Henri van Schaik.
BIN N EN LA N J).
Eene flinke daad.
Onder dit opschrift lezen wij het volgende
in de Nieuwe Delftsclie Courant
Het bestuur der R. K. Kiesvereeniging
»Recht voor Allen", ie Delft, heeft dezer
dagen aan verschillende zusters-vereenigingen
in den lande de volgende circulaire gericht,
waarbij krachtig aangedrongen wordt op het
verwezenlijken van de eenheid in de politieke
organisatie der Nederlandsche Katholieken:
Mijne Heeren,
De verwarring op politiek gebied, waarin
wij, Katholieke Nederlanders, gedurende de
laatste maanden verkeeren, heeft ons doen
besluiten eene laatste poging tot verbetering
aan te wenden.
Wat toch is de zaak Velen der onzen,
met de beste bedoelingen ter wereld bezield,
verkeeren in de grootste ongelegenheid, om
dat zij niet meer weten aan wien of aan wat
zij zich zullen houden. Zij weten, ten einde
raad, niet beter dan de voorschriften te vol
gen van liunne courant, en nemen soms met
de volmaaktste goede trouw redeneeringen
aan, des te sterker gekruid, naarmate zij
oppervlakkiger zijn. De moeiten en lasten,
die wij, Besturen van R. K. Kiesvereenigin-
gen, bij de eerstkomende verkiezingen en later
van die verwarring zullen ondervinden, zullen
zeer groot zijn. Staan de zaken nu reeds
minder gunstig, die heerschende tweedracht
en verwarring zullen ze hopeloos maken.
Het is daarom, dat wij nogmaals een pog:ng
willen doen om het Bestuur van den Algem.
Bond te bewegen en te dringen de samen
stelling van den Algem. Bond te helpen
wijzigen in den volgenden geest:
In de plaats van een zoogenaamden Algem.
Bond, samengesteld uit een deel der bestaande
kiesvereenigingen dus feitelijk geen Alg.
Bond, zal een bond worden geconsti
tueerd uit elf Provinciale Bonden. Wanneer
de nu bestaande Provinciale Bonden toetre
den en de overige Kiesvereenigingen trachten
Provinciale Bonden te vormen, die ook toe
treden, dan zal er een Algemeene Bond be
staan, die alle Nederlandsche Katholieken
samenbindt en als orgaan der R. K. partij
dienst doet; dan zullen velen, door de pers
soms meer misleid dan geleid, een veilig
richtsnoer hebben. Onzes inziens zouden
wij daarvan reeds bij de eerstvolgende Jurii-
verkiezingen de vruchten kunnen plukken.
Wij zijn zoo vrij daartoe het initiatief te
nemen, omdat wij reeds eenmaal het voor
stel tot die Bondswijziging hebben gedaan.
Zooals gij namelijk weet, is in het vorige jaar
op een vergadering van den Noord.- Zuid-
Holl. Bond door de Delftsche afgevaardigden
eene motie ingediend met bovenbedoelde
strekking. Zij werd aangenomen, en op voorstel
van de Haagsche afgevaardigden werd aan
het Bestuur van den Noord.- Zuid-Holl. Bond
opgedragen de noodige stappen te doen bij
den Algem. Bond.
Daar ons nu van eenigresultaat niets bleek
en wij zelfs van de geheele zaak niet meer
hoorden, hebben wij ons in het begin van
Januari van dit jaar tot den Voorzitter van
den Algem. Bond gewend, nogmaals het
hooge gewicht der door ons beoogde reorga
nisatie uiteengezet en hem dringend verzocht
eene Algemeene Vergadering te doen beleg
gen om de zaak aan de orde te brengen.
Tot nu toe geen antwoord
Mijne Heeren. Er is periculum in mora
Waar de inmenging van den Noord.-Zuid.-
Holl. Bond zonder eenig effect bleek, waar
onze geïsoleerde poging schipbreuk leed, daar
zullen vereenigde krachten misschien beter
slagen.
Het is daarom, dat wij niet alleen uwe
adhaesie aan bijgaand schrijven, maar ook
uwe krachtige medewerking verzoeken. In
dachtig aan de spreuk «Eendracht maakt
macht," twijfelen wij niet, of het Bestuur
van den Algem. Bond zal zich gedwongen
gevoelen aan het eenparig verlangen van
een groot aantal aangesloten Kiesvereeni
gingen gehoor te geven.
Voorloopig is uwe handteekening onder
nevensgaanden brief voldoende.
Het Bestuur der R. K. Kiesvereeniging, te
Delft.
J. J. Vlek.
A. A. T. Vak Leeuwen.
Dr. J. J. Gribling.
J. C. Olifiers.
Schiedam, 23 Februari 1891.
EERSTE KAMER.
Zitting van Zaterdag 21 Februari.
Heden werd eer*t de behandeling voortge
zet van het wetsontwerp, houdende bepa
lingen omtrent 's Rijks waterstaatswerken.
De heer Vlielander Hein maakte
eenige juridische bedenkingen tegen het ont
breken van een rechtsgrond, waaruit bewezen
kan worden, dat de hier bedoelde werken
zijn onder beheer van het Rijk, omdat anders
elke door het Hoofd van den Staat te maken
regeling onwettig is.
De lieer L. van Nispen achtte door
deze regeling bedreigd het belang van par
ticulieren, die de uiterwaarden benuttigen
en in het rustig bezit zijn van de visscherijen
in de Rijkswateren.
De heer I n s i n g e r had bezwaar tegen
het aansprakelijk stellen van den schipper
voor de door de opvarenden aan het Rijk
toegebrachte schade.
De heer vanRoye n vroeg welke rechts
gevolgen de wet zal hebben voor de tolheffing
op de Rijkswegen.
De heer Melvil van Lijnden oor
deelde, dat er onzekerheid bestaat omtrent
de bepalingen van de straf-maxima.
De heer Van Swinderen vreesde, dat
door deze partieele herziening de algemeene
waterstaatswet achterwege zal blijven.
De Minister van Waterstaat
verdedigde de voordracht. Zij schept geen
nieuw recht en zal de belangen van particu
lieren zooveel mogelijk ontzien. Moeilijkheden
in de uitvoering vreesde de Minister niet
de artt. 179 der Gemeentewet en 134 der
Provinciale wet, die ook van «beheer" spre
ken, leveren evenmin bezwaren op. Het is
de bedoeling alleen misbruik te keeren, dat
ten nadeele van de Rijkswerken zou kunnen
worden gemaakt, o.a. door het loopen of
vrij loopen van vee op de wegen.
De Minister v a n J u s t i t i e ant
woordde, dat de schipper tegenover het Rijk
aansprakelijk moet zijn, behoudens diens re
dres jegens den opvarende door wiens daad
de schade is toegebracht.
Het ontwerp werd aangenomen met 28
tegen 5 stemmen, alsmede de Spoorweg-
begrooting, waarna Hoofdstuk Waterstaat in
behandeling kwam.
Bij de daarover gevoerde beraadslagingen
brachten verschillende sprekers o. a. de ver
warring op de spoorwegen ter sprake.
De Minister wilde de betrokken Maatschap
pijen niet geheel vrij pleiten, maar hij pleitte
voor verzachtende omstandigheden. Zeker is
de Minister bereid met alle kracht aan te
dringen op verbeteringen, maar hij kan de
Maatschappijen den plicht niet opleggen zoo
veel materieel te hebben als in zeer buiten
gewone gevallen noodig is. Daarbij vergete
men niet, dat men voor dio gevallen zou
moeten hebben minstens een dubbel perso
neel en hiermede moet men zeer voorzichtig
zijn, daar hier vooral gezorgd moet worden
voor geschikte personen, en die vindt men
niet steeds. Men vergete ook niet, dat ver
schillende hoofdambtenaren door overwerk
en ziekte belet waren hun werk te verrich
ten, waardoor natuurlijk vertraging en ver
warring moest ontstaan. Ook de vertraging
van het personenvervoer is voor het grootste
deel niet aan de Maatschappijen te wijten.
Den heer Fransen van de Putte
antwoordde de M i n i st e r, dat al de klachten
wegens den Zondagsdienst der posterijen
behoorlijk worden onderzocht. Hij is echter
bereid de zaak van de Zondagsrust nader te
onderzoeken, en blijken de bezwaren gegrond,
dan zal hij niet aarzelen meer postambte
naren aan te stellen. De Minister ontkende
echter, dat hier eene ziekelijke navolging van
Engeland bestaat, en meent, dat de genomen
maatregelen bij een groot deel van het publiek
instemming vinden.
De beraadslagingen werden daarop ge
sloten.
Hoofdstuk IX (Waterstaat) werd zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
De vergadering werd daarop tot heden
(Maandag) te 11 uren verdaagd.
Naar aanleiding van het bericht in het
Dbl. v. Ned., dat met 1 Maart te Amsterdam
een orgaan van de Sociaal-Democratische
Onderwijzers -Ver eeniging zal verschijnen)
merkt het Dbl. v. Z.-H. te recht op
»Het prestige der staatsschool, als kweek
plaats van vaderlandlievende gevoelens en van
eerbied voor de bestaande instellingen, za'
door het medegedeelde feit niet weinig wor
den verhoogd
De schrijver der Brieven uit de Hofstad
in de Arnh. Ct. deelt mede, dat hem uit
een particulier bericht, waarvan men hem
inzage heeft gegeven, gebleken is dat het
«verschil van gevoelen" tusschen den gou
verneur en den procureur-generaal van
Suriname aan het licht is gekomen in den
weinig georuikelijken en met het prestige
van het gezag weinig strookenden vorm van
eene vechtpartij op straat. De beide hoog0
heeren zouden eenvoudig ten aanschouvve
der voorbijgangers handgemeen zijn geweest-
Niettegenstaande hel ijs in de rivieren e'1
op de kanalen nagenoeg verdwenen is en
de
scheepvaart zich allengs hersteld heelt, zou
naar men aan het U. D. mededeelt
het goederenvervoer op de spoorwegen, met
name dat der wagenladingen, nog slechts wei
nig verminderen.
Als voorbeeld diene, dat b. v. te Venloo,
waar in normale winters op één dag hoog
stens 1200 wagens werden overgegeven en
overgenomen, en in de laatste weken steeds
4500 a 1700 wagens werden verwerkt, thans
op één dag bijna 1800 goederenwagens wer
den overgenomen en overgegeven.
De lage waterstand van den Rijn is na
tuurlijk mede oorzaak, dat het spoorwegver
keer steeds aanzienlijk blijft.
Zooals uit een ingezonden stuk in de
Nieuwe IJselb. blijkt, is er een voortdu
rend tekort aan katholieke onderwijzers. I0
twee zoo goed als uitsluitend katholieke ge
meenten van Twente waren de gemeente
besturen kortelings verplicht inde eene ge
meente éen, in de andere twee protestant-
sche onderwijzers te benoemen.
Te Rotterdam is thans een begin gemaakt
met het bouwen van een wachtlokaal voor
bootwerkers aan het einde van de BoompjeSt
nabij de monding van de Leuvehaven. Het
gebouw zal worden opgetrokken van hout en
steen, koepelvormig, terwijl er de noodig0
banken, tafels en buffet in zullen worden
geplaatst. Tevens zullen in het lokaal eenig3
kantoren worden gemaakt, om aan de bazen
en werkgevers de gelegenheid te geven, hun
werkvolk uit te betalen.
In de Vrijdag gehouden Gemeenteraads
zitting te Delft, werd het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders, tot verhoogiUo
van de toegestane subsidie in de kosten van
de verbouwing van het krankzinnigengesticht
»het St. Joris Gasthuis", met f 10,000, en
tot aanvraag van gelijke verhooging bij het
Provinciaal Bestuur, zonder hoofdelijke stem
ming, goedgekeurd.
Het dagelijksch Bestuur van Delft heelt
een adres gericht aan Gedeputeerde Staten
van Zuid-Holland (en een afdruk verzonden
aan de besturen der in Delfland liggen''0
gemeenten, met het verzoek hun adres te
ondersteunen), waarin het, er op wijzend0'
dat aan de goedkeuring van Ged. Staten lS
onderworpen een door de vereenigde ver
gadering van Delfland vastgestelde keur el'