^4e Ja; j. Zaterdag 9 Mei 1891. No. 3978. VERSCHIJNT DAGELIJKS. Bureau: Boterstraat, E 39. l'rijs van dit Klad jTj,01 Schiedam per 3 maanden ƒ1.50 anc° per post door geheel Nederland 2.00 onderlyke Nommers0.05 Het l*rijs der Adverteiitiën Van 16 regelsf 0.60 Elk gewone regel meer»0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. Kamer-Overzicht. Het •lacing WaS voorzeker eene gelukkige ge- ^atog Van ^en ^eer Keuchenius, in de Va'^g van Dinsdag 11. schorsing der hebbenS a^n£en voor te stellen. De debatten ,nu reeds ruim veertien dagen ge- teg6rsprekers hebben over het ontwerp tijd tl(^Ve'; woord gevoerd en met dat al gen b niet eens de algemeene beschouwin- gaat aeRe gebracht. Als het zoo voort- ï'inkt 0nit men daarmede niet eens voor Veneren gereed, hoewel de Kamer reeds Vverktijd met twee uren heeft ver- ,je en dan komen nog de artikelen 2ee( ta'rijke amendementen, den v ,'ltIS'' Was dan ook het denkbeeld van a'shü ]eer ^euchenius antirevom die Sc^e debatten te schorsen. Spr. achtte orsiiig wenschelijk èn voor de Kamer ^'rÜke Ver^an^ met de Invoeringswet de èn Rendementen nader te overwegen, ^°ev6r de Regeering om na te gaan in ^Üti a ^'et ontwerP zal moeten worden ge- lot nj 'n verband met het vermoedelijk van Rendementen. De verdere inhoud ^heeren Keuchenius rede kan hoofd- °P be Worden samen gevat in een lofrede bistgj, ^'uisterie en den uitnemenden mi- p Vai1 00rl°g) die het in zijn midden telt, 6 uutwikkeling van zijne zienswijze de beide ingediende motiën die Hg) ^er' heer Vermeulen achtte hij voorba nd ■■6 Van den heer Domela Nieuwenhuis de d alleen gesteund om Nieuwenhuis in ^efdec|-^en'le'd te stellen zijne zienswijze te bitVo^'§eu. Aan het slot van zijne zeer Vu.!, '^e rede behandelde de afgevaardigde biteerii°es nog een staalkaart van de meest bitter °°Pende onderwerpen, die den Voor- ^elke &an'e'ding gaven tot eene opmerking, v°or den heer Keuchenius als een toe^ °r'der water mocht gelden, nl. een ver bet aan de volgende sprekers om zich in J)® at te beperken. 'eer Van Berckel kathdie het boUd Illet die opmerking rekening had te *ijne|, 1 Rende, ook namens verscheidene de st Vrienden, te moeten opkomen tegen t>e king der rede van den heer Harte, dat b'evaardigde van Delft geloofde niet, f'ecv,, t Vertegenwoordiger van Grave het 1 11 had bet "acl Voor zich en zijne geestverwanten Vitgi^'RöpoIie der katholieke beginselen te ton e.eren- Dat dit Legerontwerp in strijd Viifj Zldu met de leer der Kerk zou zelfs de >er^te tegenstander wel niet durven be- De keer Van Nunen kathzeide, dat de eindindruk der rede van den minister van oorlog bij hem niet bevredigend was, ten eerste wegens enkele onjuistheden, en voorts omdat de Minister omtrent verschillende hoofdpun ten niet volledig was. Spreker zette deze meening uitvoerig uiteen, en betoogde o. a., dat de heer Bergansius gedurende zijn drie jarig ministerieel leven tegen het bederf in het kazerneleven geen ander middel scheen gevonden te hebben dan den raad aan de jeugdige miliciens»oogen en ooren dicht." Ook de heeren Viruly Verbrugge en Van Vlijmen repliceerden op de rede van den Minister van Oorlog. De heer V i r u 1 y (lib.) bleef tegenover het beweren van den Mi nister zijne bekende denkbeelden omtrent het veldleger volhouden en protesteerde te gen de rede van den heer Rooseboom, die hem meer met bijnamen dan met argumen ten had bestreden de beide ingediende mo tiën achtte hij voorbarig. De heer Van V1 ij m e n (kath.), zijne reeds vroeger ge opperde denkbeelden omtrent legerinrichting nader uiteenzettende, kwam vooral op te gen zekere uitlatingen in 's Ministers rede, waartoe deze z. i. het recht niet had. De Minister wist echter aan de gewraak te woorden eene uitlegging te geven, die er elk beleedigend karakter voor den heer Van Vlijmen aan ontnamen. »Eene kleine on juistheid van het stenografisch verslag" had den Minister omtrent het door Vechel's af gevaardigde gesprokene in dwaling gebracht. Van de redevoeringen door de Ministers van Marine, Binnenlandsche zaken en Finan ciën in de Kamerzitting van Dinsdag gehou den hebben wij het zakelijke in ons gewoon Kamerverslag weergegevenwij zullen dus daaromtrent in geen nieuwe uiteenzetting treden, en dit vooral omdat wij bij deze Ka meroverzichten de meeste onpartijdigheid, wenschen in acht te nemen en om dit te zekerder te bereiken, ons van elke critiek op de redevoeringen van die Ministers, ieder van hun speciaal standpunt uitgegaan, wen schen te onthouden. In de Kamerzitting van Woensdag 11. voer den niet minder dan zeven sprekers over het ontwerp-Legerwet het woord. De heeren Guyot en Seyffardt (beiden lib.) be streden de wet, ieder van hun bijzonder standpuntde eerste als zeeofficierde laat ste als officier bij de landmacht. De heer Seyffardt ontwikkelde daarbij zijn bekende denkbeelden omtrent algemeene dienstplicht. De heer Domela Nieuwenhuis bleef volhouden, dat deze wet een stap te meer is op den weg van het militairisme. Hij wees er ook op, hoe de militaire specia liteiten onderling ten eenemale verschillen, zoodat de leek maar 't best doet om met zijn gezond verstand te raadplegen. In zijn antwoord aan den minister van oorlog ontkende de heer Tr a v a gl i n o (katli.), dat de tweespalt onder de Katholieken on derling en met de antirevolutionairen een an deren oorsprong had dan de Legerwet. Geen oppositiegeest zoo betoogde de afgevaar digde van Druten leidt de bestrijders der wet, maar zij hebben het recht naar hun innige overtuiging in 't belang des Lands de aan neming van het wetsontwerp te ontraden evenals de Minister van Oorlog het recht heeft het naar zijne overtuiging te verdedi gen. Aldus handelend meenen ook zij de be langen van Koningin en Vaderland het best te dienen. De heer De Beaufort (lib.) kwam op tegen vele stellingen van den Minister van Oorlog en eveneens tegen sommige uit drukkingen van den Minister van Binnenland sche zaken, daarbij als zijn gevoelen uitspre kende, dat wil men ook op militair gebied pacificatie, het beter ware geweest veel achterwege te laten van wat ter bestrijding door de tegenstanders der wet is aange voerd. Het stelsel der wet verdedigende, zeide de heer Rooseboom (lib.), dat hij boven het denkbeeld van den algemeenen oefen plicht met korten diensttijd, verre hieraan de voorkeur gaf, dat zij het dan ook slechts de helft geoefend worde zoo, dat zij de verde diging zou kunnen volhouden tot ook de andere helft die in den zin van het ont werp bijna geheel ongeoefend zou blijven de noodige oefening had ontvangen. Zeer ad. rem was zeker de opmerking van den heer Van Houten (rad.), dat wij niet hebben te vragen wat voor andere landen goed iswij hebben noodig een nationale legerorganisatie, gebaseerd op ons nationaal karakter. En geeft men dit toe, dan is het niet tegen te spreken, dat de groote ver zwaring van personeele en financieele las ten, die het gevolg van dit ontwerp zullen moeten zijn, geheel en al strijden zoowel met ons nationaal karakter als met onze nationale behoeften. De heer Van Houten heeft zijne rede niet ten einde gebracht maar zal die heden (Vrijdag) voortzetten. Met het oog op den Hemelvaartsdag had de heer Schepel (lib.) gewenscht ook Vrijdag niet te vergaderen, in verband waar mede de heer S e r e t (antiret>.) in overwe ging gaf alsdan ook Maandag bijeen te ko men. Door de verwerping van het voorstel van den heer Schepel met 48 tegen 41 NIEUWE SCHIEDAM COURANT leken] a,l^cursreclit van Ren' inhoud dezer courant is ver- Vo'genB Re Wet van 28 Juni 1881 (S/s/'Z. no. 124..)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1891 | | pagina 1