeheven verbod weder in werking te doen treden. Al meer en meer blijkt ons aanfokvee niet talrijk genoeg om aan de behoeften van den veehandel te voldoen. De vetmester ij was, wat het landvee betreft niet onvoordeelig. Vooral zij, die zich in het vroege voorjaar van mager vee voorzien hadden, konden voor het vette vee voordeelige prijzen bedingen. De vroeg invallende regen dwong de landbouwers het vee vroegtijdig te stallen. Wat het stalvee betreft, leverde de vetmesterij geen bevredigende resultaten op. Het dient hier nog vermeld, dat dit jaar voor het eerst weder na het ophouden der longziekte eene tentoonstelling van vee en pluimgedierte hier ter stede heeft plaats gehad, waar verscheidene onzer ingezetenen prijzen moch ten behalen. De schapenweiderij leverde door de vroegtijdig invallende regens zeer onbevredigende resultaten op. Het gebruik van gas als middel tot verwarming en als werkkracht is toenemend. Alhoewel de prijs van het water bij de gemeente waterleiding iets is afgeslagen, is deze voor industrieel gebruik nog veel te hoog. In het belang van de industrie zou eene aanmerkelijke prijsverlaging zeer gewenscht zijn. De gemeente waterleiding zelve geeft reden tot tevredenheid. De communicatiemiddelen vermeerderden niet in aantal. De telephonische verbinding van deze gemeente met het naburig Rotterdam, laat evenals de stoomtram naar Over-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1890 | | pagina 5