rnmïïH
HORIA
door Carmen Sylva.
1MNNBTNLAN 1).
plichtingen ten volle na te komen. Het staat
kundige verbond der rnidden-Europeesche
mogendheden, aangegaan met het doel den
vrede te handhaven, is aangevuld door een
verbond tot verzekering van den staathuis
houdkundigen vrede, en dit laatste is even
oprecht en krachtig als het andere. Beide
versterken en vervolledigen elkaar. Deze
verklaring werd langdurig toegejuicht.
KOPPERFEEST.
Voor velen die met de traditiën der edele
boekdrukkunst niet geheel onbekend zijn, is
het zeker geen nieuws te vernemen, dat de
tweede Maandag in Januari bij de boek
drukkersgezellen algemeen bekend is onder
den naam van Koppermaandag" Het is de
traditioneele dag der typografen, waarop zij
van ouds gewoon zijn de nieuwste produc
ten hunner edele kunst, in casu wand- en
scheurkalenders, het weetgierige publiek
aan te bieden. Gewoonlijk gaat die dag met
eenige feestelijkheden gepaard, die echter ook
in vele plaatsen tot een geschikter tijdstip
verschoven worden. Zoo ook hier ter stede
de Typografen-Vereemging Adelphismus,
den 1 Juli 1871 opgericht, is sedert jaren
gewoon haar Ivopperfeest op den eersten Za
terdag volgende op Koppermaandag te vieren
en harer gewoonte getrouw, had zij tegen II.
Zaterdag-avond hare leden met hunne dames
en verdere genoodigden ter feestgetij in de
zaal der Officieren-Vereeniging opgeroepen.
Daarbij mede genoodigd, hebben wij met
genoegen aan die feestviering deelgenomen
journalisten en typografen zijn immers ver
wante vakgenooten beiden dienen de edele
ïKoningin der Aarde" die geroepen is haar
beschavend licht door de wereld te verspreiden.
Het is waar de collegialiteit laat wel eens
wat te wenschen over meermalen voeteren
en razen wij tegen elkander: zij, wanneer
ze onze hanepooten moeilijk kunnen ontcij
feren of nog een goede dosis kopie krijgen,
als de courant reeds bijna ter perse moet
wij, wanneer ze ons zoo veel te corrigeeren
geven, dat de kantjes aan weerskanten voor
de correctieteekens te klein worden, of wan
neer zij bij wijlen een al te sterke voor
liefde voor het bekende »wit" betoonen
maar toch, die booze buien duren gewoonlijk
niet langwe begrijpen, dat we elkander
noodig hebben, voor elkaar leven en daarom
is de harmonie in den regel weer spoedig
hersteld en loopt alles weer alsof het ge
smeerd was.
Zooals wij steeds met elkander werken,
(Slot.)
Horia antwoordde niets. Hij hield zich
tot het duister verborgen in de rotsende
herders dachten dat hij reeds lang vertrok*
ken was. Toen zij sliepen, kwam hij uit
zijn schuilplaats, nam van den een zijn bont
muts, van den ander een deken en van
den derde zijn met schapenvacht gevoerden
mantel weg. Met deze voorwerpen beladen,
kwam hij terug bij Rumir, die hem met
vroolijk geblaf begroette.
Hij rolde de deken om zijn linkerarm,
zette de beide viltmutsen op elkaar en trok
dezelve over zijn ooren tot op de schouders
en hing zich de beide zware mantels om.
Zoo uitgerust plaatste hij zich bij de over
blijfsels van den ezel, in de verwachting dat
de beer stellig terug zou komen om die te
verslinden.
Uren bleef hij aldus wachten, in elkaar
gedoken, geheel onbeweeglijk, behalve zijn
oogen, die voortdurend naar alle zijden
de duisternis trachtten te doorboren.
hebben wij Zaterdag-avond met elkaar feest
gevierd. Wel was het getal der ter feesttij
gekomen patroons en journalisten klein, maar
zij waren toch vertegenwoordigd. De geachte
president van Adelphismus", de heer J.J. Sou
dan, herdacht in 't bijzonder de eersten in
zijn welkomstwoord; allereerst der. geëerden
oud-patroon, die, hoewel hij reeds meer dan
25 jaren geleden het beheer van zijne typo
grafische inrichting voor het bestuur dezer
beduidende gemeente verwisseld heeft, bij
voortduring toont, dat zijne voorliefde voor het
edele typografenvak onverzwakt is gebleven,
getuige zijne aanwezigheid te dezer plaatse
en het insigne der Vereeniging, hem bij zijn
jongste feest door de typografen vereerd, dat
hij op de borst draagt. De geachte bescherm
heer van »Adelphismis", de edelachtbare heer
P. J. van Dijk van Matenesse, verklaarde in
antwoord, met genoegen bij deze feestviering
tegenwoordig te zijn en hoewel hij moest
erkennen, dat over 't algemeen de bedrijven
hier ter stede niet bloeien, sprak hij den
wensch en het vertrouwen uit, dat ook de
pers, die verlichting en beschaving door de
wereld verspreidt, het hare zou bijdragen om
verbetering in den weinig rooskleurigen toe
stand te brengen. Daarna betuigde de heer
H. J. C. Roelants, namens de firma waarvan hij
deel uitmaakt, en een anderen afwezigen pa
troon, zijn dank voor de vereerende woorden
van den President, en verklaarde hij met ge
noegen thans feest te vieren met de gezellen
waarmede hij anders werkzaam is. In aan
sluiting bij deze toespraken werd door de
gezellen en genoodigden op de wijze van liet
Volkslied het welkomstlied aan den edelacht-
baren beschermheer en de geachte heeren
patroons, en vervolgens een lied »Aan het
Begin," naar de wijs van »wij leven vrij" met
opgewektheid gezongen.
Toen hiermede het inleidend gedeelte ten
einde was gebracht, nam de uitvoering van
het eigenlijk program een aanvang met de
opvoering van het tooneelstukje »Een Onrus
tige Nacht", oorspronkelijk kluchtspel in één
bedrijf door M. J. Gillissen en werd na het
optreden van den heer en mej. Boesnach nog
een tweede comediestukje »De Rooverhoofd-
man of eene Tooneeluitvoering te Niemands-
dorp," opgevoerd. Beide stukjes bleken goed
ingestudeerd te zijn en werden vrij wel
afgespeeld. Vooral het laatste, waarbij het
spel der acteurs telkens op comische wijze
door het tusschenspel van een paar quasi-
toeschouwers onderbroken werd, deed het
publiek tranen lachen. De Tombola hield
De maan kwam op en wierp zijn stralen
over het slapende woud.
Horia zag den zwarten bergrug aan zijne
voeten en de vlakte geleek een onmetelijke
zee, welke zich tot aan den Balkan uit
strekte. Een witte streep van dichten nevel
wees in dit spookachtig landschap den loop
van den Donau aan. Het zachte gemurmel
van de bergstroomen en watervallen steeg
uit de spelonken omhoog. Het edelwit glin
sterde als sneeuwvlokken in het bleeke Jicht
der maan, en deze vervolgde haren loop langs
het hemelgewelf, de aarde overstroomend met
een meer en meer zuiveren glans, waardoor
de schaduwen onpijlbare zwarte afgronden
schenen op te delven. Als eeuwenoude reu
zen, stegen de pijnboomen uit de diepte en
bij de onbeweeglijkheid van het slapend heel
al zou men gemeend hebben dat zij lang
zaam uit de spleten oprezen, en steeds meer
nabij kwamen.
Maar niets bewoog. Horia bleef wachten,
zijne bijl lag naast hem. Reeds had de
maan de geheele hemelruimte beschreven
en naderde aan gene zijde den horizon, toen
doffe voetstappen het hart van den jongeling
sneller deden kloppen.
Een soort gesnork en daarna een zacht
geheimzinnig gebrom dat den Bohemers doet
zeggen »de beer leest, hij is zoon van Pope."
de talrijke aanwezigen langdurig bezig?
meerdere fraaie prijzen werden voor
gelukkige houders van loten getrokken maaf
ook anderen, die zoowel om het voorwerp
als om hem of haar, wien het ten deel vie'i
de lachspieren in beweging brachten.
de uitvoering van het comiek duet »KIeer-
maker en Marquis," door den heer en mej'
Boesnach, werd er eenigen tijd gepauzeerd-
Na de pauze werden stoelen en tafeltjes
ter weerszijden van de zaal geschikt en nart1
the great attraction voor vele bezoekers vaO
het feest een aanvang. Onder de opwek'
kende toonen van Blokland's orkest, dat de
feestviering opluisterde, en onder leiding vart
den heer W. Koning, werden de verschillende
dansen uitgevoerd, bij wijlen door het optre
den van den heer en mej. Boesnach onder
broken. De uitvoering van dit gedeelte vart
het program, waarin ook een feest marsch
en een stoelengalop met prijs en premie,
uitsluitend voor de leden met één dame, wag
opgenomen, hield de teestgenooten nog langert
tijd gezellig bijeen. Zeer aardig werden de
verschillende programnummers afgewisseld
door het zingen van geestige liedjes uit den
feestbundel, die de opgewektte stemming niet
weinig verhoogden. Het was zeer laat, toert
de feestviering met het zingen van het af
scheidslied en het slotwoord van den geachtert
president besloten werd. Maar onder de
genotvolle uitvoering van het zeer gevat ieerd
program was die lange tijd nauw merkbaar
voorbijgegaan. De feestgenooten scheidden
dan ook in de opgewektste stemming. Zoowel
bij Adelphismus' leden als bij hare genoodig
den zal dit achtste kopperfeest voorzeker
nog lang in aangename herinnering blijven.
Schiedam, 18 Januari 1892.
Hoewel in onze gemeente tot lieden
nog slechts betrekkelijk weinige gevallen
van influenza voorkomen, doet het hevig
woeden dier ziekte in andere plaatsen vree
zen, dat zij zich ook hier eerlang tot eene
epidemie zal uitbreiden. De katholieke gees
telijkheid dezer stad heeft het daarom noo
dig geoordeeld om openbare gebeden tot
afwending dier ramp voor te schrijven. He
den zal in al onze kerken eene Novene wor
den begonnen, om door de voorspraak van
onze patrones, de II. Liduina, van de heer-
schende ziekte bevrijd te blijven.
Met leedwezen vernemen wij, dat de wel-
eerw. pater J. P. G. Brouwer, door zijne
Het monsterachtige dier naderde, nog
schrikwekkender in de maneschijn met zijn
geweldige pooten en de reusachtige schaduvv
welke het afwerp. Zijn witte nekharen sta
ken scherp af bij zijn zwarten pels.
De beer besnuffelde bedaard de oveiblijf-
sels van zijn slachtoffer en wilde juist zijn
maal beginnen, toen Horia te voorschijn
sprong en hem met zijn bijl een slag in den
nek toebracht. De slag, gedeeltelijk door het
dikke haar gebroken, was nochthans door de
huid gedrongen.
Het woedende dier ging op zijn achter-
pooten staan, en kwam boven den jongen
uit, die twee schreden terug sprong, om dit
maal beter te kunnen treffen.
Toen de beer naar hem toe kwam, hieu\v
hij het dier in den linkerpoot. Het razende
beest greep zijn aanvaller vast, die ondanks
de deken in de geweldige omarming de been
deren van zijn linkerarm voelde kraken Hij
bleef evenwel zijne oogen op den beer ge
vestigd houden. Deze hief zijn poot op, otrt
hem te scalpeeren, de gewone eerste bewe
ging van de beren, die altijd de huid vart
een mensch van den schedel rukken, om die
over het gelaat te slaan. Maar hij trof
slechts de viltmutsen. Horia dook snel om
laag 1 De beer verloor zijn evenwicht en
rolde over den grond, bloedende uit zijn eene