1 Jit fa» behoort m Bijvoegsel. •4e Janrg. Zondag 24 en Maandag 25 Mei 1891. No. 3990. VERSCHIJNT DAGELIJ K S. Bureau: Boterstraat, E 39. v I rijs van dit Itlad: V°or S.i Lra ÖLmedam per 3 maanden f 1.50 AfPer post door geheel Nederland 2.00 Aderlijke Nommers0.05 l'rijs der Advertentiën Van 16 regels0.60 Elk gewone regel meer»0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. Kamer-Overzicht. t aep egervvet loopt groot gevaar te stran- c°titit| f de 'C''P van een te h°°g opgevoerd dttijer't,heeft de heer Veegens in de 'if allenVan ',on,'erdag 11 gezegd, en het had Schijn van, dat dit zienerswoord van 'bi <ja^evaardigde van Groningen in de laat- r''ster p6n Zou bewaarheid worden. De mi- ^firgansius heeft echter zeer behendig 'fiitip 'P weten om te zeilen en dooreene ,t er ïb !°'genc °ncess'e de zaak van het contingent °o»e Pne opvatting, en daarmede voor SeVh lk weder zijne wet buiten gevaar Volgen wij den loop der beraad de a^e" gedurende de drie laatste dagen, i. p6fl aan de zaak van het contingent, %apD6 ®eta' der jaarlijks te lichten man- Op ,n' waren gewijd. e et oorspronkelijk regeeringsartikel, dg6t)t belangrijke opvoering van het con- 'V°0t>ge e°°gde, waren drie amendementen Vlk7ld: dat van den heer Haffmans, VnoCaarop neerkwam, dat het contingent Hiv9„ gebjk aan het tegenwoordige zou (je' Us met verhoogd zou worden dat Ne|k ''eer Kolkman, later nog gewijzigd, 6 ipa eene aanzienlijke vermindering van "^a-eijfers in het regeeringsartikel doel haden dat van den heer Kaay, 'twelk strekte om geen vast r an" Contin8ent in de Wet te bepalen, pen een zeker percentage (29 pCt.) j!re0 2 Uloeschrevenen, hetgeen in de eerste 'Jkg 0,1 neerkomen op een nogal aanzien K- verm; - V Q indering van het door de Regee- !ïe«hilit°°rgesteld contingent. Voor de '6 ^aren door den heer Land amen- k lfen eri6Ve zeemacht ook te brengen op 8 10 verband daarmede den diensttijd ''e - .6ri v°orgesteld, om den diensttijd voor eagen^eweer van 5 tot 3 jaren terug te ^Cc^t' rnet geringe vermindering van het Deze amendementen werden •Uo^ s door den minister van marine over- Mi er toeschietelijk betoonde zich echter 'efeair,"S Van de miliciens, die voor korte m dienst moeten blijven, stond mi- °'gansiusop om te verklaren, dat hij in eene vermindering van den diensttijd van 8 op 6 jaren overwegend bezwaar had. Wat nu verder de zaak van het contingent be treft, werden de amendementen—Haffmans en Kolkman reeds dadelijk op zij gezet. Het eerste verklaarde de Minister geheel onaan nemelijk te zijn het laatste achtte de Minis ter onvoldoende daarmede kon hij het doel niet bereiken, dat hij zich met deze Leger- wet had voorgesteld hij kon, hij mocht zelfs niet berusten in iets dat hij onvoldoende acht. In het amendement-Van der Kaay zag de Minister echter een brug om de tegenstan ders van een te hoog contingent te berei ken, en op gevaar af van zwak te worden, kwam hij met eene nieuwe redactie van artikel 26, waarin het beginsel van het amendement-Van der Kaay werd belichaamd door de bepaling, dat het jaarlijksch contin gent zou bedragen 31 pCt van de ten vorige jare ingeschrevenen voor volledige oefening en 5 pCt voor korte oefening, met dien ver stande, dat men niet hooger zou gaan dan tot een maximum van 13200 voor eerstge noemde en 2500 voor laatstgenoemde cate gorie. Dit nieuw artikel toelichtende, wees de Minister er op, dat het niet in zich sloot een loslaten van de door hem ontworpen organisatie, maar dat men daardoor zou komen tot eene geleidelijke invoering daar van i» den loop van 10 jaren. In cijfers uitgedrukt, zou men het eerste jaar krijgen 12125 miliciens voor volledige oefening, dus 1075 minder dan oorspronkelijk is gevraagd, terwijl het eindresultaat zal wezen, dat men volgens het nieuwe artikel zal ver- krijgen 150.871 man in de plaats van 165.924, gelijk de Regeering aanvankelijk wilde. Doch naar de berekeningen des Ministers zouden die 15000 man in den loop van 10 jaren (bij het toenemen der bevolking) wel ver kregen worden. Dat de Minister hier slechts een schijn-concessie deed, werd zoo duide lijk mogelijk aangetoond door den heer Van Houten, die uit de eigen berekeningen des Ministers meende het bewijs te kunnen leveren, dat niet eerst na 10, maar reeds na 5 of 3 jaren het maximum door de Re geering gewild, zou bereikt worden. Na deze indiening en toelichting van het nieuwe regeeringsartikel kon de heer Van der Kaay zijn amendement intrekken, ter wijl daarmede tevens een amendement van den heer Van Dedem, beoogende daarbij eenige maxima-cijfers te stellen, verviel. Aanstonds werd echter door den heer A. van Dedem in overleg met eenige andere Kamer leden, waaronder ook de afgevaardigde van Schiedam, een nieuw amendement voorge steld, ten doel hebbende de maxima-cijfers door de Regeering in haar artikel gesteld, nog eenigszins te verminderen. De Mi nister van Oorlog verklaarde tegen dit laatste amendement geen overwegend bezwaar te hebben. Blijkbaar wilde hij zich nog wel eenige reductie op zijn eisch laten getroos ten als deze slechts in beginsel werd aan genomen. Hoewel het voorstel—Sanders c. s. om het nieuwe regeeringsartikel eerst in de afdee- lingen te onderzoeken, na krachtige onder steuning door den heer Van Houten en vin nige bestrijding van den heer Rutgers, werd verworpen, kwam het eergisteren echter nog niet tot eene eindstemmingeerst gisteren had die plaats. Nadat artikel 26 (8-jarige diensttijd) was aangenomen, werden na be strijding door den minister van oorlog al de door hem afgekeurde amendementen ver worpen, en ten slotte het nieuwe regeerings artikel omtrent het contingent, gewijzigd door het amendementA. van Dedem, met 60 tegen 37 stemmen aangenomen. Aldus heeft de Minister door eene kleine concessie de gevaarlijke klip weten om te zeilen, waarop zijne Legerwet dreigde te stranden. Het gewijzigd regeeringsartikel geeft hem een vast jaarlijksch contingent van 14100 mandat is dus 1600 man min der dan hij aanvankelijk had bedoeld, doch slechts 400 meer dan het amendement Kolkman, dat hij minder aannemelijk ver klaarde, hem wilde toestaan. Wat den Mi nister bewoog om aan het amendementVan Dedem boven dat van den heer Kolkman de voorkeur te geven, was, volgens zijne ver klaring, dat daardoor het percentage-stelsel verviel, en hij reeds aanstonds over eenigs zins meer volledig geoefende manschappen zou kunnen beschikken, dan naar de per centage het geval zou zijn geweest; doch vooral de omstandigheid, dat bij niet-aan- neming van het amendement—Van Dedem het regeeringsartikel en daarmede het ge- heele wetsontwerp gevaar liep, deed den Minister tot toegeven besluiten. Zoo is dan de behandeling der Legerwet tot een rustpunt gekomen, waarbij men veilig zou kunnen staken. Er zullen echter in de eerste dagen der volgende week nog eenige minder beduidende artikelen worden beh' maar daarbij zal het dan ook blij .amer zal uiterlijk Vrijdag aanst. uit i om dan de verdere behandeling der wet aan het nieuwe parlement, d e Juni-verkiezingen zal geboren ver te laten. nieuwe schiedamsche courant *«kwa a"Je"rsrecht van den inhoud dezer courant is ver- V0,geii8 de Wet van 28 Juni 1881 (StsM. no. 124.) :'ist ov: §e0s o- ia. 7 v..v..«»wy v* "W d ^'aisj wi.vi.iy. ™<wuue zien ecmei f,e atp6n er van oorlog. Nadat bovenbedoel- V°"flaiis eiïlenten waren bestreden door de de Sl® Va'i voorbereiding, die bij monde v^'gde Seyffardt hare voorstellen ver- tip tot vermindering van den diensttijd tri'°l *iaren, en tot weglating der be- li

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1891 | | pagina 1