GEMENGDE BERICHTEN. In het middenschip waren gereserveerde plaatsen voor de afgevaardigde leden der anti- slavernij-comitées, de Parijsche geestelijken, de Liefdezusters, de Broeders der Christelijke Scholen en de pers. Onder de aanwezigen merkte men op Mgr. Jacob, deken der Sainte Gudule, te Brussel, de zoo bekende geograaf Broeder Alexis, de abt Charmetton, directeur der Scholen in het Oosten, pater Kaleb, met eenige leerlingen van het seminarie der Ver- eenigde Grieksche kerk, enz. enz. Het binnenkomen der jeugdige negers-néo- phieten, door Mgr. Livinhac, bisschop in de landen van bet meer Nyanza, en die geroe pen is de coadjutor van kardinaal Lavigerie te worden, medegebracht, verwekte een ware belangstelling. Zij namen aan het altaar naast de Witte Paters plaats. Aan weers zijden van dit altaar waren troonen voorden Nuntius Mgr. Uotelli en den Kardinaal, Mgr. Lavigerie, waarin hunne respectieve wapenen prijkten, opgericht. Bij het aanheffen van de Magnificat deed Mgr. Rotelli zijn intrede, gevolgd door vijf aartsbis schoppen en bisschoppen, die allen na het eindigen der Vespers in processie naar de kerkmeestersbanken togen om daar de cantate der slavernij te hooren, welke door 120 zan gers en muzikanten achter het hoofdaltaar werd uitgevoerd. Intusschen was een groep jonge Afrikaantjes, allen vrijgekochte slaven, zich aan den voet van het altaar komen neer zetten. De zwarte kopjes staken zeer sterk af tegen de witte kleeding, door duizenden brandende kaarsen beschenen, en maakten een grootschen indruk. De tekst der cantate werd geschreven door den kanunnik der kathedrale kerk van Al giers, die tevens pastoor van een der paro chiën dezer stad is, en de muziek door den kapelmeester Bellenot. Het werk vangt aan met de klaagtonen en het weenen der zwarten over de ellende en gruwelen waartoe zij door de slavernij gedoemd zijn. De mis sionarissen mengen hierbij hunne stemmen om aan God door bemiddeling der Heilige Maagd het einde van deze kwalen en smarten aftesmeeken. Daarop vraagt de Heilige Maagd, Onze Lieve Vrouw van Afrika, de patrones der slaven, zelf aan den Verlosser om barm hartigheid en vergeving. Deze passage is zeer treffend als Maria zegt O Jésus, ne voyez Vous pas Ce peuple dans la mort qui vers Vous tend [les bras? Ils n'ont jamais connu liberté ni lumière. Pitié pour eux pitié je suis aussi leur mère. Men verbeeldt zich die alvermogende stem te hooren, die Haren beminden Zoon om ge nade smeekt. De Heer verhoort het gebed Zijner moeder en belooft een bevrijder. Van nu af aan zullen de zwarten mogen hopen en hunne smartkreten zullen tot voor Gods troon weerklank vinden. Paus Leo XIII, Wien het door den Hemel werd ingegeven, roept een zijner mannen, den Kardinaal, die aan de wereld de eerste kreet tot vrijmaking der slave i doet hooren. Van uit de verte vernemen de zwarten zijne machtige woorden en eensklaps weerklinken de liederen der christen-strijders. Op eenmeeslepende rythmus hellen zij het lied van den nieuwen kruis tocht aan en onder het hooren der woorden Partons pour délivrer nos frères En avantAux Grands Lacs courons! Du Christ arborons les bannièras. Dieu le veutPartons gevoelt men een heilig vuur voor deze groote en edele zaak in zich ontbranden. Terwijl de laatste klanken der cantate nog door de hooge gewelven der kerk zweef den, beklom Mgr Lavigerie het spreekgestoelte. Zes witte paters plaatsten zich op de treden daarvan, als gardes die den eerbiedwaardige!! patriark beschermden. De ziekten en ver moeienissen hebben op dien Prins der kerk, die zich het lot der slaven heeft aangetrokken, hare diepe sporen achtergelaten. Zijn baard is nog witter geworden maar hoewel zijn stem soms wat beeft, is zij nog vol gloed en uit drukking. Na ia herinnering gebracht te hebben, dat het nu twee jaren geleden is, dat hij in dezelfde Saint-Sulpice zijn veldtocht tegen den slavenhandel in Afrika begon, schetste hij in breede trekken de geschiedenis van het grootsche werk, waaraan hij de laatste jaren zijns levens gewijd heeft, en voor welks zegepraal de Paus niet heeft opge houden, zijn steun te verleenen. Zijn Emi nentie herinnert ook aar. de Brusselsche overeenkomst van alle mogendheden, waarin een plan van uitvoering werd aangenomen om den handel in menschen te doen ophouden. Hij zegt hier een woord van dank aan het Fransche Episcopaat, dat hem onverdeeld zijne hulp schonk, aan de dagbladpers, die, van welke kleur ook, zijn- onderneming schraagde. «Zelfs zij, die in den beginne «mijne zaak aanvielen en soms belakten, zijn «geëindigd er sympathie voor te gevoelen," en liet hij hier zeer geestig op volgen: «Als urnen tegen mij had willen samenzweren, dan «ware zwijgen het eenigste wapen geweest, «doch in een werk als het onze was de hoofd- »zaak, de opinie der menigte door schiijven «te winnen, en daartoe hebben vrienden en vijanden bijgedragen." Van het eind succes is 'hij zeker, doch dit kan niet in één dag behaald worden. Het princiep is aange- unomen en heeft zelfs reeds een begin van «uitvoering verkregen, en zoo de momentee'e «weigering van Holland, tot hetwelk wij in «naam der geheele beschaafde wereld een «laatste bede richten, werd ingetrokken, dan «moet de dag spoedig aanbreken dat de «slavernij, onder welke vorm ook, in Afrika «zal zijn afgeschaft." Om het einde van al die ellende te ver vroegen, is het anti-slavernij-congres thans bijeen gekomen, en in navolging van het Brusselsche congres zal de arbeid er in comi- tées verdeeld zijn. Het zal zich openlijk bij het Brusselsche contract aansluiten en onder zoeken of het niet nuttig zoude wezen een werkdadige hulp aan de gouvernementen te verschaffen; bijv. door het organiseeren van troepen. Ook zal de wijze besproken worden waardoor aan de nationale comitées de noo- dige middelen, om krachtig op te treden, kunnen verschaft worden. Na dit programma te hebben aangegeven laat Mgr. Lavigerie volgen: «Wat hebben «wij tot nog toe in die onmetelijke streken «den Sahara en Soudan verricht? Ik deed «er wat de Kerk altijd doet, die kerk waar svan onze Heer naar zijn eigen voorbeeld de «groote Zaaister gemaakt heeft. Ik heb ge- «zaaid wat de Christenen zaaien, als zij zich «de eeuwige oogsten willen verzekerenIk «heb er bloed gezaaid, het b'oed mijner kin sderen, van deze Witte paters (en hier legde «hij zijn hand op den schouder van een hun- »ner,) die gij hier om mijn preekstoel ziet. «Zes hunner, behalve zij die in de andere «streken van Afrika stierven, vielen er als «martelaars. Zij vielen er onder de slagen «der barbaren en zegenden, den laasten adem «uitblazende, hunne beulen. Hoe zoude ik «daar heden niet over spreken in de parochie «van Saint-Sulpice, waartoe de eerste onder «die martelaars behoorde, en waaruit hij zes «jaren voor zijn marteVlood vertrok, om zich «bij ons aan het zware leven der zendelingen «te wijden. Doch dit bloed der martelaren «is niet het eenige geweest dat er gestort «werd en waarvan wij nu de vruchten zullen «gaan plukken." De gewijde spreker stipt hier aan wat de wetenschap, de liefdadigheid en het leger er toe bij droegen om gedurende een kwart eeuw door strijd en bloed den weg tot de aanstaande verlossing der zwarten voor te bereiden, en zoo komt hij aan het slot zijner rede. «Ik eindig mijne geliefde Broeders. Het «is de laatste redevoering die ik tot Frank- «rijk wil richten. Ik zie sedert lang aan te «veel teekenen dat de ouderdom voor mij «gekomen is. Ik gevoel dat mijn kwalen en «vermoeienissen mij verbieden voortaan uit- «landig te zijn. En, zich tot Mgr. Livinhac «richtende: Monseigneur, Ik heb van den «Heiligen Vader verkregen, dat Hij U van de «banden ontsloeg, die U aan het apostolisch «vicariaat van het meer Nyanza verbonden, «teneinde ik den ijver, de deugden en talen sten, die gij van God ontvangen hebt, tot het «beheer (onder mijn gezag zoo lang ik leef, «en als mijn opvolger na mijn dood) van de «werkend er missiën die mij zijn toevertrouwd, «zoude aanwenden. De groote Leo XIII, «aan wien ik gelukkig was tot de laatste «krachten mijn levens te wijden, heeft zich «verwaardigd aan mijn bede te voldoen. Gij skwaamt heden aan Monseigneur. Zonder «twijfel ben ik geen Elias, doch ik leg op «uwe schouders als op die van een anderen «Eliseus den mantel, dien ik alleen niet meer «torschen kan. Gij zult mij voortaan in «Frankrijk vervangen om de zaak onzer «missiën en goede werken te bepleiten «en uwe handen in onze kerken uit te «steken, zooals ik het zoo lang uit liefde «tot onzen Heer deed en om aan hen den «stem te doen, hooren die Jezus Christus «verkondigde. Ik ga naar mijn Afrika «terug om het niet meer te verlaten, en het «al de krachten te geven die het aan God «zal behagen mij nog te schenken. Gelukkig «van (als ik niets beters meer zal kunnen «doen tot heiligmaking der kudde des eeuwi- «gen Vaders) te mogen vallen, terwijl ik het «verloren schaap nog trachtte te redden En zich tot den Pauselijken nuntius wen dende «Monseigneur, de levendige herinneringen, «de verheven gedachten die mij deze rede «hebben ingegeven komen van den grooten «Paus, die Uwe Excellentie onder ons verte- «genwoordigt. Het is van Hem alleen dat »'k mijne missie ontving, die ik heden aan «dezen jeugdigen en edelmoedigen apostel «toevertrouw. Hij (de Paus) is het die ons «door uwe eerbiedwaardige handen Zijn ze sgen gaat geven welke ik U nederig voor «Zijn getrouwe kinderen, die hier aan uwe «voeten nederknielen, vraag." Het was te midden der algemeene aan doening dat Mgr. Lavigerie den preekstoel verliet, gevolgd door de Witte Paters, die vervolgens de rijen der geloovigen doorgingen om hunne giften tot vrijkooping der slaven in te zamelen. Hierop volgde het Lof waarin het O Salu- taris van Rpusseau, het Ave Maria van Gou nod, de Tantum ergo van Widor en tot slot het Alleluja van Handel op schitterende wijze werden uitgevoerd. Het was niet ver van zes uur, toen wij de trappen der Saint-Sulpice afgingen en de Kerk hare gewone kalmte en stilte her kreeg. Fidélius. Parijs, 13/25 September 1890. Als een bewijs hoe zich reeds nu in Fries land gebrek aan werk begint te openbaren, diene dat in vele dorpen het mattenweven en de vervaardiging van heidebezems al aan den gang is. Anders werd hiermede eerst een aanvang gemaakt als alle veldarbeid was afgeloopen doch het werk is dit najaar zoo schaarsch, dat velen tot dezen huisarbeid hun toevlucht moeten nemen. Voor ongeveer een eeuw vertrok uit het Friesche stadje Workum een werkman naar Amerika, die zich sierde met den naam zijner geboorteplaats en zich te Cincinnati vestigde. Dezer dagen bezocht een gezelschap uit Cin cinnati het stadje Workum. Het waren de schatrijke Amerikanen E. L. Workum en zijn twee dochters, die de reis van Parijs naar Nederland gemaakt hadden, om aan de ge boorteplaats van hunnen voorvader een be zoek te brengen. Een koopman uit Hoogeveen, die Dinsdag van Meppel huiswaarts keerde, miste bij zijn aankomst aldaar zijn portefeuille met f255. Terstond keerde hij per laatste gelegenheid naar Meppel terug zich herinnerende zich in een bermsloot bij het station gewasschen te hebben, ging hij naar die plaats en vond daar, zeker tot zijn groote vreugde, het ver lorene ongeschonden terug. Zekere B., wonende in het kwartier on der Zevenaar, stroopte gaarne zoo nu en dan een haas, bij voorkeur op Duitsch grondge bied. Reeds meermalen door de grensbe ambten gewaarschuwd, schoot hij dezer da gen een haas terwijl de opziener er bijna bij stond. Door dezen aangemaand het wild te laten liggen, dreigde hij den man der wet met het geweer en maakte zich uit de voeten. Niets kwaads meer vermoedende,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1890 | | pagina 6