GEMENGDE BERICHTEN. ""LAATSTE BBRICHTpr Kerknieuws. De plechtige overgang- te Kethel. ikkig be\ond zich een der brandspuiten in y6 0nm 1 ddellijke nabijheid, zoodat het gevaar de omliggende gebouwen spoedig ge- e en was. Naar men verneemt, waren kerd§C UUI"^e Cn houtwaren niet verze- pi HAAG. De directie van de Maatschap- het eebad~Scheveningen heeft besloten zood 6iZ0en morSen (Zaterdag) te openen, Wor^ ^an daS af 'n zee gebaad kan ri Zondag-avond is hieropge- j;e,U e®n afdeeling van den Roomsch Katho- der 6n ""^bond. Een aantal personen tra- n staande de vergadering tot het lidmaat- chaP toe. KefLw Parochie van den H. Jacobus te Ij* had U. Woensdag, den avond voor heM ,amentsdag' eene treffende plechtig- dat l'3faatS'j ^et ?°genhhk was gekomen, Wepct"3. e kerkje, dat getuige was ge- ve]r> r Vain zoovepl hef en leed, waaraan zoo- zou are herinneringen verbonden waren, doo/n ft6n worden: en eene nieuwe kerk, Pai-n k' Se'°°f cn de godsvrucht van Kethel's Rij K. lanen gesticht, zou worden betrokken. 'hriT ,'efaan ,'le' 0U(!c kerkje leven en wij- Vers *j' ^'e dat nederig godshuis niet Win maa bad' maar er 250 jaren lang had zon vei'hhjven te midden der Zijnen, Hij en 'et, ?aan verlaten, omdat een nieuwe W^fige tempel, Hem meer waardig, komp"0 ta'ri)ke schare geloovigen was opge- getui" °m -.van deze treffende plechtigheid het FVe zÜn- Te zeven ure verkondigde Hieuw"'1,11 ('er blokken van de oude en temen6 Ja1C°b' dat ze een aanvang ging herd P dat uur betrad de volijverige \V q rI<r gemeente, de zeereerw. heer hnii,|:(.V°eVOets' voora%egaan door een viertal laatst6S 611 Gen achttal misdienaars voor de kerk 6] lnaa' het altaar der oude parochie- licht' 'n Geestelijken tooi en doorwas ten °Vervdoedig bestraald, zijn uitvaart vie- doo,, Voor de laatste maal klonk het nul 'et nederig kerkje: Ave verum Corpus Waar.' e-X Mario, Virgine. Wees gegroet, «cl IJ' tig Lichaam uit Maria's maagden- heerp i. toen de laatste tonen van dat d(; 7gezang waren weggestorven, nam tin'r'k'eerW' Pastoor met blijkbare aandoe- hlilf 'Cl wo°rd om in dit aangrijpend oogen- dier}, 0eru?e woorden uit 't hart tot zijne Dpare. pacochianen te spreken. Word P tigheid, welke gaat voltrokken is °n ongeveer aldus begon Z.Ew. W0ül.? We'sprekend, dat wij er haast geene kenis Gn bunnen bijvoegen om hare betee- ilf "}°8 meer in 't licht te stellen. Toen toes 1 ^on,lag het laatst van den kansel hurmr zeide ik, dat de woorden vooral den e acht ontleenen aan de omstandighe- W0oi.;r-onder ze worden uitgesproken. De Uien e"eener stervende moeder vergeet ande,"0']1*'' En dit oude kerkje, wat is het t atepy f an uwe geestelijke moeder die gaat haar i"'-Ze Saat sterven, want Christus, Die v00r >ezielde en deed leven, zonder Wien ze leiton ?US Seene waarde heeft, gaat haar ver ban j lïlaar gelukkiger moogt ge u achten aan Du hinderen bij het sterven van eene thans' moeder want zij, wier verlies gij een n' treurt, zij zal voor u verrijzen in jen,(| '?Uwen en prachtigen tempel als eene rede moeder. In het vervolg zijner homst f'6 eervv- sPreker deze overeen- kerk a" 'Ie^ geestelijk moederschap der lïader '16t aardsche moederschap nog Zij sehoone bewoordingen uiteen. Ook binne.]6 i 'laren kinderen het leven, als ze kinder r? muren door den H. Doop tot schenl M ds herboren worden. Ook zij ham V ren kinderen voedsel, als ze onder dinrr jP'we'v'en de heerlijke spijze tot voe- riclVt 1Un(ler zielen, het godsdienstig onder goed - i wat is de hand eenet of u. zac_ht, als ze hare lievelingen reinigt bij .|;'me PyHhjke wonden heelt! Maar ook femnpi £pe8J,elijke moeder, in den stoffelijken heelm,, v>nden we zuivering en o uer wonden, door de zonden ons toegebracht, als we ze daar met oot moed komen vragen. Die moeder dan blijft ons dierbaar, ja zelfs hoe ouder, en daarom in de oogen der wereld minder wel gevallige!-, ze wordt, des te dierbaarder wordt ze ons. Zoo is het ook met deze, onze geestelijke moeder ik kan begrijpen aldus vervolgde de eerw. redenaar dat dit oude kerkje u na aan het harte ligt immers wat al dierbare herinneringen, zijn er voor u aan verbondenhoezeer zijn de gedachten aan de gewichtigste voorvallen uws levens met de herinneringen van dit oude kerkje te zamen gevlochten. Daar ook zoo betoogde verder de zeer eerw. pastoor hebt gij hulp en troost gevonden in al uwe behoeften en nooden, want Jezus Christus was daar, de goddelijke heelmeester van alle nood en leed, en waar Christus is, daar is rijkdom, daar is verhef fing en grootheid. Het was dus niet te ver wonderen, dat hun hart droevig gestemd was, nu zij dit oude kerkje moesten verlaten, want hoe oud en gering, ja spr. mocht het zeggen, hoe armzalig het was, dierbaar was het hun boven mate, dierbaar als eene moe der. Maar ook hier zou de droefheid vreugde baren, want in een nieuwen tempel zouden zij in ruime mate wedervinden, wat de oude hun tot heden bood. In dit plechtig oogen- blik mochten zij gewis tot hun Heer en Heiland spreken Goede Jezus, Gij hebt zoo lang willen wonen in dit eenvoudig en ge ring kerkje, Uwer zoo onwaardig; als we hoorden dat in andere plaatsen groote en prachtige tempels U ter eere waren gesticht, dan rees ook bij ons meermalen de harte- wensch, U eene betere verblijfplaats te kun nen bieden, thans danken wij U dat onze wensch is vervuld, dat wij U een nieuwen en prachtigen tempel tot blijvende woonplaats hebben mogen stichten, waarvan Gij-zelf op de eerste plaats de bouwmeester zijt. Nog eene plicht, aldus vervolgde de zeereerw. pastoor blijft ons te vervullen. O, hoe dikwijls hebben wij en onze voorouders dezen tempel en Hem, Die er Zich Zijn woonplaats gekozen had, onteerd door onze oneerbiedig heden, door onze verstrooide gedachten Hoe dikwijls waren wij lichamelijk in deze kerk, maar doolde onze geest ronri op geheel andere plaatsen, maar ook hoe dikwijls wa ren wij hier niet, wanneer wij er met een weinig goeden wil hadden k u n n e n zijn Ja, wie zal het zeggen, hoe menigmaal wel licht nog veel grooter heiligschennis binnen deze tempelwanden is voltrokken. Brengen wij dan eerherstel aan de belee<figde God heid, dat het miserere aldus besloot de waardige herder zijne trelfende rede voor het laatst uit onze berouwvolle harten binnen deze heilige tempelwanden opwelle. Voor de laatste maal hoorde men daarop in het oude kerkje het aangrijpend gezang- van de Miserere. Miserere mei Deus secun dum magnaYn misericordiam tuam. Ont fermt U mijner, o God, volgens Uwe groote barmhartigheid, zoo klonk het berouwvol in Kethel's nederig bedehuis. En toen deze smeekzang ter eereboete was voleind, werd door den zeereerw. pastoor de orde der pro cessie afgekondigd. Alvorens het licht van de godslamp uit te dooven, moest den waar- digen herder nog de juiste opmerking van 't hart, dat er zoovele parochiën elders waren geweest, waar het licht dag en nacht brandende ter eere van Hem Die in het tabernakel woont en troont, moest worden gedoofd, zonder dat er een nieuw kon ont stoken wordengelukkiger dan zij, zou Kethel's parochie thans een nieuw en dubbel licht der Verborgen Godheid ter eere kunnen ont steken. Nadat daarop deze beteekenisvolle lichtdooving door den pastoor was verricht, zette zich de processie in beweging. Voorop werd als altoos het kruis, het teeken dei- Verlossing, gedragen het werd gevolgd door twee misdienaars, en de leden van het jeug dige muziekkorps, voorafgegaan door het vaandel, voorstellende hun schutspatroon, den H. Radboud, bisschop van Utrecht. Daarna volgden de leden van het koorgezelschap en verder, voorafgegaan door een wit vaandel, de vrouwelijke leden der parochie. Toen dit eerste gedeelte van den stoet de kerk- werf had verlaten, volgde de tweede afdee- ling der processievoorafgegaan door vier misdienaars met brandende lantaarns en een viertal bruidjes die den te volgen weg be- J strooiden, naderde de zeereerw. pastoor met het Allerheiligste, in cïborio. Aan zijne rechterzijde gingen de kerkmeesters, terwijl de armmeesters zich aan de linkerzijde bij hem aansloten. Daarop volgde een rood vaandel, waarna de mannen en jongelingen der parochie den stoet sloten. In eerbiedige stilte trok deze processie onder het gelui der kerkklokken het oude kerkter- rein uit en naar de nieuwe kerk. Zelfs in menig mannelijk oog pinkte een traan, toen men die gewijde plaats ging verlaten, die in den loop van zoovele jaren allen dierbaar was geworden. Bij het hek gekomen, dat het oude kerkterrein afsluit, zag men zich noode ver plicht, het kruis en de vaandels een oogen- blik ter aarde te huigen, en moest de pries ter zich even bedekken, om zonder overtreding der wet den openbaren weg over te gaan naar de tegenover liggende nieuwe kerk. Nauwe lijks was men echter weder op eigen terrein gekomen, of het teeken der Verlossing en de godsdienstige emblemata werden weder ver heven. En zoo trok ons aller Heer en Heiland, van Zijne getrouwen omgeven, in feestelijken triomfstoet, onder de fanfares der Hem ge wijde instrumentale muziek, Zijne nieuwe woonplaats binnen, om er, naar wij hopen, voor vele eeuwen bezit van te nemen. Nadat het Allerheiligste op den fraaien expositie-troon van het nieuwe hoogaltaar te midden van het feestelijk waslicht, Hem ter eere, eene rustplaats had gevonden, werden door het harmoniekorps eenige religieuze com- positiën als de Elévaiion, andante reli- gieux, van G. Tack, en Prière, van Kreut- zer, niet onverdienstelijk uitgevoerd. Daarop klonk voor 't eerst het Adoro Te, der Ver borgen Godheid ter eere, door de nieuwe kerk, waarna het Te Deum laudamus, den Aller hoogste ten dank, werd aangeheven. Het schoone Salve Regina, een eerste groet aan de A. H. Moeder Gods, besloot de rij dezer gewijde gezangen. En toen de Gever van alle goeds voor het eerst van het nieuwe altaar Zijnen hemelschen zegen over der ge loovigen schare had uitgestort, werd uit volle borst, onder begeleiding der harmonie-muziek, het loflied ter eere van den schutspatroon der parochie, den H. Jacobus den Meerdere, aangeheven. Daarmede liep deze treffende plechtigheid ten einde, die gewis bij allen die haar bij woonden, in onuitwischbaar aandenken blijven zal. Moge het nieuwe Godshuis tot in de meest verwijderde toekomst zijn en blijven, den Allerhoogste eene meer waardige woon plaats, den parochianen van Kethel een monu ment, dat van hun geloot en godsvrucht nog aan het verste nageslacht zal getuigen! De toestand van de vrouw te 's-Hage, op wie door haren man eene poging tot vergif tiging werd gepleegd, is achteruitgaande. Mevr. Bulkley moet zich te Bazel ophouden. Het feit, waarvoor zij vervolgd wordt, strafbaar volgens het Duitsche strafwetboek, levert geen grond tot uitlevering op. De twee Duitschers, die betrokken zijn in de jongste vervolging van mevr. Bulkley, zijn uit Keulen afkomstig en beiden hande laars, wier financiën in slechten toestand ver- keeren een hunner moet reeds failliet zijn verklaard. Zij beweren, de opdracht, om den heer Hoek te vermoorden, te hebben aan vaard om zich met de geboden som uit finan- ciëele moeilijkheden te redden, zonder het plan te hebben gehad om den moord wer kelijk te plegen. Men weet er bij te vertel len, dat de Duitschers in last hadden, aan mevr. B. te Scheveningen telegrammen te zenden, die den indruk moesten vestigen, dat de heer H. een moordplan tegen haar had ontworpen. Wanneer zullen we, vraagt de Haagsche Ct., toch eens van deze moderne Hoeksche en Kabeljauwsche twisten verlost geraken De heer mr. H. Smeenge heeft zijn ontslag ingezonden als lid van de Tweede Kamer,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1890 | | pagina 3