14e Ja
BNOiier te&oort een Bijvowel.
g. Vrijdag 25 December 1891. No. 4170
V E R S C FT IJ JSI T I) A G EE IJ K S.
Bureau: Boterstraat, E 39.
Va A i eu wj aar s wens ch en
®eve zij God in den Hooge!
8e"r°„,"',U'd 'le ™lheid d<"'lijden
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
Vrijs van dit Mad:
Voor Schiedam per 3 maanden 1.50
Franco per post door geheel Nederland 2.00
Afzonderlijke Nominers0.05
Het auteursrecht van den inhoud dezer courant is ver-
«ekerd volgens de Wet van 28 Juni 1881 (S/sbl. no. 124.)
^Wegens het HOOGFEEST van KERST-
's zal de Nieuwe Schiedamsche Courant
a aterdag- ochtend en Zaterdag-
v 0 n d niet verschijnen.
"t;
Vrijs der Adverlentiëii
Van 16 regelsf 0.60
Elk gewone regel meer. »0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke
overeenkomsten aangegaan.
1 tot 6 regels worden in het nummer
zet courant, dat in den morgen van den
ce^tWjaarsdag verschijnt, geplaatst a 50
010!°]''V01' °P'5eui'end woord, door Engelen-
11 uitgesproken in den hoogheiligen nacht
waarin h**
V'ij d verscheen, Die den Eeuwigen
een '^'l y& koogste eere brengen zou 1 Wat
jj Üdschap, welk 'een zalige verrukking
Vier'n Weinige wo°r4en opgesloten 1
Haar \U'Zend Jaren 'ar>g had de armemensch
duiz j6 ')00c'sc'laP des heils gesmacht. In
l&iKr i' n ^oonaar4eu had veertig eeuwen
Wn Q smart'lreet des harten, de zucht van
,0sserend ver'angen naar den beloofden Ver-
als v ZIC geopenbaard. Het r or ate coeli was
Patriat e^deel geworden- dat de stervende
PalietnZ'dne" otn zegen smeekenden zoon
sm e Profeten van Israël hadden den
hoer ree' del Pa,riarken herhaaldmeer
a's° rn Z|'' 'ladden den lang verbeiden Verlosser
ZÜner61 Vlnger aa"gewezen en den tijd
Daniël 0mst aa"geduid; de jaarweken van
Vem.t'i, eene "«'«heM. welk eene blijde
berde,-,"'" Wa'S dus voor die eenvoudige
in het |Va" ueth'ehem te vernemen, dat Hij
We,-,.] 1 eesch verschenen was, naar Wien de
de r Z°0VeIe duizenden jaren had verzucht,
Vorst' [!gVe''wachte der volken, de Vrede-
en <s' l 16 zon(iige wereld met haren Heer
die bliidPPte'j VerZOenen Z0U' En' nadat hun
zich a-' 1J,,'ng verkondigd was, vereenigde
bracht m6t den «^zant die ze
beirlerj'p,.e6n menigte van het hemelsche
Over n''u"l,ZegfVleren<! klonk de Jubelkreet
den H„1 e"'\,dd9": E<™ "J «<"1 in
de j ,e Engelenzang was voor
pas 1 eer nieuwe aansporing om den
geb Ve,w hM hu|de« dan|[
gaan brengen. De Hemelsche Bode had
if*1 Gij zult een kind vinden,
WeinL !t geW°nden' neerliggend op een
bokken V°' gel°°f en godsvrucht
en annl °P, naaP Bethlehem's arme stal,
Wiens u e;!,den God van hemeI e" aarde,
heerlijkheid zij in het hemelsch licht
afgestraald zagen, in de gedaante van een
arm schreiend wicht.
Jaarlijks, op het Hoogfeest van Kerstmis,
zien wij dat tooneel van geloof en godsvrucht
hernieuwd. In breede scharen trekken de
geloovigen tempelwaarts, om het groot ge
heim van 's Heeren Menschwording te vieren.
Nog ruischen die hemelsche woorden der
geloovige schare in 't oor. In onze tempels,
voor de versierde altaren als voor Jezus'
kribbe neergeknield, hooren wij dien jubel
zang der Engelen door de gewelven ruischen,
en spreekt zij tot ons hart en vertolkt ons de
liefde 011 ootmoed van den Eeuwigen God,
Die inensch werd als wij, om ons allen
aan Zijn geluk deelachtig te maken. Gewis,
zij die daar in dat nachtelijk uur vergaderd
zijn, betoonden hun goeden wilzoovelen
hunner hebben zich door eene ootmoedige
belijdenis, door oprechte boete in de vriend
schap Gods hersteld, en zij bezegelen dat
liefdeverbond door eene innige vereeniging,
die het schepsel den Schepper nabij brengt
en het hart met liefde en vrede vervult.
Voor hen heeft dus het Gloria in excelsis Deo
zijn vollen zin en beteekenis behouden. Het
is de juichkreet des harten over den Won
derbare, den Verwachte der volkeren, Die
zijn volk indachtig was, en het kwam ver
lossen van zijne zonden.
Maar daar buiten die gewijde tempelwan
den, o, hoevelen zijn daar niet, voor wie het
Eere zij God in den Hooge 1 zijn waren zin
en beteekenis heeft verloren. O, hoe krimpt
ons 'thart ineen, als wij bedenken dat er
zoovelen zijn, die voor het groot geheim van
den Kerstnacht niets gevoelen, wien de ge
dachte aan een Menschgeworden God eene
dwaasheid en eene ergernis is. Doch ook,
hoe wordt de ziel met droefheid vervuld, als
wij ervaren, dat er zoovelen zijn, die wel-
is-waar dat groot geheim niet openlijk loo
chenen, maar toch door hunnen handel en
wandel toonen, dat het geloof in Christus'
Menschwording niet leeft in hunne harten,
dat het geen vruchten voortbrengt voor hun
godsdienstig en maatschappelijk leven. En
hier denken wij minder aan de gewone afwij
kingen, die wel den mensch eigen zullen
blijven, zoolang de wereld er is maar be
doelen wij meer de gebreken, die men te
recht als de kwalen van onzen tijd aanduidt.
Of is het niet waar, dat de onverzadelijke
dorst naar aardsche schatten en genietingen,
de hoogmoed des levens, de zucht naar
stand verheffing, verborgen onder den schoon-
klinkenden naam van lotsverbetering, in
onzen tijd meer dan ooit op den voorgrond
zijn getreden, en als tot het hoogste en
j eenige doel des levens worden verheven
Is er scherper contrast denkbaar tusschen
dezen geest van onzen tijd en het schouw
spel dat ons in den armen stal van Bethle
hem te zien wordt gegeven In onzen tijd
de hoogmoed en het zingenot ten troon
verheven in den stal van Bethlehem de ne
derigheid, de versterving, de ontbering van
ieder genot op de verhevenste wijze beoe
fend. Een arme stal, door de menschen
vergeten, woonplaats van den Koning van
hemel en aarde een harde beestenkrib rust
plaats van den God van het Heelal, Die ter
nauwernood eenige windselen heeft om zich
te dekken Is er wel iets meer in staat ons
tot nadenken te stemmen? Komt dan
vermogenden en gegoeden, wien het beati
possidentes de hoogste levenswijsheid toe
schijnt; gij die er steeds op uit zijt meer te
winnen, en daartoe al uw verstand, al uwe
krachten en die uwer ondergeschikten in 't
werk stelt, zelfs met voorbijzien van hoogere
levensbelangen en met opoffering van de zoo
noodige rust op den dag des Heeren Maar ook
gij, minder bevoorrechten, die u zoo slecht
kunt schikken in uwen staat en stand, die
altijd bedacht zijt op verbetering van uw lot
in dit en zoo weinig denkt aan het verzeke
ren van uwe bestemming in het andere leven,
wien het voorbijgaand zingenot het hoogste
ideaal schijnt te zijn, knielt allen neder bij
de schamele kribbe van den armen Jezus en
ziet welke les Hij U van dien leerstoel der
waarheid geeft.
Het is toch maar al te waar, dat alleen
bij de Kribbe van Bethlehem genezing der
kwalen van onzen tijd is te vinden. Daar
rust de groote Geneesheer, die ze door Zijn
voorbeeld heelen zal, wanneer wij er slechts
getrouw op letten en het tot richtsnoer ma
ken van ons leven. In het licht, dat uit den
stal van Bethlehem straalt, verdwijnen al de
dwaallichten van onzen tijd. Geen hoogmoed
die niet is te onderdrukken bij de gedachte
aan den grooten Arme van Bethlehem geen
ongeregelde zucht naar aardsche schatten en
genietingen, die niet is te beteugelen bij het
gezicht van het schreiend Wicht in Bethle
hem's stal. Alleen, wanneer het voorbeeld
van den grooten Arme van Bethlehem, naar
gelang van onze krachten meer navolging
zal gevonden hebben, zal de hedendaagsche
maatschappij genezen worden van de kwa
len waaraan ze lijdt. Moge de huidige feest
viering daartoe in ruime mate bijdragen, dan
zal er meer eer worden gegeven aan Godin
den Hoogeen zal het zijn, wat wij onzen
lezers van harte toewenschen
een heilvol, een zalig Kerstfeest