FEUILLETON. De Wraak van een Christen, N I NN BNL A N 1). waarvan deze groote strijder der Kerk zieh bediende en waarmee hij heeft gezegevierd, de katholieke dagbladpers is geweest. De organisatie der katholieke Duitsche pers is waarlijk bewonderenswaardig en de clerus heeft daartoe veel bijgedragen door haar uitbreiding op alle mogelijke wijzen te steu nen. En naast de katholieke bladen hebben de katholieke Congressen geholpen. Zoo doende heeft liet Centrum datgene kunnen bereiken, wat in den beginne onmogelijk te bereiken scheen. »Het zoo krachtdadige en werkzaame op treden der Centrumpartij", zegt het Ro- meinsche blad, «werd door de congressen en dagbladen voorbereid en mogelijk gemaakt. Dit dient als vingerwijzing voor allen, die aan de politieke en parlementaire actie een overtollige en ongepaste werkzaamheid toe- kenren. De zaken moeten door de publieke opinie worden voorbereid, behandeld en aan de orde gebracht. En dat vermogen de pers eu het vereehigingswezen. Wij herinneren ons hier wat een groote Paus heeft gezegd De Revolutie moet met hare eigen wapenen bestreden en overwonnen worden. Zij heeft gewerkt met geheime gezelschappen en een geheime pers en daardoor bewezen, dat de ideeën vóóral door de pers populair worden en dat een krachtig optreden door de ver- eenigingen wordt voorbereid. Dagbladen en congressen zijn de twee wapenen van onzen tijd, de twee hefboomen, de twee middelen, welke het best en het snelst de Katholieken tot de zegepraal hunner beginselen en de verwerving hunner rechten zullen voe ren." In Pruisen, zegt het blad ten slotte, wordt in ieder katholiek gezin, een katholiek blad gelezen. Moge het zoo overal gaan (C.) Schiedam, 7 October 1890. De Toestand des Koning,s. De toestand van Zijne Majesteit den Ko ning is in de laatste week weinig veran derd. Zijne Majesteit lijdt, zooals de genees- heeren des Konings bevonden hebben op een consult gehouden den 29sten September 1890, aan eene verheffing van het chronisch nier lijden, hetwelk Zijne Majesteit noodzaakt het bed te houden. De voeding is voldoende en de krachten van den Hoogen Lijder zijn zeer bevredigend. Staatsct In tegenstelling met bovenstaand officieel bericht werd gisteren aan het Rolt. Nwsbl. het volgende geseind Episode uit den tijd der Fransche revolutie, 9) Naar het Fransch van Just Girard. De aristocraten, die niet konden hopen, dat een der hunnen tot burgemeester werd verkozen, hadden hun stem op hem uitge bracht omdat zij hem als den meest gematigde van de tegenpartij beschouwden. In dit op zicht was hun meening juist, want Grospin toonde zich, zoo al niet uit zijn inborst of door deugd, dan toch door zijne geldelijke belangen altijd gematigd, en een der eerste werkzaamheden van den nieuwen burgemees ter was te trachten de gisting onder de heethoofden der partijen te doen bedaren. Grospin wist Toustain, uit erkentelijk heid, tot zijn adjunct te doen benoemen dit vermeerderde nog de gehechtheid van dezen laatste aan den directeur der smelterijen, zoo dat dan ook de volmaaktste harmonie in het begin tusschen de beide gemeente-ambtena ren heerschte. Z. M. de Koning houdt steeds het bed. Zijn toestand wordt thans zorgwekkend ge acht. De instelling van een Regentschap is zeer waarschijnlijk. Heden vertrokken drie ministers naar 't Koninklijk paleis op 't Loo. De schrijver der «Haagsche Kroniek" in de N. Gr. Ct. weet het volgende mede te deelen «Als feit kan ik melden, dat Z. M. sedert een maand achteruitgegaan is in kracht en weerstandsvermogen. Sedert een paar weken heeft de Koning zich al 't genoegen moeten ontzeggen van het middagmaal geregeld met de Koningin en Prinses te gebruiken de gang van zijn slaapvertrek naar het salon viel Z. M. te moeielijk. In de laatste week heeft Hij elke bewe ging moeten nalaten en nu mogen de bladen gesproken hebben van 't opvallend goed uiter lijk van den Vorst, ik kan u de verzekering geven, dat personen, die Z. M. in enkele maanden niet hadden gezien, dezer dagen verklaarden, dat Zijn krachten duidelijk ver minderd waren. Dat is dan ook nu de zaak de pijnen van het nierlijden zijn wel te dragen, maar de Ko ning is zwak, lusteloosHij verlangt geen gezelschap, slaapt liefst zooveel mogelijk en gebruikt zeer weinig voedsel. In tegenstelling met de vroegere verschijn selen openbaart zich tot nu toe noch op gewondenheid, noch verzwakking van den geest. De Koning blijft volkomen helder van hoofd, maar een algemeene afmatting heeft zich van Hem meester gemaakt, die, al stelt men het liefst nog niet dadelijk zoo voor, bij krachtige figuren van meer dan 70 jaren zeer dikwerf de voorbode is van langzame uitputting. Iedereen hoopt natuurlijk, dat het ook ditmaal nog ten goede zal keeren, maar zelfs in de hot- en regeeringskringen ontveinst men zich de mogelijkheid geen oogenblik, dat de lariggevreesde slag spoedig en misschien nog onverwacht zou kunnen vallen. Tegenover de mformatiën door den heer Tindal omtrent 's Konings toestand ingewon nen, zijn we in staat, andere en betere infor mation te kunnen stellen, voor wier nauw keurigheid we borg spreken. Tot voor nu 14 dagen heeft de Koning zijn gewonen arbeid verricht. Gelijk bekend is, verlaat hij nooit het Loo en moeten de ministers alles schriftelijk met hem afdoen, maar dit belet de persoonlijke bemoeiing met V. Een onver wacht bezoek. Op een avond van de maand Februari 1792 was vader Planart en zijn vriend mr. Couriet, als naar gewoonte een avondje bij den pastoor komen doorbrengen. Reeds verscheidene jaren was dit hun gewoonte, twee of drie maal 's weeks, te beginnen van de Kerstdagen tot de Vaste. Vroeger waren die avondjes tal rijker en vooral vroolijker. De pastoor noemde die bijeenkomsten zijn «familieraad," omdat hij daar in waarheid vertoefde als een vader onder zijn kinderen, die zich met hen onderhield over de belangen van hun kring, over aan te brengen verbeteringen, en over de ram pen waarin moest worden voorzien. Vele weldoende maatregelen waren in deze bijeenkomsten genomen, vele ongelukkigen werden ondersteund. En dit alles gebeurde zonder ophef, zonder ijdele vertooning, terwijl men heel familiaar met elkaar koutte, en zich zelfs onschuldige scherts veroorloofde. Maar sedert eetiigen tijd waren er nog slechts drie of vier personen, die aan deze avondjes deelnamen, waaronder, behalve de twee reeds genoemde personen, men ook telde den geneesheer der gemeente en een oud-officier, ridder van den H. Lodewijk, die s lands zaken geenszins. Geheel den zomer gaf Z. M. blijk, dat hij zich op de hoogte stelde van hetgeen er omging, en er is niet de minste grond om te meenen, dat hij in meer of min onbewusten toestand zijne toe stemming, waar die noodig is, ooit zou heb ben gegeven. Natuurlijk eischt dit lichame lijke inspanningvan daar dat, toen de oude ziekte weer in hevigheid toenam, Z. M. den arbeid moest staken. Juist de omstandigheid dat, zoodra die ziekte erger werd, ook geen enkel kon. besluit meer in de Staatscour. verscheen, toont dat alles in volkomen nor malen toestand is. Nog dient er op te wor den gelet, dat de doctoren huisdokters zijn, er. dat dus de regeering geene macht over hen heeft. De bijzonderheden waaruit de persoonlijke be moeiing des Konings wiskunstig zeker blijkt, zijn natuurlijk voor mededeeling onvatbaar, maar niettemin van zoo stelligen aard, dat ze geen ruimte voor eenigen twijfel laten. Standaard Naar de Zuidh. verneemt, heeft H. M. de Koningin van Engeland per telegraaf tij dingen verzocht omtrent den gezondheids toestand van Z. M. onzen geëerbiedigden Koning. Naar Het Vaderland van welingerichte zijde verneemt, is in Den Haag bericht uit Londen ontvangen, dat gisteren-avond een besluit zou verschijnen, waarbij wederom de invoer van levend vee uit Nederland verboden wordt. Evenals met de Onderwijswet het geval was, zegt de Standaardzal het verslag over de Legerwetten gelijktijdig verschijnen met de Memorie van Antwoord. Het verslag is thans in bewerking. De bewerking en de openbaarmaking van de uitkomsten der zevende volkstelling, op 31 Dec. 1889 gehouden, zal ook in 1891 nog arbeid vorderen, waarvoor de Regeering f31,000 heeft aangevraagd. Deze som zal hoofdzakelijk worden besteed om de tabel len der beroepstellingen te bewerken. In- tusschen zullen de andere uitkomsten afzon derlijk worden openbaar gemaakt, zooals reeds is geschied met de bevolkingscijfers der gemeenten en provinciën. De raad van toezicht op de spoorwegdien sten wenscht, dat ten gerieve van de spoor wegbeambten de goederentreinen des Zon dags tot een minimum zullen gebracht wor- vroeger had gediend in het regiment, waar over de hertog van Auvrigny kolonel was, en die door een wonde, in den slag van Fontenoy bekomen, buiten dienst was gesteld. De doctor en de soldaat van Fontenoy ontbraken bovendien nog dikwijls; de een was verhin derd door zijne praktijk, de ander door zijn rheumatiek. Op dien avond dan, waren zij slechts met hun drieën, de pastoor, vader Planart en mr. Couriet. Zij onderhielden elkander, als naar gewoonte, op droevigen toon over de gebeurtenissen des tijdstrouwens in geheel Frankrijk, in de steden zoowel als in de meest afgelegene gehuchten, hoorde men maar zelden over iets anders spreken. «Gij had wol gelijk" mijnheer pastoor, zeide vader Planart, terwijl hij een diepen zucht slaakte toen gij, twee jaren geleden, voorspeldet, dat wij niet aan 't eind onzer rampen waren, en dat de revolutie niet zou ophouden, voor zij alles had verwoest. Wat voor nieuws is er dan nu weer? viel meester Couriet onrustig in. De nationale vergadering heeft zoo juist een decreet uitgevaardigd, dat de inbe slagneming van alle goederen der uitgewe kenen behelst. Men heeft mij vandaag be volen alle gelden, die ik onder mijn beheer

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1890 | | pagina 2