Ijit Hmer Msoren twee Biivoegels. 14e Jaarg. Zondag 29 en Maandag 30 November 1891. No. 4148. VERSCHIJNT D A G E h IJ K S. Bureau: Boterstraat, E 39. I»rijs van dit lilad: ^°°i' Scliiedam per 3 maanden ƒ1.50 ranco per post door geheel Nederland 2.00 Afzonderlijke Nommers0.05 Prijs der Advertentie» Van 16 regelsf 0.60 Elk gewone regel meer»0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. Kamer-O'verzich t. S$t. 6 algemeene beschouwingen over de ^Gbegrooting werden in de Kamerzitting 1 donderdag en Vrijdag voortgezet. Op- e,'kelijk 1) ta: N *'Ch is 't, dat bij dit Begrootirigsdebat alleen woordvoerders van de liberale en d^t an''revo'ut'°"a're Partij doen liooren en t f°tnogtoe geen enkele van de katholieke het e<fen ''ij Je algemeetie beschouwingen ^oord beeft gevoerd. Blijkbaar heerscht de °°'i '"J dle beide fractiën waarin alsnog tin ;i^1°'ie'te partij verdeeld is, de 'overtui- dat het 't best voegt, tegenover deze ,/^ing eene afwachtende houding aan te reriflen en haai' op geenerlei wijze te provocee- s,. o' Aloge deze momenteele overeenstemming eJ'g leiden tot een voortdurend samen- e" tot eene alleszins bevredigende op- (jes'"8 van het geschil, dat reeds al te lang r'atholieke Kamerleden verdeel' r ''eri van deelneming aan het debat ont- ^ehben de katholieke Kamerleden zich tot >en, ook de antirevolutionaire afgevaar- Ven, aakt. De oppositie, voor zoover zij zich de,. °°ndei kwam hoofdzakelijk van de banken linkerzijdeen voor de zooveelste maal dus bevestigd liet bekende spreek- »Van zijne vrienden moet men bet ''ebben." De eerste spreker in de zit- W? Va" donderdag, hoewel tot de vrienden °ürende, mocht zeker niet tot de opposanten M, 8ei 8e, ek iend worden. De beer Van B e u n i n- Heende alle reden te hebben om deze Seerii, g zijn vertrouwen en steun toe te waar het haar blijkbaar ernst is met ',e'astinghervorming en het kiesrecht, enwei aakt 'Vhn meende spr. te moeten zeggen spoed, want het land wacht op her- D-pn. dtt(. - eer V. van D e d e m was veel min- dHt '"genomen met deze regeering. Hij meent, blgp^1'' "'et afspiegeling is van de liberale dej 1,|ei'beid dezer Kamer. Waarom had zij bij gervvet Bergansius ingetrokken, die ook fail rneerderbeid der liberalen zooveel sym- fr,ei e Vond Ook had zij, was het haar ernst H)k, ij(jjeene Juurzame regeling der levende t6r w ac''ten, het beginsel van den persoon- *iijfr erder betoogde spr., dat de Regee- '"et homogeen is omtrent de kwestie tenstplicht in de Noodwet moeten van bet "ct b'esrechthij r Jat verschillende meende intus- financieele maat- ïege|' en genomen worden, die op de 'ng Van het kiesrecht niet behoeven te wachten. Zoo kon bij de vernieuwing der handelstractaten het algemeen belang zeer goed behartigd worden, en de vermindering der mutatierechten is een zaak van algemee- nen aard. Of eene belasting op het roerend vermogen tot stand zou komen, meende hij te moeten betwijfelen want hij meent, dat de denkbeelden daaromtrent door den minister Pierson in een Gids artikel ontwikkeld, niet overeenstemmen met de in deze Kamer ver dedigde gevoelens. Ten slotte waarschuwde deze spreker nog, de verwachtingen niet te hoog te spannen op het kiesrecht, waarvan hij echter de uitbreiding niet bestrijdt. Er is bij deze Begrootingsdiscussiën een opmerkelijk verschijnsel waar te nemen. Het is opvallend, met hoeveel uitvoerigheid en tot in détails afdalend de sociale kwestie, ook in verband met de in uitzicht gestelde belastinghervorming, wordt behandeld. Daar uit blijkt een keer te meer, dat de sociale kwestie is de kwestie van den dag. Om trent de oplossing van die zwaarwichtige kwestie blijkt echter bij de liberale partij niet de minste overeenstemming te bestaan; het is een chaos van gedachten en meenin gen, waarvan de eene lijnrecht tegenover de andere staat. Terwijl b. v. de heer H i n t z e waarschuwde tegen overdreven Staatsbemoeiing in zake de sociale aangele genheden, zag de heer Roessingh niet op tegen eene uitzetting van de grenzen der Staatsbemoeiing; hij wilde eene regeling van het arbeidersvraagstuk vooral in verband met de naar de steden verhuisde bevolking van het platteland. Spr. zou gaarne de Regeering steunen bij alle maatregelen, die strekken konden om den toestand van het platteland te verbeteren. De heer De Beaufort sprak van »groene" en »goede" vruchten. Tot de »groer>e" rekent hij de scheiding van Kerk en Staat en de vereffening der maatschap pelijke ongelijkheden dit zijn naar de spraak- wijze van den heer De Beaufort svruchten", die nog niet rijp zijn om geplukt te worden. Tot de goede vruchten behooren volgens hem de regeling van bet kiesrecht en de belastinghervorming. Deze spreker be tuigde vooral omtrent deze urgente zaken zijn vertrouwen in het Kabineten van dat vertrouwen sluit hij ook den minister van oor log met uit. Diens denkbeelden, vroeger geuit, zijn voor hem sympathieker en sluiten beter in het kader der vrijzinnige beginselen dan de voorstellen van den vorigen minister. Hij zou echter minister Seyffardt wel willen toeroepenoverhaast u niet komt volledig toegerust eerst hier, wanneer ge zijt. Ongeveer in denzelfden zin sprak de heer Van Houten zoowel met betrekking tot de legervraag als tot het kiesrechtook wilde hij wel een belasting op het roe rend vermogen, mits die op eerste levens behoeften zou afgeschaft worden. Overigens beloofde hij der Regeering niet onvoorwaar delijk zijnen steun het zou er veel van af hangen, wie het tijdelijk presidium van den ministerraad voerde, eene zaak die hij gelieel verkeerd geregeld acht. Veel minder ministerieel betoonde zich de heer Rutgers. Deze spreker drong aan op eene verstandelijke regeling van het kies recht hij vreest dat van dezen minister geen belasting op het roerend vermogen te wachten is, veeleer ziet hij komen eene inkomsten-belasting a la Brussee of Grobee doch met zulk eene inkomsten-belasting zou spreker alleen kunnen medegaan, wanneer de mutatierechten voor het geheel ofminstens Va werden afgeschaft. En mocht het ver lies gressief dan te groot zijn, men voere een pro- mutatierecht in, waarbij ook de doode hand eenigs/ins zou kunnen getroffen worden. Spr. verwachtte omtrent deze aan gelegenheden en vooral ook omtrent hare bedoeling met de gemeente-financiën van de Regeering meerder licht, en waarschuwde haar zich met de verzekering van het lot der oude werklieden niet op glad ijs te begeven. Aan het eind der vergadering van Don derdag gaf de heer Borgesius als een resumé van de tot dusver gevoerde debatten. Z. i. kon de Regeering daarover tevreden zijn. Van de overzijde was nog bijna geen oppositie vernomengroote hervormingen waren toegezegd, maar de Regeering was nog niet in staat geweest die na te komen. Het is dus natuurlijk, dat men van alle zijden wil afwachten en zeker van deze zijde (zcide hij) ofschoon van dezen kant meer oppositie is geweest dan hij zich had voor gesteld. Spreker trad tegen die onder scheidene opposanten eenigszins als verdedi ger der Regeering op, maar meende haar toch op 't hart te moeten drukken, bij de sociale kwestie in 't belang van den minderen stand vooral de kleine middelen niet te ver smaden. Gisteren waren echter de Mmisters-zell aan het woord om de redevoeringen der onderscheidene sprekers te beantwoorden. Wat deze ministerieele verklaringen betreft, meenen wij te kunnen volstaan, met den lezer naar liet desbetreffende Kamerverslag onder de rubriek ^Binnenland" te verwijzen. nieuwe schiedamsche couran 3<it auteursrecht vail den inhoud dezer courant ie ver- volgens de Wet van 28 Juni 1881 Stsblno. 124.) en hebben het der Regeering niet lastig §§en. geler, i ™*uuro"i

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1891 | | pagina 1