ïïïiimw ELISE. *a° ROME. De katholieke bladen te Rome, de Osser- vatore Romano, de Moniteur de Rome en de Voce della Verita, hebben gisteren de Pauselijke Encycliek over de sociale kwestie openbaar gemaakt. Het is een groot stuk, 52 bladzijden omvattend. Gewoonlijk dra gen de encyclieken als titel de eerste woor den van den tekst, die thans begint met Rerum novarum. Ditmaal is echter van die gewoonte afgeweken de encycliek draagt als bijzonder opschriftDe conditione opifi- cum (over den toestand der werklieden.) IHNNENLAN 1). Schiedam, 21 Mei 1891. TWEEDE KAMER. Zitting van Woensdag 20 Mei. De Commissie, belast geweest met het onderzoek van het verslag over den toestand van de militaire Academie, heeft voorgesteld om, akte nemende van de bereidverklaring van den Min. v. Oorlog, om, waar noodig, verandering te brengen in dien toestand, den Minister, onder dankbetuiging, afschrift te zenden van haar rapport. De Minister van Koloniën deed de Kamer mededeeling van eenige gedurende de Pinksterdagen bij hem ontvangen tijdin gen omtrent den toestand in Sumatra. De telegrammen van 16 en 17 Mei, van den Gouverneur, van den Procureur-Generaal en van de Staten melden éenparig, dat de ern stige rustverstoringen hadden opgehouden dat overeenkomstig de aan den Gouverneur gegeven instructie, de samenwerking tusschen den Gouveneur en den Proc.-Generaal is hersteld en ook land- en zeemacht samen werken, maar de kommandant der zeemacht seinde, dat maritiem vertoon tot dusver niet noodig was. Over een verzoek van de Staten om voor de toekomst de gewapende macht te versterken, kon worden gedacht. Daarna werd de behandeling van de L e- gerwet voortgezet De Minister vanMarine verklaarde de amendementen van den heer Land gelijkstelling van den dienst bij de actieve zeemacht met dien bij de landmacht op 8 jaren en evenredige verlaging van het contingent bij de zeemacht o v e r t e nemen. De Minister van Oorlog verklaarde zich min of meer sterk tegen de verschil lende amendementen betrekkelijk de uitge breidheid vanhet contingent en den diensttijd dat van den heer Haffmans verklaarde hij in elk g e val onaannemelijk. De Minister gaf echter in zoo ver toe, dat eennieuwart. 26 werd voorgesteld, houdende dat voor volledige oefening 31 pet van de in het laatste jaar in geschrevenen dienstplichtig zullen zijn en voor korte oefeningen 5 pet der ingeschrevenen. Het gevolg van deze wijziging zal wezen, dat de totale legersterkte tot 150.872 man zal worden teruggebracht om na 10 jaar weer te klimmen tot het aanvankelijk cijfer van 165.924 man. De besparing zal waarschijnlijk 3 ton zijn. Overeenkomstig het voorstel van den heer 53) VIII. Eene zonderlinge ziekenverpleegster. Na dit gezegd te hebben, vertrok de dok ter, met de belofte, dien avond nog eens weder te keeren. Keerens gaf nu Bart Dok een wenk, en beide mannen verlieten de kamer van Elise om eenige oogenblikken heimelijk met elkander in een ander vertrek te beraad slagen. «Wat denkt gij, vraagt Keerens aan den trouwen Bart Dok, over de vrouw, die mijne zuster verpleegt «Zij bevalt mij niet, mijnheer 1" antwoordt Bart op beslisten toon. »Waarom niet Rutgers c. s. werd besloten de beraadslaging over het nieuwe artikel tot morgen te schorsen en inmiddels met de behandeling van andere artikelen voort te gaan. Vooraf was met 61 tegen 35 stemmen verworpen een voorstel Sanders c. s. om het nieuw artikel naar de afdeelingen te verzenden. Op voorstel des Voorzitters werd besloten de verdere behandeling der Legerwet tot heden te verdagen. Door den heer Van Wassenaer van Cat- wijck is voorgesteld, aan art. 174 van het wetsontwerp tot regeling van den krijgdienst een nieuw lid toe te voegen, luidende «Zij die ingevolge art. 45 tweede lid b bestemd zijn voor de in art. 23, 2o. bedoelde depöttroepen en laatstelijk in den rang van officier bij het leger of bij het krijgsvolk in de koloniën gediend en den dienst eervol of met pensioen verlaten hebben, zijn vanwer- kelijken dienst en, naar de landweer over gegaan, van het bij art. 239 voorgeschreven onderzoek ontheven, zoolang zij niet in den laatstelijk door hen bekleeden rang of in een hoogeren rang zijn benoemd bij het leger of bij de landweer. Deze ontheffing vervalt bij niet-aanneming van de benoeming." Voorts om aan art. 232 een nieuw lid van den volgenden inhoud toe te voegen «Zij die ingevolge art. 45, tweede lid, a, of c., bestemd zijn voor de zee- of voor de landweer en laatstelijk in den rang van officier bij de actieve zeemacht, bij het leger of bij het krijgsvolk in koloniën gediend en den dienst eervol of met pensioen verlaten hebben, zijn van werkelijken dienst en van het bij art. 239 voorgeschreven onderzoek ontheven, zoo lang zij niet in den laatstelijk door hen be kleeden rang of in hoogeren rang zijn be noemd bij de zee- of bij de landweer. Deze ontheffing vervalt bij niet-aannemingen van de benoeming." De heer A. van Dedem heeft als sub amendement voorgesteld om achter het amen dement van den heer Van der Kaay te doen volgen De sterkte (van het contingent) wordt telkens bij de wet vastgesteld, indien het aantal dienstplichtigen dat zal worden inge lijfd, meer bedraagt dan 11,600 man ter vol ledige oefening en 1600 man voor korte oefe ning. Door den heer Donner zijn amendemen ten voorgesteld op art. 44 en 46 om ook den zendelingleeraren en den zendelingkweeke- lingen vrijstelling van den militairen dienst te verleenen. Bij Kon. besluit is de heer P. E. J. van der Heijden, op zijn daartoe gedaan verzoek, ontslagen als notaris te Schiedam. De minister van binnenlandsche zaken heeft, met wijziging eener vroegere beschikking, voor zoover daarbij de gemeente Schiedam is aangewezen als onderkiesdistrict van het hoofdkiesdistrict Schiedam voor de verkiezing van leden der Tweede Kamer, die gemeente gesplitst in de twee volgende onderkiesdis tricten van dat hoofdkiesdistrict lo. onderkiesdistrict Schiedam: de lste af- »Dat weet ik niet," is zijn wederantwoord, kort en bits gelijk Bart dit gewoon is te doen, als hem iets hindert, wat hij nog niet als zeker durft bevestigen. «Wilt gij deze vrouw eens eenige dagen goed in het oog houden »Daar ben ik reeds mede begonnen," antwoordt Bart op denzelfden bitsen toon. «De dokter verdenkt die vrouw, en ge looft, dat zij mijne zuster nadeelige middelen toedient." «Dat zal ik spoedig weten," zegt Bart. «Heeft u mij nog iets meer te zeggen, mijn heer Ik wil die vrouw niet lang uit het oog verliezen. Zij lijkt mij sluwer nog dan die Dijssens van Antwerpen." «Hoe komt ge nu eensklaps op dien man in uwe gedachte vraagt Keerens verwon derd. »Wel, mijnheer, omdat zij juist zulke sluwe, valsche oogen heeft als hij. Zij kon zijne moeder zijn." deeling ;2o. onderkiesdistrict Schiedamde 2 atdeeling overeenkomstig de verdeeling gemeente in afdeelingen bij raadsbesluit va'1 April 1891. De minister van binnenlandsche zake*1 heeft met wijziging der beschikking vag zijn ambtsvoorganger, voor zoover daarbij gemeente Helder is aangewezen als 0IlC'eI kiesdistrict van het hoofdkiesdistrict Hek voor de verkiezing van leden der Twee Kamer van de Staten-Generaal, die get°e^ te gesplitst in de twee andere onderkies tricten. H. M. de Koningin-Regentes heeft b® noemd tot kamerheer van II. M. de Koning' in buitengewonen dienst mr. W. Roëll, te Amsterdam, die aldaar tij1 Harer Majesteits verblijf dienst zal doem bare" Üdens H.M. de Koningin-Regentes zal op \Voens* dag 27 Mei a.s., des morgens te 9| uUf' het Paleis te Amsterdam, gelegenheid g aan Militairen, Civiele Autoriteiten en geve11 Coi«' missiën om bij Hoogst Dezelve hun op^'1 ting te maken, terwijl Zij Donderdag 2$1 zer 's morgens te half tien particu" audiëntie zal verleenen. De heeren, die op deze audiëntie tvo' dei» qef P« toegelaten, zoowel, zij, die in costuunns, zij, die in burgerkleeding komen, zullen rouwband om den linkerarm moeten dra0 en loodkleurige of grijze handschoenen heeren in burgerkleeding zullen zijn in 1 zwart met rouw om den hoed. De Engelsche gezant te 's Gravenhage naar men verneemt, zich tot den Min's van Buitenlandsche Zaken, Jhr. Hartsen,^ wend ten einde schadeloosstelling te vra°g|, voor de schade aan eigendommen van ^n°aie schen in Suriname toegebracht bij dejono" onlusten. DeParijsche hoogleeraar Henri Joly, be^egfl door eene reeks van wijsgeerige werke'1 door zijne belangrijke studiën over de v*e g der misdadigers, is door de Fransche regeeI'gjj belast met een wetenschappelijk 0I'^el^ng het gevangeniswezen en de strafp'®^ Nederland. De heer Joly, die veHe jaar met hetzelfde doel België doorreisd® in het Journal des Débats verslag zijne bevindingen, denkt een dezer "^gZef van in en dageI1 Parijs te verlaten en zal aan het eind week Utrecht bezoeken. Gisteren werd door de politie te Delft gehouden H. v. d. D., die in den nacht Zondag op Maandag moest waken ,n zoutziederij van de heeren K. aan den Keerens kon niet nalaten even te g^g(l lachen over dezen uitval van zijnen ti'OU medehelper. Hartelijk echter schudde hand van dezen man, van wien hij wlS jje het hart leed, onder de nieuwe ramp' hem bedreigde. ^ij »Gij zult mij ook nu helpen, gelijk te Antwerpen zoo trouw geholpen hebt; zal het u loonen, mijn trouwe vriend Tot antwoord drukte Bart Dok met ruwe hand de tengere hand van Ke5Veg- harder, dan deze wel kon verduren. ?31 gaande sprak Bart«Binnen drie daoeljjep, ik u kunnen zeggen, of ik mij vergist of niet!" Hij trad de ziekenkamei Elise weder behoedzaam binnen, en lflet nu, eens een gesprek aan te knoopen de vrouw, wier uiterlijk hem zoo spi ^[e herinnerde aan dien Karei Dijssen >^gg het ongeluk der ongelukkige barones geworden. (Wordt vervol#*-' ertfl gjj-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1891 | | pagina 2