BISSCHOP VAN HAARLEM,
ialijglteul in den jm.
Vita Ljdwlne
2
Aan de Geestelijkheid en de Geloovigen van ons Bisdom,
De gelukzalige dienares Gods, de H. Liduina, te Sehiedam
geboren en aldaar den 14 April 1433 in 53-jarigen leeftijd over
leden, heeft in haar leven uitgemunt door de beoefening aller
deugden en inzonderheid door een heldhaftig geduld in het onnoeme
lijk lijden, waarmede God haar, op haar verlangen, meer dan 38
jaren lang, bezocht. Reeds dadelijk na haren dood werd zij te
Schiedam als Heilige vereerd die vereering breidde zich uit niet
alleen in ons vaderland, maar ook in andere landen maar voor
eene openbare kerkelijke vereering in den vollen zin des woords
werd nog de uitspraak en bijzondere magtiging van den H. Stoel
vereischt.
Met ware vreugde, beminde Geloovigen, deelen Wij u mede,
dat die uitspraak gekomen, die magtiging gegeven is. Voor een
groot gedeelte zijn wij dit verschuldigd aan de rustelooze pogingen
van den WelEerwaarden Pastoor van Schiedam, Paulus Jacobus
van Leeuwen z. g., wiens naam wij daarom met dankbaarheid
noemen. Door zijne zorg is een aanzienlijk gedeelte van de
Reliquiën der H. Liduina, welke tijdens de hervorming naar België
waren vervoerd, met Pauselijke goedkeuring naar Schiedam terug-
gebragt, waar zij thans in de Parochiekerk van O. L. V. Visitatie be
waard en vereerd worden. Op zijn voortdurend aanhouden is, met
volmagt van Onzen Doorluchtigen Voorganger Mgr. Gerardus
Petrus Wilmer, het voor deze zaak noodige kerkelijke proces be
gonnen in het jaar 1874 en vier jaren later geëindigd met de uit
spraak vdat de vereering der dienares Gods Liduina sedert
onheugelijken tijd beslaan en voortgeduurd had". Deze uitpraak
is te Rome aan een tweede nauwkeurig onderzoek onderworpen
van het jaar 1878 tot 1890, den 27 February dezes jaars dooi
de H. Congregatie der Riten bevestigd, en den 14 Maart door
Z. H. Paus Leo XIII bekrachtigd: zoodat thans de openbare kerke
lijke vereering der H. Liduina geoorloofd is.
Deze voor Ons Bisdom vreugdevolle en glorierijke gebeurtenis
immers het geldt eene Heilige in deze Diocese geboren en
gestorven hebben Wij gemeend reeds dit jaar feestelijk te
moeten vieren. Terwijl Wij voornemens zijn in persoon eene
plegtige pontifikale Mis in de Parochiekerk van O. L. V. te Schie
dam, waar een aanzienlijk deel harer Reliquien bewaard wordt,
op haren feestdag, den 14 April, op te dragen, alsmede den vol
genden dag in de Parochiekerk van den H. Joannes den Dooper
in diezelfde stad gelasten Wij dat in alle overige Parochie
kerken van Ons Bisdom eene II. Mis ter eere van de H. Liduina
zal gezongen worden op Maandag, den '14den April dezes jaars
En zal deze in alle kerken van Ons Bisdom op den eersten
Zondag na Paschen op de gebruikelijke wijze worden afgekon
digd.
Gegeven te Haarlem den 2den April 1890.
f CASPAR,
Op last van Z. D. Hoogwaardigheid,
H. J. A. COPPENS,
Secretaris.
Als een bewijs voor de vereering, welke de H. Liduina vanaf
het oogenblik dat zij den dood der Heiligen stierf tot op onzen
tijd door tijdgenoot en nakomeling is gebracht, mag zeker wel
gelden, dat haar leven door onderscheidene schrijvers is beschreven
en zelts in vreemde talen onder andere volken werd verspreid.
Onder de voornaamste schrijvers van Liduina's wonderdadig leven
behoort op de eerste plaats genoemd te worden de bekende pater
Brugman, van wien het spreekwoord »hij preekt als Brugman,"
nog tot op den huidigen dag den lof als kanselredenaar vermeldt.
Brugman was nagenoeg een tijdgenoot der H. Liduina. Hij had
veel van het geen hij in zijn werkje omtrent haar verhaalt,
uit den mond van geloofwaardige getuigen opgeteekenden
zijn leven der H. Liduina is dus onder dit opzicht reeds zeer
belangwelckend, het geen nog verhoogd wordt door de omstan
digheid dat het eerste boekwerk was, dat te Schiedam'(in 1498)
werd gedrukt.
Van dit merkwaardig boekje bestaan nog slechts enkele exempla
ren. Een exemplaar kwam voor eenigen tijd te Londen in openbare
veiling en werd toen voor 80 verkocht; een ander bevindt zich
in de Koninklijke Bibliotheek te 's-Hage en een derde exemplaar
behoort tot de boekerij van de St Jans- en Liduina-kerk der Oud-
bisschoppelijke Clerezy in het Huis te Poort alhier. Doof vriende
lijke bemiddeling werd ons zeer welwillend toegestaan dit laatste
exemplaar in te zien en van eenigen der daarin zich bevindende
houtsneegravuren fotografiën te maken.
Het werkje is getiteldVita Lydwine en geheel in de
Latijnsche taal geschreven; het is een 4° formaat,. 21 Ned.
duimen hoog bij 14 breed, en telt 218 bladzijden. De eerste
is geheel gevuld met twee boven elkander geplaatste hout
sneefiguren, waarvan de bovenste de H. Liduina in staande hou
ding met een kruisbeeld in de eene en een palmtak in de andere
hand voorstelt, terwijl tegen
over haar pater Brugman is
gezeten, die blijkbaar haar
leven beschrijft; boven de
zen laatste is een geslin
gerde wimpel met de woor
den Vila Lydwine en
daaronder: Brugman. De
onderste figuur vertoont een
knielenden engel, die met
elke hand een wapen van
Schiedam vasthoudt, rechts
het niéuwe, links het oude;
boven ieder dezer schilden
is een wimpel met boven
liet eerste het woord
Schiedam en boven liet
tweede de woorden In
Hollandia.
Op de tweede zijde is weder een houtsneeplaat, waaronder in
letterdruk: Prologus in vitam altne virginis Lydwine. Et hec est
translatio tercia per venerabilem patrern fratrem Johannem
Brugman Anno Domini M°CCC,C°L VP pro tune conventus fratrum
minorum apud audomarum reclore compositia. Incipit feliciter.
De .volgende bladen bevatten behalve grootere en kleinere ver
sierde kapiteelletters aan het begin van sommige volzinnen nog
20 houtsneeplaatjes tusschen den letterdruk, die allen tafereelen
uit het leven der H. Liduina voorstellen. Als proeve van illustra
tie meenden wij hierbij de volgende te moeten geven
„Srljieijam
DOOR DE GENADE GODS EN DE GUNST. VAN DEN APOSTOLISCIIEN STOEL
HUISPRELAAT VAN Z. H. PAUS LEO XIII, ASSISTENT-BIS
SCHOP BIJ DEN PAUSELIJKEN TROON,
BISSCHOP VAN HAARLEM.
1) Votiva solemnis, Missa Dilexislide Commuui Virginum, cum Gloria,
Credo et unica tantum oratione; cum expositione SS Sacramenti in Ostensorio.
Tti polfiniiia