Schil Binnenlanclselie Berichten. BIJVOEGSEL behoorende bij de van 3 en 4 .AUGUSTUS 1890. Het ontwerp „Straatgeld." II. {Slot.) Verordeuing op de luvorderiug van liet Straatgeld. Artikel 1. De invordering van het Straatgeld geschiedt door of namens den Gemeente-ontvanger, overeenkomstig de artt. 258 tot en met 262 der wet van 29 Junij 1851 {Staatsblad No. 85) zooals die is gewijzigd door de wet van 7 Julij 1865 {Staatsblad No. 79). Art. 2. Van deze belasting wordt jaarlijks een kohier opgemaakt, waarmede overeenkom stig art. 264 der gemeentewet wordt ge handeld. Art. '3. Ieder belastingschuldige ontvangt jaarlijks van den Gemeente-ontvanger een aanslag biljet, vermeldende den naam van den belas tingschuldige, alsmede aanwijzing van de be rekening en van het verschuldigde. De belasting moet worden voldaan tegen kwitantie van den Gemeente-ontvanger of van dien, welke hem vervangt, in twee ge lijke termijnen, vóór of op den 30 Junij en den 31 December van ejjc jaar. Voor het geval, dat iemand na den'l Ja nuary zijne regten op het perceel heelt ver loren, blijft hij voor de belasting voor het geheele jaar aansprakelijk en heeft hij geen regt op gedeeltelijke ontheffing van ver schuldigde- of teruggave van betaalde be lasting. Art. 4. Bezwaarschriften tegen de betaling der belasting, kunnen door den belastingschuldige of diens erfgenamen, mits binnen 14 dagen na de afkondiging van het kohier, op onge zegeld papier bij Burgemeeester en Wethou ders worden ingediend en wordt door hen op deze bezwaarschriften beslist zijnde de be lastingschuldige of zijne erfgenamen inmid dels verplicht het bedrag, waarvoor hij is of zij zijn aangeslagen, binnen de gestelde ter mijnen te voldoen. Art, 5. Alle overtredingen ter zake van deze ver ordening, de poging daartoe of de medeplig- tigheid daaraan, alsmede verzet bij de invor dering dezer belasting worden, onverminderd de verpligtingen tot betaling van het ver schuldigde, gestraft volgens de wet van 29 Junij 1851 {Staatsblad No. 85.) Memorie ran toelichting. Deze belasting, noodig tot dekking van de gewone uitgaven, wordt voorgesteld in over eenstemming met art. 238 der gemeentewet en beveelt zich ook daarom aan, omdat daarin ook zullen dragen zij, die hoewel hier niet woonachtig, toch eigendommen in deze ge meente bezitten en daardoor genieten van al de voordeelen daaraan verbonden en de kosten daarvoor gemaakt en alleen op deze wijze iets voor de gemeente-huishouding kun nen bijdragen. De artt. 1, 2 en 3 behoeven geen nadere toelichting. r Art. 4 is aldus geredigeerd om zeker te zijn dat voor de in het derde lid bedoelde gebou wen minstens het volle, door deze verschul digde, bedrag wordt betaald. Art. 5 bevat het beginsel waarop de ge heele belasting berust, namelijk het betalen in verhouding tot de kadastrale huurwaarde voor de breedte langs den openbaren weg, en de door de verschillende inrigtingen ver oorzaakte onkosten. Het beginsel hier aangenomen beveelt zich aan door billijkheid, daar hier elke woning betaalt in verhouding van het genot, in ver band met de meerdere of mindere waarde welke daaraan wordt toegekend. Voor woningen beneden de f70.huur waarde is het minimum van f 0,50 per str. Meter voorgesteld, en zijn de verdere klassen aldus geregeld met het oog op hetgeen de belasting moet opbrengen en om de groote percelen, die in den regel eene aanzienlijke breedte hebben, niet al te zwaar te belas ten in verband hiermede is ook voor de de erven of tuinen een lageren maatstaf voorgesteld. Voor de branderijen enz. is het daarbij aangegeven bedrag voorgesteld omdat deze inrigtingen aanleiding geven tot een groote uitgave voor het voortdurend herstel der straten, en de branderijen bovendien, zonder eenige vergoeding aan de gemeente, gebruik maken van gemeentegrond, om daarin hunne boerenbakken te plaatsen. Ook voor de wind- en stooin-meelmolens wordt een vast bedrag voorgesteld, daar ze, door het rijden met zwaarbeladen wagens, meer dan gewone herstellingen aan de stra ten en bruggen noodig maken dit geldt mede voor de pakhuizen, van waar de voor de mo lens te malen graan wordt afgehaald. Eindelijk wordt voorgesteld, dat elke stal f 5.zal betalen, omdat deze door het rij den der spoelingkisten en de vervuiling der straten meer dan gewone uitgaven noodig maken. Artt. 6, 7 en 8 behoeven geen nadere toelichting. Vervolg.) De Noordbrabanter meldt, dat terwijl Maan dag-avond de burgemeester van Den Bosch, jhr. v. d. Does de Willebois, zich met zijne familie op den St. Michiels-Gestelschen weg bevond, eenige revolverschoten werden gelost. Bij onderzoek bleek, dat dit was ge schied door een dronken man. De burgemees ter ontnam hem de revolver, die viermaal bleek afgeschoten te zijn. Nog twee scherpe patronen waren aanwezig. Inmiddels waren maréch&ussée en gemeentepolitie toegescho ten, die den man in bewaring namen. Hij verklaarde een timmerman uit Michielsgestel te zijn en de revolverfte hebben gekocht om een klompenmaker, die hem met moord had bedreigd, bij mogelijken aanval dood te schie ten. Hij had de schoten slechts gelost om het wapen te beproeven. Eene juffrouw die op de tram in de v. d. Takstraat, te Rotterdam (Feijenoord) wilde springen, had het ongeluk te struikelen en met een der beenen onder de tram te gera ken, waardoor zij zwaar gewond naar hare woning is vervoerd. Wie in deze warme zomerdagen het zee strand te Ter Heyde bezoekt, kan daar iets buitengewoons zien. Een schier ongelooflijk groote menigte kleine visschen (jonge haringen en ansjovis) beweegt zich daar langs de kust; ja, de massa is zoo aanzienlijk, dat zij als het ware met emmers uit het water kunnen geschept worden. Op het droge en in het zonlicht gebracht, maken deze zilverkleurige diertjes een prachtig effect. Werklieden, die dertig jaren of langer aan het strand gewerkt hebben, herinneren zich niet, dat zij ooit zooveel vischjes onder het water verzameld hebben gezien. Naar men ver moedt worden zij door de pietermannen saamgedreven en naar de kust gedrongen. Ook de vangst van pietermannen is begonnen en neemt gaandeweg toe. DELFT. In een vóór een paar dagen hier gehouden bijeenkomst van de directeuren, technische hoofdbeambten en meesters der Nederlandsche Gist en Spiritusfabriek en der Nederlandsche Oliefabriek te Delft is beslo ten tot het instellen van een arbeidsbeurs voor die fabrieken. DEN HAAG. Na de brandweer-kazerne bezichtigd te hebben, begaven de Egyptische prinsen zich gisteren-middag langs den Ou den Scheveningschen weg naar Scheveningen, reden door het dorp en langs den strandweg, en keerden langs den nieuwen badweg, on geveer 43A ure, in hun hotel terug. VOORSCHOTEN. Woensdag-morgen had in het pensionaat O. L. V. van Lourdes de plech tige prijsuitdeeüng plaats, die werd bijge woond door verscheidene geestelijken, waar- ouder zich dr. Schaepman bevond. Tot de verschillende stukken die met succes gespeeld en gereciteerd werden, behoorde de »Bal- lade aan den laatsten Napoleon" van dr. Schaepman en «Excelsior" van Longfellow. Aan twee der pensionairen viel de eervolle onderscheiding te beurt, als belooning voor haar goed gedrag, gedurende het afgeloopen schooljaar, een prachtige medaille door Mgr. Rinaldini voor die gelegenheid geschonken, te ontvangen. Na afloop hield dr. Schaepman eene redevoering, meermalen onderbroken door de toejuichingen der menigte. ARNHEM. Het comité voor het XVIIIe Nederlandsch Nationaal zangersfeest, dat van 8 tot 11 Augustus hier ter stede wordt ge houden, heeft in een algemeen verspreide oproeping «aan de burgerij van Arnhem", deze uitgenoodigd, door het uitsteken der vlaggen luister te willen bijzetten aan dit vierdaagsche feest, dat, behalve de honder den zangers van elders, ook zoovele vreemde bezoekers naar Arnhem trekt. Kerknieuws. In den nacht van Woensdag op Donderdag overleed te Bergen bij Alkmaar de hoogeerw. zeergel. heer dr. Th. Borret, in het gansche katholieke Nederland bekend om zijne gods vrucht en geleerdheid. Na zijne hoogere studiën aan de Pauselijke universiteit te Rome voltooid te hebben, vervulde hij in ons bis dom verschillende ambten van zielzorg met zulk een ijver en bekwaamheid, dat pastoor Borret met de zorg over een dekanaat be last en later in het kathedraal kapittel werd opgenomen. Op letterkundig gebied, vooral in de studie der klassieken, had dr. Borret terecht een hoogen naam zijn vele studiën in de Katholiek werden hooggeacht, en de Koninklijke Academie van Wetenschappen vereerde hem met haar lidmaatschap. Ook bij onzen vorst stond de nederige, geleerde geestelijke persoonlijk in hoog aanziende ridderorde van den Nederlandschen Leeuw, die zijn borst versierde, was er een der uiter lijke bewijzen van. Diep betreurd door allen die hem kenden, is dr. Borret, in tachtigja rigen leeftijd verscheiden, om na de rust,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1890 | | pagina 3