14e Jaarg. Zondag 5 en Maandag 6 April 1891. No. 3930.
VERSCHIJNT DAGELIJKS.
Iten nationaal belang.
öatV0 heffen"
Bureau: Boterstraat, E 39.
lkrijs va» dit Itlad:
p°°l Schiedam per 3 maanden ƒ1.50
A'ar'co per post door geheel Nederland 2.00
2onderlijke Nommers0.05
Het
Prijs der Advertentie»
Van 46 regelsf 0.00
Elk gewone regel meer0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke
overeenkomsten aangegaan.
;te^s meermalen hebben wij in 't licht
irr dat de protectionistische strooming
h'ifjt r°Pa en Amerika steeds meer veld
vRti Wa^ uit de verschillende landen
lianj Ul °Pa en uit de Nieuwe Wereld omtrent
°t>s .'"Afgelegenheden vernemen, versterkt
fege ln de meening dat de onderscheidene
Ptod g6n er steeds meer op uit zijn, de
t« e,i van eigen nijverheid en landbouw
0Chermen> door van de soortgelijke pro
leet. 1 Uit andere landen hooge inkomende
ei voor een klein land als het onze
Toe; Verkeerd is tegen dien stroom op te
C' begint men hier te lande dan ook
oVe ,en meer in te zien, en het feit dat
der '8de vrijhandelaars, zooals de directeur
()e ed- Gist- en Spiritusfabriek te Delft,
eer J- C. van Marken, aan de doeltref-
teget|e'd van het vrijhandelsstelsel, onder de
Slordige omstandigheden, beginnen te
en' mag voerzeker als een bewijs
dat de vraag door den heer Van
^eri zoo juist gesteld, zich steeds meer
f' v°orgrond dringt, nlhoe ver van
'*9e ^U"dpu,|t moet gaan niet de kunstma-
('Hcllerming van den nationalen arbeid,
Z'dne rechtmatige verdediging tegen-
6 ^'aploopende buitenlandsche nijver
st a-
Sei) (j. le vraag ook in tal van andere krin-
^ipg 6 met handel en nijverheid in betrek-
**n, aandachtig wordt overwogen,
^et initiatief dezer dagen door de
Kamer van Koophandel en Fa-
genomen. Deze Kamer heeft nl. aan
.^ster-kamers in den lande zoomede
teti '"dustrieelen en landbouwinstellingen
a tes gericht, teneinde van die licha-
^erH]f.'U["1;iesie te vragen om alsdan met ver-
achten zich tot de Regeering te wen-
Vigf6!1 haar te verzoeken, maatregelen tot
Ijj S ler2iening te nemen.
•1® clt adres wordt er op gewezen, dat in
*1® r ,ste plaats dient te worden gelet op
't ty^'Pteciteit. Wij behooren van een land,
'eb. ''°oge invoeirechten hett van artike-
V6 ^aar "worc'en ingevoerd, uit ons
a'tik .1 letzelfde recht te vragen van hunne
V^C|^( ri' vvelke bij ons worden binnengo
ed eer'e beschouwing, welke de N. Haarl.
T'ar( het adres van de Haagsche Kamer
v°°phandel wijdt, wordt de billijkheid
van dit handelsstelsel op de volgende wijze
betoogd
»Wat zal het gevolg er van zijn, wanneer
men hier te lande blijtt voortgaan de vreemde
artikelen onbelast te doen invoeren Dat wij
overvoerd worden met de producten uit an
dere Staten. In de vreemde landen zal men
gaan denken, dat Nederland het beste dé-
bouché is voor allerhande producten van land
bouw en industrie. Men zal hier de markt
gaan overvoeren. Van alle artikelen zal een
buitengewone overvloed bij ons worden op
gestapeld en daarmede is de doodsteek toe
gebracht aan een tweetal zeer voorname fac
toren van ons volksbestaan.
»De landbouwers, evenmin als de industri-
eelen, zullen langer kunnen opwerken tegen
de overmatige concurrentie. Zij zullen ein
digen met een arbeid, welke hun slechts op
verlies komt te staan en gelijk wij reeds
opmerkten twee takken van ons volks
bestaan zullen zijn vernietigd.
»Dat dit geen dwaze droombeelden zijn,
leert de practijk. Het is toch zeer begrij
pelijk, dat, wanneer men in den vreemde
overproductie van een of ander artikel heeft,
men het eerst omziet naar landen, waar de
producten het gemakkelijkst van de hand
kunnen gezet worden.
»Bij de groote gemakkelijkheid, waarmede
thans alle producten per spoor of boot over
gebracht kunnen worden, is de groote afstand
geen beletsel meer om het een of ander ar
tikel uit den vreemde hier bij ons in te
voeren.
»Hier te lande zullen derhalve groote sta
pelplaatsen ontstaan van verschillende artike
len, die wij ook wel konden produceeren,
indien de enorme concurrentie het niet on
mogelijk maakte.
»Om dit te voorkomen, is het stelsel van
reciprociteit het eenige middel. Wanneer
dit wordt toegepast, verkeeren wij in dezelfde
omstandigheden als de buitenlandsche produ
centen. Dan is er nog niet eens sprake van
eene billijke bevoorrechting der Nederlandsche
fabrikanten en landbouwers. Dan is alleen
voldaan aan een eisch van rechtvaardigheid
tegenover landgenooten."
De N. H. Ct. zou echter nog verder willen
gaan. Volgens hare meening is het nog niet
genoeg, wanneer onze Regeering pogingen
aanwendt om een onrecht goed te maken,
'twelk op dit oogenblik tegenover onze land
bouwers en onze industrie wordt gepleegd.
Neen, wanneer allereerst reciprociteit op
tariefgebied verkregen is, dan moet ook nog
door de Regeering er de aandacht op geves
tigd worden op welke wijze beide takken
van ons volksbestaan zoo goed mogelijk
tot bloei kunr.en gebracht worden.
»Men moet trachten den vooruitgang van
nijverheid en landbouw zoo groot mogelijk
te doen zijn. En daarom moet men bij ons
nagaan naar welke producten, welke in Ne
derland speciaal worden voortgebracht, in
het buitenland de meeste vraag is. Echt
Nederlandsche voortbrengselen behooren te
worden begunstigd. Voor de artikelen welke
in den vreemde met meer gemak kunnen
worden geproduceerd, bestaat niet zooveel
reden tot buitengewone protectie, maar die
producten, waarin wij specialiteiten zijn of
kunnen worden, moeten bijzonder beschermd
en begunstigd worden."
Tot zoover het katholiek orgaan der Spaarne-
stad. Iedereen die omtrent de oorzaken der
tegenwoordige malaise in onze nationale nij
verheid niet geheel in het onzekere verkeert,
zal moeten erkennen, dat hier de ware
weg tot verbetering wordt gewezen. Wat
hier beoogd wordt, is geene kunstmatige be
scherming van den nationalen arbeid, maar
zijne rechtmatige verdediging tegenover de
klaploopende buitenlandsche nijverheid. Het
is dus een echt nationaal belang dat men
door de hier bedoelde maatregelen trachtte
bevorderen, het belang van de geheele Ne
derlandsche natie, d>e in hare onderschei
dene takken van bedrijf recht heeft door de
Regeering beschermd te worden.
Dat dit ook de eenige weg is om ons volk
tot verhoogde welvaart te brengen, zal men
gereedelijk moeten toegeven; immers, wan
neer de nijverheid kwijnt, zullen zij die er
het eerste bij betrokken zijn, er het meest
onder lijden. Brengt men dus door bescher
mende maatregelen de nijverheid weer tot
hoogeren bloei, dan zullen ook zij de heilzame
gevolgen daarvan het eerst ondervinden en
voorspoed en welvaart zullen weder het deel
zijn van den werkman, die het eerst zijne
krachten op het veld der industrie moet bie
den. Daardoor zal ten eerste de arbeiders
kwestie een stap nader tot hare oplossing
worden gebracht, maar ten andere ook eene
meer rechtvaardige verhouding tusschen land
bouw en nijverheid eenerzijds en den handel
anderzijds in 't leven worden geroepenimmers
werd voor den handel reeds al het mogelijke
gedaan, om hare vrije ontwikkeling te bevor
deren landbouw en nijverheid men moet
het erkennen werden op dit punt al zeer
stiefmoederlijk bedeeld.
Al die het wel meenen met die groote
bronnen van ons volksbestaan moeten dus
met ons wenschen dat het adres der Haag
sche Kamer van Koophandel en Fabrieken
nieuwe schieoamsche courant
an^eursrecht van den inhoud dezer courant ia ver-
v°lgens de Wet van 28 Juni 1881 Stsblno. 124.