Bmnenlandsche Berichten.
BIJVOEGSEL
behoorende bij de
van 1 en 2 Mei 1892.
Circulaire van het Hoofdcomité der
Nederlandschg Veref.niging
»HET ROODE KRUIS"
van 27 Januari 1892.
Gaarne voldoen wij aan het verzoek om
e onderstaande stukken op te nemen,
^baaruit zal het onzen lezers blijken, dat de
L^derlandsche Vereeniging van het Roode
'lis in vredestijd niet de handen in haar
JJhoot legt, maar zich voorbereidt om
Jhöcht het onverhoopt noodig wezen hare
°eping des te beter te vervullen, en dat zij
a het algemeen zieken in de gelegenheid
Venscht te stellen om van hare werkzaam-
'eid op het gebied van ziekenverpleging
°ordeel te hebben.
"ij mogen hieraan toevoegen, dat de Voor-
l'ber van het Mannen-Comité van het Roode
jWuis alhier, de WelEdel. ZeerGeleerde Heer
G. J. Vaillant, zich met de meeste wel-
'Hendheid bereid heeft verklaard in
entingen te verstrekken over de in vol
ronde stukken behandelde onderwerpen.
de algemeene Vergadering van den
'sten October 1887 werd in beginsel be
goten tot het opleiden van pleegzusters van
et Roode Kruis. Deze zouden in tijd van
'ede werkzaam zijn in eene der voor dat
°e' beschikbare inrichtingen voor zieken-
erpleging hier te lande, volgens aanwijzing
a" het Hoofd Comité. Zij zouden daar voor
SjPleging bij particulieren beschikbaar zijn.
de algemeene Vergadering van 27 Sep-
etnber 1889 kon worden medegedeeld, dat
eeds leerling-pleegzusters in het ziekenhuis
6 Rotterdam werden opgeleid. Deze werden,
a'lat haar een diploma was uitgereikt, zeer
©1 willend, opgenomen in de inrichting van
Ae Vereeniging voor Ziekenverpleging te
'''sterdam.
Het bleek echter weldra, dat daardoor het
e' band met het Roode Kruis meer en meer
orloren ging. Daarom werd uitgezien naar
j andere gelegenheid. Deze werd gevonden
j bet Ziekenhuis te Rotterdam. Daar zouden
(,e Pleegzusters van het Roode Kruis, onder
v6 'eiding eener directrice, beschikbaar zijn
jO°r verpleging bij particulierenterwijl het
j.(Hterdamsche Comité de regeling en de
^"cieele verantwoordelijkheid met bijzon-
Jje bereidvaardigheid op zich nam.
y. 'hans is deze zaak zoover gevorderd, dat
Ij^gzusters kunnen worden uitgezonden.
te ^tengevolge hebben wij de eer U hierbij
doen toekomen een afdruk van de voor-
(jftarden, waarop, door tusschenkomst van
K(, .Comité's, pleegzusters van het Roode
r 'Jls hulp kunnen verleenen bij particulie-
door het geheele land.
K0 aar het aantal pleegzusters van het
z0o e Kruis thans nog beperkt is tot zes,
ky za' voorloopig niet aan alle aanvragen
Oen worden voldaan.
"itb ®te"e" °ns echter voor aan dit getal
ee t6'ding te geven, om meer en meer in
bestaande behoefte te kunnen voorzien.
W0r^ v°orwaarden moeten als voorloopig
gen beschouwd. Daarom zal het ons aan-
de2gan? zijn van U te mogen vernemen of
\Vor(i.ri'euwe werkkring van het Roode Kruis
gen °P PrÜs gesteld, en welke verbeterin-
aan ,U' daarin na twee jaren zouden zijn
To? KrenSen-
Pen welslagen der onderneming roe-
erwiiV! ^we welwillende medewerking in,
reid Comité te Rotterdam gaarne be-
gevenls' Zo° noodig, nadere inlichtingen te
^Rarde eerdere exemplaren van de voor-
hesCk;iof van de model-aanvragen zijn
'RKbaar bij
het Hoofd-Comité voornoemd
•J1- G. Baron VAN HARDENBROEK
V^N BERGAMBACHT, Voorzitter.
r' R- CARSTENS, Secretaris.
VOORWAARDEN waarop het Rotter-
damsch Comité van het Roode Kruis,
in overleg met het Hoofd-Comité, be
reid is in lijd van vrede hulp te
verleenen bij het verplegen van zieken,
door het zenden van pleegzusters aan
particulieren.
Art. 1. De pleegzusters van het Roode
Kruis, gevestigd in het Ziekenhuis aan den
Coolsingel te Rotterdam, kunnen tot boven
genoemd doel door het geheele land worden
uitgezonden.
Art. 2. Ieder, die de hulp van eene pleeg
zuster bij het verplegen van een zieke ver
langt, moet zich met zijn verzoek wenden
tot het Comité van het Roode Kruis, dat op
de plaats zijner woning gevestigd is, ot, in
dien op deze plaats geen Comité is geves
tigd, tot het naastbij gevestigde Comité van
het Roode Kruis.
Art. 3. Indien het Comité, bij hetwelk
de aanvrage is ingekomen, zich na onder
zoek overtuigd heeft dat er voor deze aan
vrage goede redenen bestaan, verschaft het
zich een verklaring, volgens voorgeschreven
model, van den geneesheer, die den zieke
behandelt.
Art. 4. Onder overlegging dezer verkla
ring kan het Comité eene pleegzuster vragen
aan het Comité te Rotterdam, adresZie
kenhuis aan den Coolsingel.
Art. 5. Het Comité, voor 't welk op zijne
aanvrage eene pleegzuster is beschikbaar
gesteld, wordt geacht de verplichting op zich
te nemen, met bereidvaardigheid de pleeg
zuster raad te geven en steun te verleenen
en tevens een wakend oog te houden op
hare plichtsbetrachting.
Art. 6. Na afloop der verpleging deelt
het Comité hierover zijne opmerkingen mede
aan het Comité te Rotterdam, met hetwelk
ook gedurende de verpleging van gedachten
kan worden gewisseld.
Art. 7. In den regel wordt voor denzelf
den zieke niet langer dan zes weken eene
verpleegster beschikbaar gesteld. Het Comité
te Rotterdam is altijd bevoegd de pleeg
zuster terug te roepen. Indien dit vroeger
geschiedt dan me* de meening van het
Comité, voor 't welk de pleegzuster werk
zaam is, overeenstemt, geschiedt de terug
roeping onder mededeeling van de redenen,
welke tot dit besluit voerden.
Art. 8. De verpleging wordt verleend óf
alleen bij dag, öf alleen bij nacht, öf als
doorloopende verpleging. Eene verpleging
bij dag kan duren van 's morgens negen tot
's avonds negen uur, een verpleging bij nacht
kan zich uitstrekken van 's avonds negen uur
tot 's morgens negen uur. Gedeelten van
dag- of nacht verpleging worden als een ge
heel berekend. Dag- of nachtverpleging wordt
alleen verstrekt binnen de gemeente Rotter
dam. Bij doorloopende verpleging moet
de pleegzuster acht uren van het etmaal
buiten de ziekenkamer rust nemen. Zij mag
van dit gebod niet afwijken en het Comité
ziet toe dat haar daartoe de gelegenheid
worde verschaft. Ook wordt zij in staat
gesteld zooveel mogelijk dagelijks de vrije
lucht te genieten door een wandeling te
maken.
Art. 9. Bij langdurige nachtverpleging
moet de pleegzuster eenmaal 's weeks een
nacht in het ziekenhuis rust genieten.
Art. 10. Terwijl de pleegzuster geen
werk mag verrichten buiten de ziekenkamer,
is haar taak om in de ziekenkamer alles te
doen, wat met een verstandige opvatting van
ziekenverpleging kan in verband gebracht
worden.
Art. 11. Eene pleegzuster mag geen ge
schenken of belooningen aannemen. Is men
er op gesteld zijne tevredenheid over de
verpleging in dien vorm uit te drukken, dan
kan men zulks doen door het toegedachte
aan den penningmeester van het Rotterdam-
sche Comité te zenden, die het gezondene
ten bate dier pleegzuster administreeren zal.
Nimmer mag dit echter geschieden, voordat
de verpleging is afgeloopen.
Art. 12. De kosten van verpleging zijn
Tarief A. Tarief B. TaiiefC.
voor dagverpleging f2.50 f2.— fl. -
nachtverpleging -3.— -2.50 -150
t> doorloop, verpleg. - 4. - 3. -1.50
per etmaal.
Indien, zonder verpleging, alleen voor een
gewichtige operatie, de hulp eener pleegzus
ter wordt ingeroepen, kan tot f 10.— wor
den in rekening gebracht.
Art. 13. De dag van de aankomst der
pleegzuster wordt in rekening gebrachtdie
van vertrek niet, indien zij 's morgens vóór
tjen uur is vertrokken. Reiskosten worden
vergoed.
Art. 14. Aan het eind van elke maand,
of zooveel vroeger als de verpleging is af
geloopen, wordt het bedrag der verpleeg-
gelden (en reiskosten) betaald.
Art. 15. Het Comité, door 't welk de
pleegzuster wordt aangevraagd, bepaalt te
vens welk tarief der verpleeggelden zal ge
volgd worden. Het stelt zich borg voor de
betaling der verpleeggelden naar het gekozen
tarief en der reiskosten.
Art. 16. Deze voorwaarden worden uiter
lijk 1 October 1893 herzien.
Aldus vastgesteld in de vergadering
van Januari 1892.
Het Bestuur van het Mannen-Comité van
het Roode Kruis, te Rotterdam.
E. L. JACOBSON Lzn., Voorzitter.
F. KOCH Jr Secretaris.
P. R. MEES, Penningmeester.
(Vervolg.)
De Minister van Waterstaat heert te ken-
ken gegeven, dat de vermelding op het adres
van den naam en de woonplaats des afzenders
te gelijk met den naam en de woonplaats van
den geadresseerde, vooral met het oog op de
zoogenaamde nieuwjaarkaarten, die bij dui
zendtallen ter post komen, tot velerlei misvat
ting aanleiding geeft, en een goede expeditie
belemmert, zoodat het zeer wenschelijk is, dat
althans de dikwijls zeer onduidelijke schrif
telijke vermelding van den naam en de woon
plaats des afzenders op de adreszijde der
kaarten achterwege blijve; maar dat de
gedrukte opgave van een en ander voor den
dienst geen bezwaar oplevert.
Men schrijft aan het Dbl. v. Ned.Alweer
een nieuwe kommandant van de stelling van
Amsterdam, het reduit onzer verdediging,
het laatste bolwerk, zooals het wel eens
wordt genoemd. Generaal Baud, Den Beer
Poortugael. v. Teyelingen, Bergansius, "Van
Marie, in welk kort tijdsverloop hebben zij
elkaar niet opgevolgd! De stelling van de
Willemstad, in welk betrekkelijk kort tijds
verloop wisselde die niet van kommandant,
terwijl de titularis, die er nu voor genoemd
wordt, tevens alweer de aangewezen persoon
voor vervanger van den kommandant der
bereden artillerie heet te zijn. Wij zien het,
maar doorgronden het niet.
Pokken
Ook in Noord-Brabant bestaat gevaar, dat
de pokziekte zich zal uitbreiden. Dezer da
gen zijn 2 gevallen van pokken voorgekomen
bij een gezin te St. Agatha, gemeente Kuik,
waarvan een der leden zich had opgehouden
in een door pokken besmet huis te Haps.
In laatstgenoemde gemeente zijn in den
laatsten tijd zes gevallen van pokken voor
gekomen, die gelukkig van goedaardigen aard
waren.
Zooals wij indertijd hebben medegedeeld,
is de anarchist Ravachol, wiens proces thans
voor het hof van assisen der Seine is behan
deld afkomstig uit de gemeente Heerlen.
Minder bekend evenwel zal het zijn, dat
een van de leden van zijn familiestam, nl.
de grootvader van Koenigstein, den vader
van Ravachol, deel heeft uitgemaakt van de
bende der Bokkenrijders. Dit is evenwel het
gevalvolgens de archieven werden Hendrik
Koeningstein, volgens anderen Koenigstein,
wonende te Meersen, pachter van den Graaf
van Oensel, en zijn zoon Lodewijk Hendrik