ELISE. een ondeugend vermaak in de regeering onder den neus te houden, hoe de in het agentschap-Wolff betrokken personen, door dien liet voor alle andere authentieke berich ten ontvangt, die het naar welgevallen kan inhouden of vertragen, zich aan de grofste beursmanoeuvres kunnen overgeven. Als men van partij-pers sprak, zeide de heer Richter, mocht men eerst wel het oog op het agent schap-Wolff vestigen; dit verspreidt alleen resume's van zulke dagbladartikelen, waarin de regeering in de hoogte gestoken of hare tegenstanders afgebroken worden. Volgens de Chronicle trof de Duitsche rijksregeering eene overeenkomst met Wolff's telegraaf-agentschap volgens hetwelk Wolff zich verbindt, alle telegrammen vóór de ver zending te onderwerpen aan de goedkeuring der rijksregeering, waartegen WolfFs dépê ches bij de verzending den voorrang zouden krijgen. Bovendien zou de Reiclisanzeiger tweemaal per dag voor Wolff beschikbaar worden gesteld, die daaruit het nieuws zou kunnen seinen zonder de bron te noemen. ENGELAND. Eene invloedrijke vergadering van tegen standers der jodenvervolging in Rusland, werd Zaterdag te Bristol gehouden onder voorzit terschap van den burgemeester. Men be sloot een verzoekschrift aan den Czaar te zenden, gelijk aan dat van het Londensch gemeentebestuur. De Times verneemt uit Lamoe, dat de vredesvoorwaarden tusschen de Engelschen en Vitoe werden vastgesteld. Diensvolgens wordt eene algemeene amnestie geprocla meerd, waarvan echter zijn uitgesloten de twaalf vermoedelijke aanleggers van den moord op de Duitschers gepleegd, en van andere misdaden. De Vitoesche hootden moe ten dadelijk al het geroofde teruggeven. De krijgsoperatiën zullen aan beide zijden ter stond ophouden, de dorpsbewoners naar hunne woonplaats terugkeeren, den akkerbouw weder aanvangen, eindelijk neemt de familie van den gestorven sultan aan, zich onvoorwaar delijk te stellen in handen der Engelsehen, na vooraf verklaard te hebben, dat zij berust in de schikkingen betreffende hunr.e troons opvolging. Charles Bradlaugh, de beruchte vrijden ker, wiens verkiezing en toelating tot het Parlement indertijd zooveel gerucht maakte, is op 57-jarigen leeftijd opgeroepen, om voor den Eeuwigen Rechter, Dien hij loochende, rekenschap van zijn leven af te leggen. Na O I. Een hoofdstuk tot inleiding. Wil het mij ten goede houden, dat ik dit verhaal met mij-zelven begin. U moet dan weten, dat de schrijver dezes een Amster dammer van oorsprong is. Gij kunt verze kerd zijn, dat ge in dit verhaal niets vinden zult, wat ook zelfs in de verte te kort zal schieten aan de liefde en den eerbied, die ieder Amsterdammer gevoelt aan zijn eenig Amsterdam verschuldigd te zijn. Het is nu eenmaal niet andersvoor een Amsterdammer is er geen stad ter wereld, zoo gezellig te midden harer immer toene mende drukte en schier overstelpende be drijvigheid zoo schoon en bekoorlijk, niet tegenstaande de vele verdrietelijkheden, die uit hare volkrijkheid noodzakelijk voortko men moeten. Gij kunt dit een dwaas, een aanmatigend vooroordeel noemen gij kunt medelijdend eens glimlachen over de be- krompene opvattingen der inboorlingen dezer grqgfe stadhet feit is er nu eenmaal een twaalf jaren worstelens werd hij in 1880 in het district Northampton tot lid van het Lagerhuis gekozen, doch eerst na verloop van vijf jaren werd hij tot het Parlement toegelaten, na driemalen herkozen te zijn en nadat inmiddels de wet zoodanig gewijzigd was, dat godloochenaars niet meer behoefden afgewezen te worden. BINNENLAND. Schiedam, 2 Februari 1891. De heer G. M. C. Dresselhuijs, controleur der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen alhier, is tijdelijk belast met het waarnemen van de betrekking van den heer J. J. van Raab van Canstein, eervol ontsla gen ontvanger der invoerrechten en accijnzen. De Gedeputeerde Staten der provincie Zuid- Holland, gelet op de Wet van den 6n No vember 1887 Staatsblad no. 193), houdende veranderingen in de Additioneele Artikelen der Grondwet en op art. 73, alinea 2 der Wet van den 4den Juli 1850 Staatsblad no 37) Noodigen de inwoners der provincie Zuid- Holland, die elders in 's Rijks belastingen zijn aangeslagen, uit, om daarvan vóór den lsten April 1891 aan hun College te doen blijken, door overlegging van het aanslagbiljet of van een uittreksel uit de kohieren der Rijks- directe belastingen, teneinde daarop worde gelet bij het opmaken der Lijst van de Hoogst aangeslagenen, verkiesbaar tot afgevaardig den ter Eerste Kamer van de Staten Generaal. De aanslagbiljetten of uittreksels uit de kohieren moeten, wat de grondbelasting aan gaat, den dienst 1891 betreffen. De bedoel de stukken behooren door belanghebbenden te worden ingezonden aan het lokaal van het Provinciaal Bestuur van Zuid-Holland, met opgave van lo. den naam, de voornamen en de woon plaats van den aangeslagene 2o de gemeen te en de dagteekening zijner geboorte en 3o. bijaldien hij buiten 's lands is geboren, of, en zoo ja, waarom hij als Nederlander is te beschouwen, met vermelding van de dag teekening zijner naturalisatie, indien deze mocht hebben plaats gehad. De Rotterdamsche Tramwegmaatschappij vervoerde in de maand Januari 11. 375,541 reizigers met eene opbrengst van f 29.689.99 tegen 408.683 reizigers met eene opbrengst van f31.037.45 in Januari 1890. De buiten- Amsterdammer kent maar één Amsterdam en is gevoelig over het geringste zelfs, wat ten nadeele van zijne stad gedaan, gezegd, of geschreven wordt. Gij zoudt een nutteloos werk verrichten, wanneer gij beproeven wil- det, om een Amsterdammer van dit aanma tigend vooroordeel af te brengen. Als dit waarlijk een aanmatigend vooroor deel kan genoemd worden, zoo haast ik mij als een echte Amsterdammer er bij te voe gen. Ik weet het weler is in ons lief en goed vaderland een men," die, o reeds zooveel kwaad van Amsterdam gezegd heeft een afgunstige urnen" zou ik haast gezegd hebben, als de afgunst niet zulk een hate lijke ondeugd moet genoemd worden. Van waar toch, dit, laat mij zeggen, onverkwik kelijk verschijnsel Och goede landgenooten, wij zijn eenmaal een klem volk, want wij bezitten slechts een klein land tot vaderland. Nu weet ik wel, dat wij eene glorierijke geschiedenis achter ons hebben dat uit ons klein volk groote staatsmannen, dappere vorsten en legerhoofden, groote vlootvoogden, heerlijke dichters en beroemde kunstenaars op het gebied van alle schoone kunsten zijn opgestaan en nog immer opstaan. Maar met dat al zijn en blijven wij een klein volk, met al de glorie, maar ook met al de ge breken van een klein volk. Die kleinheid gewone ontvangsten beliepen in de afgeloope*1 maand f 16.770.97 tegen f 12.999.15 in de' zelfde maand van het vorige jaar. De gene' rale ontvangsten in Januari 1891 bedroege11 f46.460.96, terwijl ze in de eerste maafL van 1890 f 44.036.60 opleverden. Blijkens een telegram van den gouverneuf' f generaal van Nederlandsch-Indie, van 31 Ja' nuari '1891, wordt de gouvernements-koffie' I oogst op Java voor dit jaar thans geraamd op 359,648 pikols. Een gerucht voor welks juistheid wij nie1 instaan, hoewel wij 't uit goede bron vet' namen beweert, dat de heer De Savorni*1 Lohman zijn gouverneurschap van Surinam® zal neerleggen en reeds een R. K. lid de*' Tweede Kamer is aangewezen om hem f® Paramaribo te vervangen. (II. Ct.) Het hoofdbestuur der Maatschappij ter be' vordering der veeartsenijkunde in Nederland tracht een overzicht te verkrijgen van de verordeningen, bepalingen, enz., die ten op' i zichte van de keuring van vee en vleesch el1 ook ten opzichte van noodslachting en vilde' rijen in de verschillende gemeenten bestaan- De plannen tut reorganisatie van den raad van toezicht op de spoorwegen in verband met den nieuwen toestand op spoorweggebied zijn dezer dagen gereed gekomen. De raad zal met eenige leden, onder welk® een rechtsgeleerde, worden uitgebreid, tei" wijl het ambtenaarspersoneel bij het colleg® versterkt zal worden. De tegenwoordige voorzitter van den raad van toezicht zal bij het in werking trede*1 der nieuwe regeling zijn betrekking neerleg' gen; een en ander met ingang van 1 Juli a. s' De Hollandsche Club te Antwerpen heef' naar aanleiding van het overlijden van prin® Boudewijn van Vlaanderen een adres va*1 rouwbeklag gezonden aan Z. M. koning Lef' pold II. IJs en Water. Er zijn op alle bedreigde punten aan onZ® groote rivieren buitengewone maatregel®11 van voorzorg genomen. De autoriteiten zij11 allerwegen werkzaam, en waar op gee11 andere wijze hulp te verstrekken is, zijn m>' litairen ter beschikking gesteld. van ons dierbaar vaderland baart onder a**' deren ook dit gebrek, dat wij elkander, al® ik nu eens zoo mag uitdrukken, te veel op de vingers kunnen zien. Wij leeren elkafl' der te gemakkelijk kejinen. Onze groot® kunstenaars, onze groote dichters, onze groo' te staatslieden, die in ons midden leven» zouden voor ons nog veel grooteren beroem' der zijn, als wij hen slechts op een grootere*1 afstand konden bewonderen. Wij zien onZ® grootheden gemakkelijk in al hunne grootheid» maar ook in al de kleinheid van menschelijk® zwakheden. Wij zijn te gemakkelijk in staa'» om personen en daden te vereenzelvigen me' elkander. Velen onzer tydgenooten zul'®)! eerst tot hunnen hoogsten roem komen bi) onze nakomelingen, die slechts zullen zi®11 op de werken en daden onzer groothed®1' en geene redenen meer zullen hebben, o**1 angstvallig zich af te tobben met vrage11' als dezen»Wie is hij van waar kop* hij welke kunnen zijne persoonlijke drij*' veeren zijn Nul héros pour son valêt d® chambrede held is vaak voor zijn kante1' dienaar de held niet, voor wien hij word' gehouden en geroemd. En verder erkennen wij het maar )v'd zijn, zonder ons van afgunst bewust te zij'.1; toch wel wat afgunstig op elkander. W*J wij nu zoo aaneengesloten in en naast e'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1891 | | pagina 2