Groote Smokkelarij van Alcohol,
8 mïilioen boete!
GEMENGDE BERICHTEN.
glas vocht, in een te groote hoeveelheid aan
wezig zijn, waardoor de lichtstralen te sterk
gebroken worden, en zich reeds vereenigen,
alvorens zij het netvlies bereikt hebben. Hier
door kunnen de lieden, met dit gebrek behept,
alleen zeer nabijzijnde voorwerpen zien, Het
oog heeft een te sterk straalbrekend vermogen
om ver afgelegene voorwerpen duidelijk op
te vangen, somtijds heeft er ook een tegen
natuurlijke verwijding van den oogappel plaats
waardoor velen de gewoonte hebben hunne
oogleden min of meer te sluiten, naar gelang
de noodzakelijkheid om meerdere duidelijkheid
aan het opgevangen afbeeldsel bij te zetten.
Men kaa door middel van holgeslepen glazen,
die een groot straalbrekend vermogen hebben,
dit gebrek verhelpen en te gemoet komen,
waardoor de voorwerpen beter en juister
kunnen gezien worden. De brillen hiertoe
zijn echter slechts hulpmiddelen een grondige
genezing wordt zelden beproefd en daarom
neemt men te gemakkelijker zijne toevlucht
tot een kortzichtigen bril of tot holgeslepen
glazen. Het is intusschen voor een ieder
begrijpelijk, dat eene kwaal, die verouderd
is, zeer moeilijk is te herstellen, en veeltijds
door den geneesheer als onherstelbaar geacht
wordt; dit geldt ook met betrekking tot de
kortzichtigheid; dewijl deze bezwaarlijk is
te verbeteren bij jongelieden, die zich te
vroeg gewennen aan een lorgnet of bril. Zij
worden geheel bijziende omdat zij van der
jeugd af de voorwerpen of letters te kort
aan het gezicht brengen en het hoofd voor
over buigen, iets hetgeen nietminder nadeelig
is. Wat bet. gebruik van een lorgnet aangaat,
hierdoor wordt een oog buiten werking ge
houden, hetgeen het gezicht almede bederft
tot rijper jaren gekomen zijnde, ontstaat
er volkomen kortzichtigheid. Alwie zich dus
te jong aan een lorgnet of bril gewent, behoeft
zich niet te vleien met het vooruitzicht, dat
hij op lateren leeftijd beter gezicht zal er
langen, al worden de oogen door het ver
minderen van de vochten ook vlakker
integendeel, dezulken hebben geen grond
te verwachten, dat zij immer lorgnet of bril
ter zijde zullen kunnen leggen, maar loopen
veeleer gevaar, zoo al niet geheel, dan voor
zeker gedeeltelijk blind te worden.
M. VAN DER HOEK,
Schiedam.
(Wordt vervolgd.)
Verleden jaar is voor de correctionneele
rechtbank te Luik een geruchtmakend pro
ces van smokkelarij van alcohol behandeld.
De ontdoken rechten beliepen 350.000 fr. Ge
heel toevallig werd deze smokkelarij ontdekt.
In Februari 1888 stond te Welkenraedt
een trein tot vertrekken gereed. De wach
ter Depierreux, langs een der waggons gaande,
die was aangegeven als met fusten olie te
zijn geladen, ontdekte dat een dier fusten
een weinig lekte en uit dat lek een geur ont
snapte, die met den aangegeven inhoud niets
gemeens had.
Na een nauwkeurig onderzoek werd ge
constateerd, dat de ijzeren fusten in drie
afdeelingen verdeeld waren. Die in het midden
bevatten olie; die aan de zijden hielden circa
500 liter alcohol in. De lading van den wag
gon bestond uit 12 fustende smokkelaars
onttrokken aldus met één slag ongeveer 6000
liters alcohol aan de rechten, ten bedrage
van circa 10.000 francs. Dat was nog eens
op grooten voet werken en zoodoende konden
de betrokkenen zich een aardig fortuintje
verschaffen.
De zending kwam uit Hamburg en was
geadresseerd aan den heer Dumonceau, dis
tillateur te Luik.
Onmiddellijk werd aan het station Luik-
Longdoz geseind en daar waren juist twaalf
geheel gelijkvormige fusten, die naar Duitsch-
larid teruggezonden moesten worden. Er
waren er zelfs bij, waarvan een der afdee
lingen nog de olie bevatte.
Een nauwkeurig onderzoek bracht aan het
licht dat een veertigtal verzendingen van dien
aard reeds had plaats gehad, zoodat onge
veer 1000 hectoliter alcohol was doorgegaan
zonder de verschuldigde rechten te betalen,
waardoor de schatkist voor vele honderddui
zenden francs benadeeld was.
De geadresseerde Dumonceau werd gear
resteerd, maar de hoofdpersoon in deze
smokkelpartij was zekere Meijers, die de
fusten van Dumonceau ontving. Deze zorgde
spoedig zich in veiligheid te stellen door over
de grenzen te gaan. Beiden werden veroor
deeld. Meijers kwam in België terug en gaf
zich gevangen om van het vonnis in hooger
beroep te komen. Maar hij Werd integendeel
den 3 November 1888 tot een jaar gevan-
nisstraf veroordeeld, benevens tot de betaling
der ontdoken rechten ten bedrage van
350,620 fr. en een boete die het tienvoudige
van deze som bedroeg, d. i. 3.506.200 frcs.
Nu zou men denken dat het met het smok
kelen van alcohol gedaan was. Het leek er
niet op. In den loop van het eerste onder
zoek verklaarde Dumonceau en zijne vrouw,
dat Meyers opnieuw alcohol moest ontvangen
hebben.
Langs anderen weg kwam het uit, dat
Meyers aanzienlijke partijen gekleurde aarde
had ontvangen, hoewel hij geen handel in dat
artikel dreef. Dit kwam verdacht genoeg
voor en aldus nad men het spoor van nieuwe
smokkelpartijen gevonden.
Door ijverige onderzoekingen in Duitsch-
land, werden de vermoedens bewaarheid
men ontdekte dat er in 1885-86 verzendin
gen van 20 of 25 vaten gekleurde aarde waren
vervoerd door eene Claessen, te Buir, (Rijn
Pruisen) naar Claessen te Antwerpen. Het
ondeizoek, in deze laatste stad geopend,
bracht aan het licht dat er van November
1885 tot Mei 1886 honderd en zes waggons
met gekleurde aarde zijn aangekomen.
Maar deze waar, in groote vaten gebor
gen, diende slechts om kleinere vaten, met
alcohol gevuld, te verbergen. Op die wijze
zijn ongeveer 3000 okshoofden aangevoerd.
De heeren De Beukelaer ontvingen deze en
uit de vrachtbrieven is gebleken, dat zij,
telkens wanneer zij een zending zoogenaamde
gekleurde aarde hadden ontvangen, groote ver
zendingen alcohol door het geheele land de
den en zelfs de ledige vaten, welke die
vloeistof bevat hadden, weder naar Duitsehland
zonden.
Men veronderstelt, dat op deze wijze 4.000
hectoliters alcohol in België zijn ingevoerd,
zonder dat er een centime aanrechten werd
betaald, zoodat de Schatkist voor 800.000 fr.
werd benadeeld.
De heeren De Beukelaer, ondervraagd
zijnde, bekenden dat elk vat gekleurde aarde
een fust alcohol van ongeveer'150 a 200 liters
bevatte, maar verklaarden, dat deze zendin
gen uitsluitend voor rekening van Meijers
waren, dat zij slechts de tusschenpersonen
waren en de alcohol verzonden aan de distil
lateurs, die Meijers aangaf.
Hij had hun een Commissieloon betaald,
benevens de teruggave der onkosten.
Hun beider vlucht evenwel doet gelooven,
dat zij voor een groot deel in de zaak be
trokken waren en de grove winsten met
Meijers deelden.
Men vraagt zich af, hoe die alcohol de
douanen passeerde Het onderzoek heeft
geleerd dat alle verificaties door een spoor
wegbeambte werden gedaan, die het volle
vertrouwen der douanen genoot, maar onge
lukkig was dit vertrouwen slecht geplaatst,
want hij was medeplichtige in deze zaak.
Overigens namen de smokkelaars voorzorgen
genoeg. De twee rijen vaten, die voor de
deur van den waggon waren geplaatst, be
vatten niets dan aarde, de andere bovendien
een vat alcohol. De beambte, die op de
hoogte was, maakte een gat in de vaten van
de eerste rijen en de douanier volstond met
zijn boor daarin te draaien, zonder zijne
nasporingen tot de andere vaten uit te strek
ken. De douanen zijn bedrogen er mag
een weinig nalatigheid van hun kant in 'tspel
zijn, maar alleen de bedoelde beambte was
omgekocht.
Het proces-verbaal, aan den minister
van financiën ter hand gesteld, is den 2en
Augustus opgemaakt, ter bureele van den ont-
vangerderinkomende rechten te Welkenraedt,
door de heeren Naus, bijzonder inspecteur
van de douanen te BrusselBrunei en Ber
nard, controleurs te Antwerpen en te Luik,
en Neujean, commissaris van politie te Luik.
Het proces-verbaal is opgemaakt ten laste
van Willem Kayser-Pankow, te Aken
gebroeders De Beukelaer, vroeger ver
blijf houdende te Antwerpen, nu voort
vluchtig Joseph Meyers, koopman te Luik
Koerfer, brouwer te Eupen August Haster,
te Buir.
De makelaars Lambert en Wilkin, te
Luik, evenals de heeren Lespagnol en de
Weduwe Corman, te Luik Jos. Noterman,
te Hasselt Ch. Hallot, distillateur te Wil-
sele Gebr. Van Volxem, distillateurs te Hal
Rodenbach, te Roulerszijn in de zaak be
trokken.
Het is gebleken, dat deze personen als
koopers en verkoopers volstrekt niet onbe->
kend waren met de herkomst der Duitsche
alcohol, die hun 5, 10, ja zelfs 17 centimes
beneden de markt werd geleverd. Aan en
kele koopers verkocht men tegen marktprijs,
maar met een korting van gelijk bedrag.
De administratie der douanen geeft aan
fr. 681.663.56 ontdoken rechten het tien
dubbele dezer som, als boete, zegge fr.
6.816.635.60de waarde der 362,587 liters
alcohol 145.034 fr.de waarde der vaten
12.234 fr. de waarde der fusten, 2.039 fr.,
en ten slotte, de waarde van de honderd
wagons, die tot transport van de gesmok
kelde goederen hebben gediend 250.000 fr.
De totale som bedraagt 7.907.605 francs.
Het kolossale proces is den 23en October
begonnen voor de correctionneele rechtbank
te Verviers. Het zal meer dan 15 zittingen
vereischen en de debatten beloven belangrij
ke ontdekkingen.
Een twintigtal advocaten zijn aan de balie,
om de beschuldigden te verdedigen.
De voornaamste Belgische dagbladen heb
ben vertegenwoordigers afgezonden om den
loop der debatten dezer zaak te volgen.
Wij hopen later nog eens hierop terug te
komen. Distillérie
Dezelfde manier van sluwe oplichterij,
waarvan eenigen tijd geleden een bewoner
Yan den Stationsweg te Rotterdam de dupe
werd, is ook thans aldaar weder in
practijk gebracht. Gisteren avond vervoegde
zich n. I. ten huize van een ingezetene in de
Hugo de Grootstraat alhier een man, die den
dienstbode verzocht een brief, dien hij haar
overreikte, aan mijnheer te laten lezen, zul
lende hij even op antwoord wachten. Toen
het meisje terugkwam, was de man verdwe
nen en met hem eene nieuwe winterjas. De
brief bevatte slechts een onbeschreven stukje
papier.
Zondag-ochtend kwam de vischhandelaar G.
Van Driel, te Oud-Beierland, tot de onaan
gename ontdekking, dat 's nachts van hem
ontvreemd was een kaar, liggende in de Ha
ven en gevuld met 200 pond paling. Den
volgenden morgen werd de kaar teruggevonden
onder het eiland den Beer. Slechts eenige
der dunste palingen bevonden er zich nog
in. De politie doet onderzoek naar de daders
van dezen brutalen diefstal.
De keizerlijke familie van Oostenrijk is
zeer ongerust over het lot van aartshertog
Johann Salvador, die afstand deed van zijn
titels en rechten en onder den naam van
Johann Orth, scheepsgezagvoerder werd. De
heer Orth vertrok den llden Juli uit La
Plata naar Montevideo, een korte afstand,
waar hij een lading zou innemen voor Euro
pa. Sinds 15 weken is echter niets meer
van hem vernomen en men vreest, dat 1 ij
verongelukt is.
Gelijk uit Berlijn geseind is, zijn, volgens
de »National-Zeitung"prof. Robert Koch's
proefnemingen tot genezing van tering ge
slaagd. Het vraagstuk is volkomen opgelost,
hoewel het middel dat de geleerde ontdekte,
nog streng geheim wordt gehouden. Voor
zoover men weet, zal dit middel niet in
apotheken verkrijgbaar zijn of door schei
kundigen kunnen worden samen gesteld, maar