GEMENGDE BERICHTEN.
bregatie bezit 33 scholen, benevens kweek-
fC ^'en v°or onderwijzers te Maastricht en te
s~Gravenhage.
j VriJdag namiddag zijn onder Overschie
01 de hevige windvlagen de roeden en de
aP afgeslagen van den watermolen van Van
er Does, staande aan de Zwet. Hoewel
e molenaar lichte kneuzingen bekwam door
e afslaan van eenige splinters, is dit nog
- al wel afgeloopen.
A-'s een bewijs, dat de haringvisscherij te
C leveningen tot heden een buitengewoon
oUnstig resultaat oplevert, kan dienen, dat
P de scheepstimmerwerven niet alleen reeds
^ei scheiden nieuwe schuiten voor 1891 zijn
esteld, doch bereids nieuwe zoogenaamde
au eggers zijn aangekocht om in het volgend
in de vaart te worden gebracht.
I ^aar wij uit zekere bron vernemen, heeft
j!' j. Permanent generaal comité der katholieke
laansche congressen onzen landgenoot,
v u° Welee,'w. heer pastoor J. VV. Brouwers,
het ''ovenkei'k> persoonlijk uitgenoodigd om
woord te voeren voor het algemeen ka-
'ek Congres, dat in Lombardije te Lodi
Plaats hebben. (T.)
bef)eZer ^aSen ''ebben Duitsche kooplieden
j, atigrijke inkoopen van vee gedaan in de
bil' 'Tls'er we' een bewijs, dat ons vee in het
datte"'an<* n°° Sew"c' 's- V°or een stierkalf,
onlangs op de tentoonstelling te Dordrecht
den 3en prijs bekroond werd, werd f170
2elf terw'j' voor een ander, dat op de-
p.t, 8 tentoonstelling met den 2en prijs be-
inkf""' WaS' betaald werd. Nogandere
l °°Pen tegen hooge prijzen werden door
n gedaan.
demi?- liastee' van koning Radboud te Me-
is door het rijk van de gemeente
'^er-genomen, zal worden hersteld. De
ten van dit werk.zijn geraamd op f 20.000.
Vp'°i" S'U'S ®c'ie'bngwoude werd
tno^g een tjalkschip door den bliksem ge
lat Gn' Waard°or dit eenige oogenblikken
bit" Z°nk' °Pvarenden konden zich nog
'Jds aan wal begeven.
FLORES.
Kat)et e''and Flores, aan de Nederlandsche
sips 'e'ten bekend door de bloeiende mis-
tijn' U'e"Ie ('aar sinds eenige jaren gevestigd
'ijk00rt tot die streken, welke gewoon-
be 8erekend worden tot de Nederlandsche
dap "lgen> boewei zij slechts indirect en
)ari(]s '|°S slechts ten deele aan het Neder-
ie gezag zyn onderworpen.
tOen|", fine mlandsche Vorstjes, welk geza-
bezjtlJ, liet grootste gedeelte van Flores in
van p 8 ben den Sultan van Bima, den radja
door i" en dien van Larantoeka werden
taten ^ederlandsch-Indische gezag trac-
v°orw ®es'oten> behelzende, onder meer, de
'and t^arc'en' welke van de zijde van Neder-
ep p Vervullen zijn alvorens tot opsporing
gepop °ltat'e van ertsen en mijnen binnen
Ret e Dijken mag worden overgegaan.
Fl0res 1 delste gedeelte echter van het eiland
'Djken maa'st geen deel uit van een van deze
'ijk. ij6'1 ^'eef totnogtoe geheel onafhanke-
Opbes 8 wordt door een zeer woesten en
°°k Zee T '^en 6n ge'Ük thans is gebleken
bp^oj' aPPeren volksstam, dien der Roccaas,
'>leri d '16t ^der'andsch gezag kwa-
'n aan..Zfoccaas tot voor korten tijd nooit
'apd zip'! waarEcbijnlijk ook zou Neder-
Ware 1 nimraer met hen bemoeid hebben,
met, dat aan eenige particulieren
een zeer onzeker gerucht ware ter oore ge
komen, luidens hetwelk in het Rocca-gebied
tinerts zou worden aangetroffen.
Door de Nederlandsch-Indische regeering
werd daarop eene wetenschappelijke expeditie
naar het Rocca-gebied uitgezonden, om de
al of niet gegrondheid dier geruchten te
onderzoeken. De bevolking ontving aanvan
kelijk de expeditie vrij goeder werden ge
schenken gewisseld, doch nauwelijks was het
gebleken dat zij tin kwam zoeken, of de expe
ditie werd door de inlanders verraderlijk
aangevallen. Eene bestraffing moest volgen
en eene tweede expeditie, thans gewapend,
volgde. De inlanders werden gestraft en
tot eene nieuwe wetenschappelijke (tevens
gewapende) expeditie werd besloten.
Aan deze zaak werden de vorige week
door de Tweede Kamer, naar aanleiding van
eene interpellatie van den heer Cremer, twee
zittingen gewijd. De heer Cremer kwam
tegen de gewapende expeditie, de zgn. »tin-
patrouilles," in verzet en werd daarin door
eenige andere liberalen en het katholieke
Kamerlid van Nunen gesteund, terwijl de
regeering, bij monde van den minister van
koloniën, de expeditie verdedigde en hulp
vond, behalve bij hare vrienden (o. a. bij de
heeren Schaepman en Keuchenius) ook bij
den gematigd liberalen heer Roëll. Deze
stelde eene motie voor, waarbij vertrouwen
in de Regeering, wat deze aangelegenheid
betreft, werd uitgesproken, eene motie die
ten slotte door de Kamer werd aangenomen.
De Midd. Ct. ontving van een der officie
ren van de Flores-expeditie een schrijven,
gedagteekend uit de benting Bo-Réwoe van
7 Augustus, waarin een omstandig verhaal
werd gegeven van den aanval van 6 Augus
tus, waarbij de Roccaneezen ernstig nadeel
hebben toegebracht. Daaraan ontleenen wij
het volgende
Van benting Watoe-Loho vertrekt eiken
morgen om halfzeven een transport levens
middelen voor Bo-Réwoe en wordt op den
bergrug Seikengé door een detachement uit
Bo-Réwoe met koelies en muildieren over
genomen.
De schrijver kommandeerde het transport
uit Bo-Réwoe, de luitenant Diemont dat uit
Watoe-Loho. Toen eerstgenoemde bij den
bergrug kwam, ontmoette hij luit. Diemont
niet, doch hoorde een snelvuur en op den kam
gekomen zag hij het andere transport tot
een verward kluwen opeengedrongen onop
houdelijk langs de ravijnhellingen naar be
neden vuren. Hij zond tien man met een
inlandsch sergeant te hulp en bleef met 45
soldaten en de 46 ongewapende geleiders
der muildieren achter. Kort daarop werd hij
zelf echter door een steeds aangroeiende
bende Roccaneezen aangevallen, welke hij
met snelvuur zich van het lijf hield. Daar
echter nog steeds door het andere transport
werd gevochten, zond hij sergeant Idzerda
een goed schutter en een fuselier daarheen
met den stelligen last zich met hem te ver
eenigen.
Terwijl het hem moeite kostte stand te
houden, zag hij een versterkking uit Bo-
Réwoe met versnelden pas aanrukken. Ter
zelfder tijd was versterking uit Watoe Loho
bij het andere transport aangekomen, maar
plotseling zag hij den ganschen troep naar
Watoe Loho terugkeeren, terwijl de man
schappen, die hij ter versterking had
gezonden, terugkeerden. Deze vertelden
hem het volgende: Op ongeveer 4000 M.
van den bergkam was het transport, dat
niet met de noodige voorzichtigheid mar
cheerde, eensklaps besprongen door een
200-tal Rocca's, die zich in de alang-alang
hadden verscholen. De verwarring was vree-
selijk. Diemont werd terstond met één kle-
wanghouw gedood het achterhoofd werd hem
afgeslagen, eveneens sneuvelden onmidellijk
een inlandsch sergeant en drie inlandsche
fuseliers benevens vier dwangarbeiders een
inlandsch fuselier werd licht, de bediende van
Diemont zwaar gewondook werd eene inland
sche vrouw gedood. De vijand maakte vyfBeau-
montgeweren en 300 patronen buit. Terug
gekeerd te Bo-Réwoe bracht de briefschrij
ver zijn verslag uit en ging terstond weder
met veertig man op marsch, om den doctor
naar Watoe Loho te brengen, zoo mogelijk
de gekwetsten te zoeken en den spoedbrief
aan den chef van den staf te doen bezor
gen. »Ik kan u, schrijft hij o. a., de ver
slagenheid en tevens de woede, die ons
allen vervulde, met geen mogelijk beschrij
ven, evenmin als het gevecht zelf, dat veel
korter duurde dan de tijd, waarin ik het
mededeel. Het geheele drama was reeds
afgespeeld, toen de tien man, die ik, zoodra
ik het vuren hoorde, gezonden had, ter
plaatse aankwamen; dezen hadden niet meer
dan 4000 meter naar beneden te loopen.
Honderd vrijwilligers boden zich aan met mij
mede te gaan, om, zoo mogelijk, den dood
hunner kameraden te wreken.
Op de plaats van het gevecht aangeko
men, wachtte ons een verschrikkelijk schouw
spel de dooden waren op gruwelijke wijze
verminkt. De bloedsporen langs de helling
van het ravijn wekten het vermoeden bij mij
op, dat er beneden mij op 400 M. diepte
nog gewonden konden liggen. Wij gingen
naar beneden en na tot half vier uur ge
zocht te hebben, mocht ik de voldoening
smaken twee gekwetsten (den inlandschen
bediende van Diemont en een dwangarbei
der, die door de Rocca's naar beneden ge
sleurd waren) naar boven te brengen. Vier
lijken en andere gekwetsten hebben we,
hoewel we uren achtereen gezocht hebben,
niet kunnen vinden."
Het verhaal, als zou te Meppel eene vrouw
aan melaatschheid zijn overleden, is volgens
de Mepp. Ct. gebleken geheel onwaar te
zijn.
Onder de paarden te Hamburg, waarvan
er wekelijks een groot aantal naar Engeland
worden vervoerd, is de influenza uitgebroken.
Niet minder dan 85 paarden van de Tram
wegmaatschappij naar Altona zijn door deze
ziekte aangetast.
De beroemde Duomo te Siena is Donder
dag aan een groot gevaar ontsnapt, hoewel
niet zonder groote schade. Een brand, door
achteloos werkvolk veroorzaakt, vernielde
grootendeels het koepeldak. Gelukkig werd
men nog tijdig het vuur meester, zoodat de
beroemde voorgevel en het overige der kerk
met al de daarin aanwezige kunstschatten
gespaard bleven.
De man in de k i s t. Hermann Zeitung,
zoo schrijft men uit Londen, de onderne
mende Weener, die in een kist de reis van
Weenen naar Parijs heeft gemaakt, heeft op
dezelfde manier een reis per boot van Hamburg
naar Londen volbracht. De reis duurde vier
dagen, gedurende welken tijd de man zijn
verveling kalm wist te verdragen. Toen Vrij
dagsavonds een groote kist uit Hamburg van
het vaartuig gedragen werd, werden diagers
en omstanders plotseling door 6 revolver
schoten verrast, die uit een gat in de kist
kwamen. Dat waren Hermann Zeitung's
vreugdeschoten. Terstond daarop tilde hij het
deksel op en kwam hij uit de kist onder
het geroep van »hip, hip, hurrahterwijl
iedereen zich over den vier voet hoogen
sterveling verbaasde. Hij wil zijn geluk
beproeven met als «Merkwaardigheid" in de
café-chantants te Londen op te treden.
Aan het station Ternplerbend te Aken
namen de Duitsche rijks-ambtenaren 11. Zater
dag ruim 20,000 kilogram Amerikaansch spek
in beslag, waarvan de invoer in Duitschland
verboden is. De koopman Maseland, te Maas
tricht, had die koopwaar als inlandsch goed
afkomstig van varkens uit Nederland
verzonden.