BNit Huw Moort BjjnnseL
1.3eJaarg. Zondag 22 en Maandag 23 Juni 1890. No. 3714.
VERSCHIJNT DAGELIJKS.
Bureau: Boterstraat, E 39.
Prijs van dit Blad:
Prijs der Advertentie»
De Spoorwegovereenkomsten.
ALGEMEEN OVERZICHT.
Voor Schiedam per 3 maanden 1.50
Franco per post door geheel Nederland 2.00
Afzonderlijke Nommers0.05
Het auteursrecht van den iuhoud dezer couraut is ver
zekerd volgens de Wet van 28 Juni 1881 (Stsfil. no124Ï)
Van 16 regels0.60
Elk gewone regel meer»0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke
overeenkomsten aangegaan.
De Tweede Kamer heeft deze week de
behandeling der Spoorwegovereenkomsten ten
einde gebracht. Met 48 tegen 37 stemmen
's Woensdag 11. het ontwerp-spoorwegover-
eenkomsten door de Kamer aangenomen en
(laarmede aan de Regeering een succes be-
z°rgd, dat zij wellicht niet had durven hopen.
Irnrners het gold hier geen zaak van partij
belang het betrof enkel en alleen eene aan
gelegenheid van zuiver economischen en mate-
rieelen aard, waarover ieder Kamerlid, hetzij
''ij tot de Rechter- of tot de Linkerzijde be
hoorde, zijn eigen opinie kon hebben en
baarbij het partijverband slechts een onder
geschikte rol speelde.
Wat toch was hier de kwestie Het gold
hier de vraag of het algemeen belang zou
gediend zijn door eene overeenkomst, door
he Regeering met een drietal Spoorwegmaat
schappijen te treilen, waarbij de eene zich
2°u terugtrekken en de beide andere met
ejkaar eene overeenkomst zouden aangaan,
'ie eene gezonde concurrentie niet uitsloot,
'naar die het belang van het reizend publiek,
zoowel dat van de bewoners van het platte-
land als die der groote steden, op den voor
grond zou stellen. De verhouding tusschen
he onderscheidene spoorwegmaatschappijen,
?ooals die totnogtoe bestaat dat moest
'eder toegeven is allerminst in het be-
'ang van het publiek. Het heeft er meer
hen schijn van, dat het publiek is voor de
spoorwegmaatschappijen dan wel dat deze
'aatste zijn voor het publiek. Omtrent de
Concurrentie tusschen Rhijn- en Hollandsche
^Poor zouden ervaren reizigers belangwek
kende staaltjes kunnen verhalen en zelts zij,
Wier vak het reizen niet is, maar die toch
Meermalen successievelijk van beide lijnen
gebruik maakten, zouden u kunnen vertellen,
hoe dikwijls tengevolge van de rivaliteit tus
schen de beide betrokken maatschappijen de
aansluiting wordt gemist. Hoezeer de
spoorwegmaatschappijen rekening houden met
het platteland, daarvan is gewis onder velen
he gemeente Sloterdijk, die ruim vijftig jaren
c,e treinen voorbij zag snorren zonder dat er
een enkele stilhield, eene treffende illustratie.
AVeluu, de Regeering heeft gemeend in
®e'i en ander verbetering te moeten brengen.
n die verbetering zou bereikt worden door
he voorgestelde overeenkomsten, waarbij de
egeering de Rhijnspoorwegmaatschappij, die
Z1J volgens de concessie-voorwaarden over
eenige jaren toch zou moeten naasten, reeds
nu onteigent, zoodat er slechts twee groote
spoorweg-corporatiën, de maatschappij tot
exploitatie van Staatsspoorwegen en de Hol
landsche IJzeren Spoorwegmaatschappij, over
blijven. Dat deze regeling, die eene der
concurreerende spoorwegmaatschappijen bui
ten het debat stelt, in het belang van het
publiek is, zal ieder weldenkende moeten
erkennen. Maar vooral zal dat belang ge
diend zijn door de omstandigheid, dat de
maatschappijen de bevoegdheid verkrijgen,
elkanders lijnen te berijden. Immers genie
ten totnutoe allen die plaatsen de voordeelen
van de concurrentie tusschen de verschillende
spoorwegmaatschappijen, die aan meerdere
lijnen gelegen zijn, voortaan zullen ook andere
gemeenten, die tothiertoe bij ééne maat
schappij terecht moesten komen, naar ver
kiezing bij die maatschappij kunnen te markt
gaan, welke hen het best en goedkoopst be
dient.
De meerderheid der plaatsen zai door twee
spoorwegmaatschappijen bediend worden, en
welke voordeelen daaruit voor het reizigers
zoowel als voor het goederenvervoer zullen
voortvloeien, kan men gemakkelijk nagaan.
Wat het eerste betreft, zal het herhaalde
overstappen vermeden worden, maar vooral
het tweede zal er mee gebaat zijn. Heeft
men b. v. tot heden voor een belangrijk
transport goederen uit een der steden aan
de Hollandsche lijn naar een der stations van
de Staatsspoorwegen, met twee maatschap
pijen te doen, die tegenover elkaar niet al
te toeschietelijk zijn en wier onderlinge
naijver de transportkosten hoog maakt, voort
aan zal men naar eigen keus zich van de
eene of de andere maatschappij kunnen be
dienen, al naai- gelang ze ons het best en
goedkoopst bedientde treinen zoowel van
de exploitatie- als van de Holl. maatschappij
komen reizigers en goederen aan de eigen
plaats afhalen en brengen ze naar de plaats
van bestemming. Is dus het belang van
het publiek bij deze regeling gebaat, ook de
spoorwegmaatschappijen-zelf komen daar
door in betere conditie, want de te berijden
weg zal voor hen dezelfde en de transport
kosten gelijk zijn, zoodat de concurrentie
alleen eene zuivere financieele wordt, die
alleen in de regeling der vrachtprijzen zal
bestaan en gewis in het belang van het
publiek zijn zal.
De vraag is echter gesteld, en niet ten
om-echte wat er zal gebeuren, zoo de twee i
maatschappijen de handen ineen slaan? Ook
met deze omstandigheid heeft de Regeering bij
haar ontwerp rekening fehouden zij heeft
zich voorbehouden de maxima der vrachtprij
zen te verlagen zonder schadeloosstelling aan
de betrokken maatschappijen. Maar bo
vendien tegen het euvel hier bedoeld heb
ben wij een correctief in onze voortreffelijke
waterwegen. Ook die zijn een concurrent,
waarmede de spoorwegmaatschappijen, hun
ondanks, steeds altijd rekening zullen moe
ten houden.
Als men aldus de voorgestelde regeling uit
verschillende oogpunten beziet, zal men tot
de conclusie moeten komen, dat het algemeen
belang daarbij zeker gediend is. Vaar waar
dan die verwoede bestrijding, die het orit-
werp-spoorwegovereenkomsten bij het zes-
daagsch debat in de Tweede Kamer moest
ondervinden Op deze vraag is redelijkerwijs
geen ander antwoord te geven dan dat het
partijbelang meer dan de algemeene be
langen door de liberalen bij deze discussie
is vooropgezet. Het ontwerp was te mooi om
er de Regeering, in 't bijzonder den minister
van Waterstaat, de eer van te gunnen. Niet
te gewaagd is ook de veronderstelling dat
de liberale partij met hare weinig afdoende
bestrijding beoogde, den staatswagen van ons
christelijk ministerie op de ijzeren wegen te
doen ontsporen. Dit opzet is haar, dank zij
het doorzicht der Rechterzijde, in de Tweede
Kamer niet gelukt. Zal de fortuin haar in
de Eerste Kamer gunstiger zijn Dit is ge
wis eene belangrijke vraag, waarop de eerst
volgende week wellicht het antwoord zal
DUITSCHLAND.
De Keizer heeft gisteren bij de bezichti
ging van het établissement-Krupp te Essen
eene door den den lieer Krupp voorgestelde
deputatie van 700 werklieden ontvangen en
hun dHocIi I" beantwoord met de verzeke
ring, dat de tot nu toe gevolgde weg ter
bevordering van het welzijn der werklieden,
daar die nuttig is bevonden, zal worden
voortgezet. Hij eindigde met een »Hoch
op de firma Krupp.
Bij den Bondsraad is ingekomen de derde
additioneele begrooting. Daarin wordt voor
gesteld eene uitgaaf van 73,600,000 mark,
waaronder 42 millioen voor militaire aange
legenheden (namelijk voor de artillerie 15,
voor nieuwe geweren 10, voor oefeningen
der reserve 12, voor bouw van kazernes in
Elzas-Lotharingen 5 millioen)voorts ÏO'A
millioen voor aanleg van strategische spoor
wegen.