GEMENGDE BERICHTEN.
?tr 'Se« avond gevallen lichte regenbui de
aten en wegen ietwat van het stolïerige
<jeren ontdaan, begonnen of liever werden
te«stelijkheden te Kevelaer in den vroegen
0rgen van den len Juni reeds te 4 uur voort-
Set met het spelen der muziek bij de Ge-
^ekapel.
si t,en ure lubden weder de klokken, welke
b reeds des Zondags, Maandags en Dinsdags
?Jge malen feestelijk hadden doen hooren.
*anaf 5 uur tot ongeveer 8 uur in den
i 0rgen werden in de Mariakerk, de groote
Ij Pfil, de biechtkapel, de parochiekerk en in
v hospitaal de HH. Missen gelezen, door de
Schillende beeren geestelijken, den dag te
So of reeds vroeger aangekomen,
he halt negen werd de Mariakerk ontruimd
J1 de deuren gesloten, teneinde aan den stoet
le6 het Genadebeeld uit de kapel zou afha-
n en in de genoemde kerk brengen, gele-
gbheid te geven zich op te stellen en on-
q 'dnderd uit de kerk te kunnen trekken.
0P(lat de stoet zich buiten het kerkgebouw
vrijelijk zou kunnen bewegen, hadden
J! verschillende broederschappen den weg
gebakend door middel van palen, waarlangs
Owen waren gespannen. De stoet bevatte
(je" talrijke schaar van geestelijken, waaron-
®r vooral de bisschop van Munster in groot
tjOaat, de aartsbisschoppen van Keulen en
h ''echt en de bisschoppen van Trier en
Vermond.
Uit de kerk gaande, trok de processie rechts
bi de groote kapel en links terugkomende
naar de Genadekapel, waar de pastoor van
fivelaer het Genadebeeld uit de nis haalde
het den vier priesters, dragers van den troon-
''«Uel, overreikte. Daarna trok men weder
"bir de kerk terug. Gedurende dezen omgang
heelde de muziek, die aan den voet kerk
Ss opgesteld. Op het oogenblik dat het
0e®ld uit de nis werd genomen, klonken de
ons zoo welbekende toonen van het
j ees gegroet op kindertoon, en velen uit
menigte paarden aan de muziek hun
b'tsch gezang.
voen de stoet weder behoorlijk in de kerk
a,as teruggekeerd en de priesters op het
j taar hadden plaats genomen, werd de toegang
h de kerk voor ieder die er kans toezag
in te komen, geopend. In minder
bn tien minuten werd de kerk met een
s hzaglijke menschenmassa gevuld. Men
Preekt van 5 a 6000 personen, maar een even
F?°t getal zag zich teleurgesteld en moest
bjten blijven staan.
^oodra de noodige stilte was ingetreden,
Inklom de vicaris-generaal van het bisdom
pboster den kansel en las de oorkonde of het
^Uselijk schrijven voor, waarin Z. H. gelastte
beeld op dezen dag uit Zijnen naam te
^°°nen met een gouden kroon. De kroon
gbrd daarop door den Bisschop van Munster
{j Urimiddelijk daarna nam de pontificale
een aanvang, welke door den Aarts-
Vvfi:ch°P van Keulen werd gecelebreerd. Er
bh een zgn. muziekmis uitgevoerd, waarbij
2angkoor door een koor van jongensstem-
Y Werd geassisteerd,
hij het H. Evangelie betrad mgr. Korum,
s_^chop van Trier, het spreekgestoelte en
Scf, rehden de anderwees vooral be-
b|0e'('en. En inderdaad, zoo de baron de
«0 Verwantschap tusschen Jean de Maule
bo0 ZlJn luitenant had gekend, dan was alle
lm °m ^em redden, ydel.
hoorde men de schoten reeds
bflt ®n de baron, een bekwaam krijgsman,
v6r(j helde al zijn talent om de stad te
hoelvi Sen j Bertrand, streed onvermoeid en
j|eedig aan zijn zijde, als een man, die
Mon,, °°d niet vreest. De uitslag was dat
Uc met groot verlies van manschappen
I(1 ^geslagen.
eh st 00genblikken van wanorde, die op
hoof) 'Jd volgden, terwijl de belegerden hun
l? de 611 gehwetsten telden, en de bressen
Vtr tallen herstelden, naderde de kapitein
ïfj'''h> en drukte hem de hand.
»gij |lpfan^ he Maule," zeide hij tot hem,
b.' gestreden als dapper Hugenoot
f^b straf' d-f hand en vergeet mijn woede
Ik S on8e'yh gehad u te verden
kt w'' ..mijn misslag herstellen door u
/a§en .Vaa.r.'i)he en moeilijke zending op te
^rtrg^ "U moet het kamp van Montluc
en om Montauban een missive
hield een indrukwekkende rede naar aanleiding
van de woorden uit het Hoogliedkom af van
den Libanon ik zal u kronen met een gouden
kroon.
Gedurende deze rede heerschte een dood-
sche stilte onder de talrijke schare, die daar
vast aaneengedrongen stond als een muur.
Men hing als 't ware aan de lippen van den
gewijden spreker, die in niet weer te geven
woorden de grootheid van dezen dag, de
ootmoedigheid van Maria hier op aarde en
Hare groote verhevenheid in den hemel
schetste en ons voor oogen stelde de almacht
van God, die uit het kleine het groote het
verhevene weet voort te brengen gelijk wij
zien in de Allerh. Maagd, die gedurende
Haar leven niets dan lijden en smarten heeft
gekend en die zelf vrijwillig met Haren zoon
op dien kruisweg al Zijn lijden heeft willen
deelen. Maar daarom dan ook gaf de Heiland,
hangende aan Zijn kruis, ons inden persoon
van Joannes aan Maria als Hare kinderen
en werd zij voor ons eene moeder.
En dat zij eene uitnemende, eene nooit ge
noeg te roemen moeder is, tot wie allen, in
't bijzonder de moede en afgematte, door
smart en lijden ter neer gedrukte pelgrim,
zijn toevlucht nemen kan, dat leert ons zoo
wel de geschiedenis, als de vele wonderen,
welke God op Hare voorspraak te Kevelaer
heeft gewrocht.
Na ons Maria te hebben getoond als een
voorbeeld van onderwerping aan Gods H. Wil,
als een voorbeeld vooral in onze dagen, r.u
de geest van ontevredenheid steeds meer en
meer aangroeit, en zoovelen met hun stand
ontevreden, al hooger en hooger willen klim
men, spoorde de gevierde redenaar ten slotte
allen aan, steeds en ten allen tijde tot Haar
onze toevlucht te nemen, en Hare genade
af te bidden, want indien wij Maria niet
vergeten, dan zal en kan Zij ook ons niet
vergeten. Zij is de magneet, die allen tot
zich trekt, om ze vervolgens tot Haren Zoon
te brengen.
Nadat mgr. Korum ongeveer aldus zijn
rede ten einde had gebracht, werd de H. Mis
voortgezet, die circa halt tien begonnen, ten
kwart voor twaalven eindigde.
Onmiddellijk na de H. Mis werd het Ge
nadebeeld door den Bisschop van Munster
gekroond, en trok men in processie door
Kevelaer's rijk versierde straten.
In dezen stoet waren aanwezig de 5 reeds
genoemde bisschoppen, vertegenwoordigers
van verschillende kloosterorden, en andere
heeren geestelijken, ten getale van omstreeks
250, alsmede 17 Malthezerridders, in hunne
prachtige, rijk met goud bewerkte unifor
men.
Deze stoet, welke ongeveer een kwartier
tijds noodig had om voorbij te trekken, had
ten één ure ongeveer hare taak volbracht,
toen het gekroonde Genadebeeld in de nis
was gezet, en de bisschoppen naar het kloos
ter waren geleid.
De plechtige bisschopswijding van denhoog-
eerw. heer Van de Ven, te's-Hertogenboseh,
is bepaald op 29 Juni in het groot seminarie
te Haren.
te bezorgen. Kan ik op u rekenen
Dat kunt gij, kapiteinslechts eenige
minuten om mij gereed te maken, dan ben
ik tot uwe orders.
Goed
Bij God, heer luitenant, Montluc zal
zich de nederlaag herinneren, die hij gele
den heeft. Nu, gaat u gereedmaken, intus-
schen zal ik de dépêche schrijven."
Bertrand verwijderde zich maar in plaats
zich naar zijne woning te begeven, liep hij
ijlings naar de gevangenis. Larchaux leidde
hem binnen.
Jean was bleek, niet uit vrees voor den
dood, maar van bedroefdheid, dat hij niet
eerst zijne moeder kon gaan omhelzen, al
vorens hij gevonnist zou worden.
Maak de ketens los," zei Bertrand tot
Larchaux. De soldaat gehoorzaamde.
»En nu broeder, moet gij vertrekken
Gij moet vluchten, of het is met u gedaan.
Ik vertrek niet, Bertrand. antwoordde
Jean kalm.
Wilt gij dan sterven, ongelukkig kind
Ik verkies mijn dood boven den uwe
Hoe?
Den 2den Pinksterdag zal de zeereerw.
heer P. C. Th. Malingré, deken en pastoor
te Gouda, zijn veertigjarig priesterfeest vieren.
Vele toebereidsels worden reeds gemaakt,
zoodat de bewijzen van belangstelling en
sympathie voor den hooggeachten jubilaris
dien dag zeer talrijk zullen zijn.
In den nacht van Dinsdag op Woensdag,
even na middernacht, is de bliksem geslagen
in het logement van de wed. De Haan te
Bakkeveen (Fr.). Het pand is geheel uitge
brand. Ook is eene vrij belangrijke som aan
bankbiljetten verloren gegaan.
Op de onlangs te Leeuwen nieuwge
bouwde werf voor ijzeren schepen van den
heer Meijer zullen eerlang, bij gebrek aan
werk, de meeste werklieden worden ontslagen,
als een gevolg van de lage vrachten, welke
de schippers kunnen bedingen. Twee schepen,
welke op de Leeuwensche werf besteld waren,
zijn tengevolge daarvan weder afbesteld.
Bij het onweder van Dinsdagavond schrikte
het paard van den heer Fop Van den Berg,
rijtuigverhuurder te IJselmonde, van het
schelle licht van den bliksem en ging er met
het rijtuig en zijne passagiers van door. Mej.
Theunissen en hare dochter, die van het
station van de Staatsspoor waren afgehaald,
zaten er in, en zijn er uitgevallen of uitge
sprongen, waarbij de moeder een been brak
en de dochter in het water terecht kwam,
die intijds gered werd. Het rijtuig is slechts
weinig beschadigd.
Van de bekende Romeinsche brug, in het
Valterveen gelegen, is thans, na vele vergeef-
sche pogingen, een gedeelte opgenomen en
naar het rijksmuseum te Leiden verzonden.
De toestand van het hout waaruit die brug
is samengesteld, was echter zoodanig, dat
het niet mogelijk was, een gaaf gedeelte op
te delven, zoodat, ook nadat het aan den in
vloed der lucht was blootgesteld geweest,
het hout nog zoo broos was, dat het in zijn
geheele samenstelling aan ander hout is be
vestigd. Het gedeelte dat naar genoemd
museum is overgebracht, heeft eene grootte
van 2M3.
Volgens De Echo heeft de vader van den
knaap, die in de Tweede Spaarndammerstraat
te Amsterdam in een kast onder een goot
steen is opgesloten geweest, den jongen
gisteren-middag naar het gebouw voor dak-
loozen van het »Leger des Heils" gebracht
kapitein Duitz Wesseling nam hem op, maakte
Deze soldaat heeft mij alles verteld
de woede van den tijger was op uw hoofd
nedergedaald, arme Bertrand Ik vermoedde
het, daarom ben ik teruggekeerd en nu
wil ik niet meer heengaan, want ik begrijp
uwe edelmoedige zelfopoffering.
Jeanhet gevaar dat ik loop, is zoo
groot nietVerlaat deze stad, nu het nog
tijd is Denk aan het verdriet onzer arme
moeder
O, Bertrand spreek dat woord niet uit
alleen de gedachte aan haar zou mij verhin
deren te sterven, zooals een de Maule be
taamt. Jean was zichtbaar bewogen, en
heete tranen rolden over zijne wangen.
Gij zult haar vertellen want zij zal u
vergiffenis schenken, als zij weet wat ge
voor mij gedaan hebt gij zult haar ver
tellen dat ik strijdende op het bed
van eer ben gesneuveld Maar, ik be
zweer uspreek haar niet van een beul,
voegde hij er bij.
Neen, neen 1 bij den eeuwigen God
dat zal nimmer gebeuren Gij vertrekt
onmiddellijk ik gebied het je.
Wordt vervolgd.)