FtUILLFl ON. BINNENLAND. De Wraak van een Christen, Schiedam, 28 October 1890. De toestand van den Koning zoo wordt uit Apeldoorn aan den Zuidhollander gemeld blijft dezelfde zoowel lichamelijk als naar den geest blijft Z. M. zwak, maar de krachten, hoewel bijna onzichtbaar, ver minderen toch steeds. Jl. i Zondag had eene godsdienstoefening plaats op Het Loo, waarbij behalve H. M, de Koningin en H. K. H. de Prinses nog tal van andere genoodigden tegenwoordig waren. Dr. Weiter (predikant te Arnhem) hield een rede, voorafgegaan door een gebed voor het behoud van den kranken vorst. Blijkens de gemeente-begrooting van Vlaar- dingen voor den dienst van 1891 bedraagt de geraamde opbrengst van de tollen op den straatweg tusschen Vlaardingen en Scl|jedam f8125. Zaterdag laatstleden heeft de plechtige teriardestelling plaats gehad, op de Alge- meene Begraafplaats te 's-Gravenhage van het stoffelijk overschot van wijlen dr. A. J. M. Los, in leven practiseerend geneesheer te Schiedam. De heer Van Dijk van Matenesse, burge meester van Schiedam, herdacht in gevoel volle woorden, de voortreffelijke eigenschap pen van zijn hooggeachten vriend, die wel dadig was zonder vertoon, hulpvaardig zon der ophef en die als geneesheer, met onbe zweken toewijding, zoo veler leed heeft ver zacht. Omstreeks twintig jaren geleden is hij van Schiedam vertrokken en nog heden ten dage wordt zijn naam steeds in eere door zijn dankbare patiënten genoemd. Zonder de verschillende eervolle betrek kingen te willen opsommen, die aan doctor Los werden opgedragen, en die steeds vol ijverig en getrouw door hem zijn bekleed, wenschte hij in het bijzonder, den altijd wel- gezinden, den altijd deelne menden vriend van den lijdenden natuurgenoot, te her denken. De beer Los van Aarlanderveen, broeder van den overledene, dankte met diepe aan doening, uit naam van de weduwe en fami lie, voor de laatste eer aan zijn overleden broeder bewezen. Dagblv. Z.-H.) De Deli-Courant van 24 Sept. jl. bevat volgend telegram van denzelfden datum, uit Batavia Episode uit den tijd der Fransche revolutie. 23) Naar het Fransch van Just Girard. Weldra brachten de inval der Pruisen in Frankrijk en het vertrek der vrijwilligers naar het leger, de gemoederen hevig in beroering. Veertig a vijftig jongelingen uit Auvrigny trokken naar de grenzenen tot dit getal behoorden de onstuimigsten en de heethoof den. Velen onder hen die bleven, en die in 't begin met vreugde den nieuwen staat van zaken hadden omhelsd, begonnen in te zien, dat men te ver was gegaan men had hun koeien met gouden horens beloofd, en nog nimmer waren de tijden zoo slecht ge weest als juist nu. De handel kwijnde, het geld was verdwenen, en het papier, dat het moest vervangen, verloor dag aan dag aan waardemen eischte de eetwaren der bur gers op, om het leger proviand te bezorgen men eischte hun paarden op om voor de ka- valerie dienst te doen men eischte hunne kinderen op om er soldaten van te maken, en te midden van al die ellende liet men hun zelfs den troost van het gebed niet Kapitein Van Hoogstraten bij keuze tot majoor bevorderd. Volgens telegram aan Java-Bode is ge zondheidstoestand troepen op Flores gunstig na 22 Augustus geerie vijandelijkheden meer gepleegd. Het weekblad Salland deelt de volgende bijzonderheden mede omtrent den heer Tin dal »Men wete, dat de heer Tindal geen vreemde aan 't Hof is, daar hij indertijd met prins Alexander zijne opvoeding heeft ge noten, diens lessen deelde en hem tot speel makker strekte, zoodat hij door den Koning en de Koningin op gemeenzame wijze werd behandeld en bij zijnen voornaam genoemd. Zelfs als officier werd hij door Z. M. nog met een «bonjour, Henri" gegroet, hij was dus vroeger een gunsteling aan 'tHot." De heer Jac. W. Van den Biesen, uit Breda, verklaart in De Tijd, dat de Brabant- sche motie den val van het Ministerie beoogt en daarmede dien van de aanhangige Le- gerwet. Het schijnt de directie der Rott. Tramw, Mij. ernst te zijn om de lijn Rotterdam Overschie zoo spoedig mogelijk in exploitatie te brengen. Reeds Maandag van de vorige week is men met de werkzaamheden be gonnen, ofschoon de concessie eerst in de raadszitting van Donderdag 11. is verleend. Door het plotseling naar het N. W. loopen van den wind kwam het water gisteren-mid dag te Pernis zóó snel opzetten, dat de be- nedendijks gelegen woningen zijn onderge- loopen. De havejikade stond mede geheel on der water. Uit het jaarverslag over het Rijksmuseum van natuurlijke historie, te Leiden, blijkt, dat de toestand van het museum-gebouw telken jare slechter wordt. Muren en pla fonds zijn vol breede scheuren, en op tal van plaatsen vindt men een duimdikke n uitslag van salpeter kristallen bronnen van stof vocht en bederf voor de collecties, die juist droog en stofvrij belmoren gehouden te wor den, willen zij niet te gronde gaan. En in zulk een gebouw worden schatten be waard! {R. N.) Te Noordwijk is gestrand de logger Vlaar dingen 27. De equipage, bestaande uit 15 man, is door de reddingboot aan wal ge want men ontnam hun hunnen herder, hun vriend, hun natuurlijken vertrooster. Dusdanig waren de overpeinzingen van de inwoners van Auvrigny, die grootendeels de democratische partij hadden omhelsdmen kan nagaan welke de overpeinzingen der anderen waren. Maar weldra verspreidde zich het gerucht, hoewel slechts fluisterend en geheimzinnig, dat mijnheer pastoor het land niet had ver laten, ondanks de bevelen vari de vergadering; hij bewoonde evenwel de pastorie niet, want deze was, evenals de kerk, gesloten, en men had op de deur van het eene gebouw zoowel als van het andere een aanplakbiljet gehecht, met deze twee woordenNationaal eigen dom. Laten wij in 't voorbijgaan zeggen, ter eere van de burgers van Auvrigny, dat geen der beide gebouwen een kooper vond. Maar waar hield hij dan zijn verblijf? Men wist er niets van. Een commissaris uit het den trict C had, krachtens de wet van dis- 29en Augustus 1792, bij herhaling huiszoe king gedaan, bij de bewoners van Auvrigny, maar men had niets ontdekt. En nochtans was het zeker, dat de pastoor zich ergens hield verborgen, want van tijd tot tijd las hij de H. Mis, die door eenige getrouwen werd bijgewoond. Hij had zelfs verscheidene kin deren gedoopt en een zieke, die in doodsge- bracht. Het schip zal vermoedelijk verloren zijn. Het Onderzoek der Gemeente-begrooting. (Slot.) Eenparig zijn de leden in de le en 3e afdeeling van den gemeenteraad van gevoe len, dat de wijze waarop de Bureaux ten Raadhuize, met name de afdeeling Secretarie Burg. Stand en Bevolking zijn samengesteld, noodzakelijk eene hèrzkning moet ondergaan waarom zij voorstellen nhrg. en Weth. uit te noodigen een daartoe strekkend voorstel bij den Raad in te dienen. Daarop wordt door Burg. en Weth. ge antwoord, dat wanneer zij van den Raad de opdracht ontvangen tot hetindienen vaneen voorstel tot herziening en reorganisatie van de Gemeente-secretarie, de Bureaux van den Burg. Stand en de Bevolking, zij zullen trach ten daaraan te voldoen, maar dat tene zoo danige reorganisatie onvermijdelijk met meer dere uitgaven gepaard gaat. Tegen het voorstel der 3e afdeeling om aan de begrooting eene som van f200.000 toe te voegen voor de door dm afdeeling aangege ven werken, moeten B. en W. zich ten sterkste verzetten op de gronden reeds door hun bij de algemeene beschouwingen ont wikkeld. De meening in de le afdeeling uitgespro ken, dat de uitvoering van de werken der waterverversching dringend noodzakelijk is, zoodat hoe eer hoe beter de daarvoor be- noodigde gelden moeten worden aangewe zen, is naar hun eenparig oordeel reeds in de algemeene beschouwingen kenbaar ge maakt volkomen juist. Werd door een der leden in de 3e afdee ling op hygiënische gronden de wenschelijk- heid betoogd, dat de algemeene begraafplaats zoo spoedig mogelijk worde verlegd, alge meen erkende men in de afdeeling, dat dit nu om financieele redenen teneenemale onuitvoerbaar is. Voorts werd er op ge wezen, dat de omwonenden zeiven dezen toestand in 't leven riepen, door romdom de begraafplaats, die vroeger werkelijk buiten de gemeente was gelegen, te gaan bouwen Burg. en Weth. meenden dan ook in de me morie van beantwoording dit punt slilzwijgend te kunnen voorbijgaan. Door een van de leden der 3e afdeeling werd de wenschelijkheid betoogd der instel ling van eene plaatselijke gezondheids-com missie, omdat hier ter stede zooals door dat lid vaar verkeerde, bediend. Maar zelfs zij, die bij deze herderlijke ambtsbedieningen waren tegenwoordig geweest, waren onbekend met zijn verblijf, of liever met den schuilplaats, waar hij zich verborgen hield. Wellicht was zij bekend aan den genees heer, den ridder van den H. Lode wijk, aan vader Planart en den notaris, zijn intieme vrienden, maar zij waren zoo dicht als een pot, wanneer men hen over dit onderwerp sprak. Mam'selle Claudine zelfs, die nu bij vader Planart inwoonde en zich daar voor namelijk met de zorg over den kleinen neef van Serqueux scheen te belasten, mam'selle Claudine was zóó achterhoudend geworden, dat hare beste vriendinnen er verwonderd over waren. Madame Jobard kon er geen hoogte van krijgen en ze geloofde ten slot te, dat zij evenmin iets wist als de anderen, en dit was dan ook het geval. O/erigens scheen het meerendeel der inwoners van Auvrigny, zelfs zij die voor ijverige republi keinen doorgingen, zich er niet over onge rust te maken. »Op mijn woord, zeiden deze laatsten, alles wel beschouwd, heeft hij wèl gedaan te blijven, altijd wanneer er niets bijzonder voorvalt, 't Is een brave man, en wij kennen hem reeds twintig jaar, men kan gerust zeggen, dat luj in zijn geheele leven niets dan goeds heeft gedaan, en, zoo

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1890 | | pagina 2