Zaterdag 21 November 1891.
No. 4141.
VERSCHIJNT DAGELIJ ICS.
14e JfifU'i»:.
o
o
Bureau: Boterstraat, E 39.
y
Kamer-0'verzicht.
0
ALGEMEEN OVERZICHT.
Prijs van dit Itlad
p°0r Scliiedam per 3 maanden ƒ1.50
^anco per post door geheel Nederland 2.00
05
4f r 1 "O
Wonderlijke Nommers-» 0.
H
t et auteursrecht van den inhoud dezer courant is ver-
er<l volgeus de Wet van 28 Juni 1881 Stsblno. 124.)
Mr a Tn'euwe minister van koloniën, de heer
titt ^aron van Dedem, heeft in de Kamer-
Vor|fJ"8en der beide laatste dagen gelegen heid ge-
te e" zijne gedragslijn tegenover Indië uiteen
gr0?e^ten behandeling der Indische Be-
lej(|0|'"g gat hem daartoe eene gereede aan
leer 'r'^' hoever de Minister van die ge-
2Üne'^ gebruik heeft gemaakt valt uit
Spr beantwoording van de verschillende
ip j 6rs te leiden. Zijne rede, Dinsdag 11.
Hiet 6 Kamer gehouden, was merkwaardig,
opj °m hetgeen de Minister gezegd, maar
fiec ,'etgeen hij niet gezegd had. Over kof-
ppr)t Uur en opiumregie, die beide brand-
Hist en van Indisch Staatsbeleid liet de Mi-
blijveJ z'ch met geen enkel woord uiten wij
^eelfJn ^US orn^rent zÜne plannen en denk-
ofsche« te dien aanzien geheel in 't duister,
lp °ür» men van een minister van koloniën
tffir 1 echt mocht verwachten, dat hij orn-
e1t H'
*°U i beide gewichtige kwestiën kleur
Jekennen.
Ma
iv(a,
b'di orï)0'ent andere aangelegenheden van
regeeringsbeleid bleek de Minister
£o0 ,°cb eene gevestigde opinie te hebben.
«ft hij van meening dat Nederland
«0 |..c''recte baten uit Indië moet trekken,
<la c°nstateerde dat dit zijn beginsel
ver
y ^ustaieerae aat oit zijn beginsel in
4>ner geen tegenspraak had gevonden.
Wf'^eils 's °°b bij van meening, dat eene
^irii^king
,e^king (]er middelen allereerst in be-
dic. "'"8 moet worden gevonden en om te
a„
of a|,anz'en tot de wetenschap te komen,
Mle 'n den Indischen dienst richtig is en
do6t| "'"'ergeschikte ambtenaren hun plicht
«te||z"u hij gaarne een enquête willen in-
e6f( 1 het denkbeeld van het uitzenden van
bij c°rrimissaris-generaal was echter niet
Setii^rn °PSekomen de gouverneur-generaal
b'Haj. 'Ie' vo''e vertrouwen der regeering
«O**" de kwestie hoe dan wel dien
'Jker van den gouverneur zooals
kiöri ^en hem toch meenden te mogen noe-
ta,, zou betiteld worden, liet de Minis
ter 1 niet uit. Omtrent het vraagstuk
ref|- en dessadiensten en den over
at gHjV''n bet communaal in individueel be-
fitigfcri l'e Minister zeer voorzichtige verkla-
Va ;it betreft den toenemenden in»
°p 6eiei ^bineezen beriep de Minister zich
%e besluit van zijn voorganger, waarbij
sltengere toepassing van de bepalin-
V^i' °I'zicbte van de Chineezen in de
Z dr'den wordt bevolen. Meer beslist
en'e8en de Minister in zijne verkla-
^e''at |.°riltrent Atjeh. De blokkade zal streng
'aafd worden, totdat zij doel heeft
getroffen en daarna zal zij vervangen worden
door eene scheepvaartregeling. Er zal voor
gewaakt worden dat er door den gouverneur
van Atjeh niet te veel licentiën worden ge-
gegeven. Hiermede meende de Minister aan
zijne scliuldigkeit tegenover de Kamer vol
daan te hebben en omtrent de meest be
sproken aangelegenheden van Indisch regee
ringsbeleid de gewenschte inlichtingen te
hebben gegeven. De politiedienst zal opnieuw
worden ingericht na de regeling der heeren
en dessadiensten.
Na de wijdloopige rede van den Minister
hield de heer Cremer een repliek op de rede
Vrijdag 11. door den heer Levyssohn Norman
in de Kamer gehouden, en trachtte hij die
Indische specialiteit met zich-zelzen in tegen
spraak te brengen. De heer Rutgers van
Rozenburg had nog een en ander met den
Minister af te rekenen, wiens bezuinigings
theorie en financieel beleid hij in sterke
bewoordingen afkeurde. Indie kan niet leenen,
zoo betoogde deze spreker, want het is
slechts een integreerend deel van den Staat.
Ook het uitzenden, zooal niet van een com
missaris-generaal dan toch van een dwars
kijker, vond bij hem sterke bestrijding de
blokkade van Atjeh heeft voor hem weinig
bekoorlijks, omdat men er nog niet de minste
resultaten van heeft gezien.
In de zitting van Woensdag 11. gat ook de
heer Guyot als marine-specialiteit nog eenige
opmerkingen omtrent de blokkade van Atjeh
en de scheepvaart op de reede van Soera-
baya ten beste en betoogde de heer Levyssohn
Norman, dat er geen Chineesche pachters
noodig waren, om de in capsules verpakte
opium te verkoopen. Daarna besprak de heer
Van de Velde de rol die Nederland als
Christelijke Staat in Indië heeft te vervullen
en bracht de heer Donner de reorganisatie
der Protestantsche kerken in Indië en hare
verhouding tot de Regeering ter sprake.
De Minister van Koloniën beantwoordde
vooral de beide laatstgenoemde sprekers. In
wat antirevolutionaire politiek was, zou hij
niet treden. De kerstening van Indië kan
niet van de Regeering uitgaan, maar moet
aan particulieren worden overgelaten. De be
doeling is niet, om Indië te doen leenen,
maar om de uitgaven, die voor Indië gedaan
worden, ook door Indië te doen dragen. Verder
verdedigde de Minister zijne splitsing van
gewone en buitengewone uitgaven; hij ge
loofde niet, dat voor geheel Indië een zelfde
regeling van de heeren- en dessadiensten
was te treffen, In Atjeh moet met ener
gie gehandeld worden en moeten wij op
Prijs der Advertentie»
Van 16 regelsf 0.60
Elk gewone regel meer»0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke
overeenkomsten aangegaan.
«BESKHSffii BregHS3Sg«Sga»Ig
alle eventualiteiten voorbereid zijn daarom
wilde de Minister nog twee nieuwe schepen
doen bouwen, waarvan hij het type nader
toelichtte en de voordeelen uiteenzette. Om
trent het Westgat van Soerabaya waren
nadere voorstellen ingekomen, die onderzocht
worden.
De verdere behandeling van het hoofdstuk
«Uitgaven" der Indische Begrooting leverde
Donderdag niet veel bijzonders meer op. De
Minister van Koloniën gaf o. a. den heer
Zaaijer te kennen, dat waarschijnlijk de
kweekschool voor inlanders te Magelang zal
worden hersteld; die te Banjermasin is niet
noodig. Voorts vroeg de Minister nadere gelden
voor opmetirigen ten behoeve van nieuwe
spoorweglijnen Batavia-Serak, Malang Blitar
en Pasoeroean Panaroekan. In afwachting
der ophanden reorganisatie van het Indisch
leger heeft de Minister voorloopig terug ge
nomen de som van f 8000 voor de versterking
der garnizoenen op Sumatra's Westkust.
Na aanneming van hoofdstuk II had nog
eene gedachtenwisseling plaats over de wijze
van invoering van het nieuwe strafwetboek
voor Europeanen. - De post voor een tele
graafkabel Oleh-leh-Deli werd met f106.000
verhoogd. De verschillende andere hoofd
stukken zijn aangenomen.
Aanst. Dinsdag komt, na eenige kleinere
ontwerpen, de Staatsbegrooting aan de orde.
AMERIKA.
In de Ver. Staten van Noord-Amerika is
veel sensatie gewekt door de verklaringen
van zekeren Schultheiss, die door de «Ridders
van den Arbeid" was uitgezonden om den
roestand aan boord der landverhuizersschepen
door eigen ervaring te leeren kennen. Hij
nam te dien einde plaats aan boord van de
Servia, van de Cunard-lijn, en wel als tus-
schendekpassagier. Sehultheiss beschrijft dien
toestand als allerellendigst te midden van
onzindelijkheid en onzedelijkheid. Sommigen
zijner medereizigers achten zich echter door
zijne mededeelingen gecompromitteerd en
dreigen hem te zullen vervolgen wegens
laster. De overheden verklaren zijne be
schuldigingen ongegrond of sterk overdreven,
om der arbeiderspartij te believen.
Uit Montevideo wordt gemeld, dat de op
standelingen in Rio Grande do Sul vooreerst
niet bedoelden eene afscheiding, maar een
algemeenen opstand in de Braziliaansche sta
ten, teneinde Da Fonseca af te zetten. Eerst
indien dit mislukt, zal men in Rio Grande
over afscheiding, of over vereeniging met