10
Ingezonden.
BIJVOEGSEL
Branderijen in Limburg.
van 17 en 18 Juli 1892.
GEMENGDE BERICHTEN.
behoorende bij de
Op verzoek van den geachten inzender
nemen wij het volgende artikel over uit den
Limburger Koerier.
(I n g e z o n den.)
Mijnheer de Redacteur.
Voor dit vervolg op mijn vorig schrijven,
waarin ik de wet op het gedistilleerd als-
verouderd brandmerkte, vraag ik nogmaals
de gastvrijheid in uw veelgelezen blad. Ik
heb gezegd, dat de wet verouderd is ik zal
dit trachten te bewijzen uit hare toepassing.
De verhooging van den accijns op het ge
distilleerd in verband brengende met de
verandering der wet, veroorloof ik mij vooraf
eenige aanmerkingen, waarom onze wetge
vers die verhooging niet moeten aan
nemen.
Te wiens laste zullen de 3 gulden ver
hooging van den accijns komen Indien de
consument die betaalt, heb ik er niets op
tegen. Doch hij is het nietdit vermeen
ik te kunnen bewijzen. De brander is het
ook niet, want hij verkoopt zijn product met
overschrijving van accijns aan den distilla
teur. De distillateur is het evenmin, want
wanneer hij ook al gedistilleerd aflevert,
waarvan hij den accijns voorschiet, dan brengt
hij dezen accijns ten volle in rekening. Neen
door 't geringe bedrag dier verhooging be
taalt die niemand anders dan de tapper of
slijter. Want, doordien 't slechts 3 gulden
per 100 liters zijn, treft ieder borreltje daar
van 12/100 cents. Deze geringe verhooging
kan dus geen kastelein doen besluiten, zijn
glaasje duurder te verkoopen. Ergo het is
de slijter, die de verhooging van accijns be
talen zal.
Nu kan men tegenwerpen, dat de slijter
bij een hectoliter voor drie gulden water
kan bijdoen. Dit is veel gemakkelijker ge
zegd dan gedaan. Eerstens omdat zich alle
gedistilleerd daartoe niet eigent en tweedens
zou men, om de drie gulden uit te winnen,
vijf liters water moeten toevoegen, eene
hoeveelheid, waarmede men fatsoen'ijke
jenever zoodanig zou verslappen, dat zij niet
meer smakelijk zou zijn. Buitendien ver
liest men uit het oog, dat alle kasteleins,
die hunne zaak verstaan, de jenever al reeds
zoo slap verkocht hebben als maar eenigs-
zins mogelijk was,
De wetgevers moeten dien last wederom
niet doen drukken op de kasteleins. Dat
zij niet vergeten, dat de verkoopers van
sterken drank voor eenige jaren reeds een
mooi cadeautje gekregen hebben onder den
vorm van een jaarlijks te betalen vergun
ningsrecht.
De wetgevers moeten verder de verhoo
ging van accijns weigeren, om het gouver
nement te dwingen eene nieuwe wet te
maken op het gedistilleerd en de brande
rijen. Dat dan pas door meerdere opbrengst
van het gedistilleerd een equivalent gevon
den worde.
Onze accijnswetten zijn nu bijna alle vol
gens den geest onzer eeuw, volgens den
geest van vrijheid, waarop wjj Nederlanders
ons beroemen. De accijnswetten op wijn,
bier en azijn kunnen niet verbeterd worden
de zoutaccijnswet wordt nu in denzelfden
geest gewijzigd aan het geslacht zou nog
wat te veranderen zijndoch de wet op
het gedistilleerd is zoo schandelijk verouderd,
dat ik niet begrijpen kan, dat niet al lang
Werk gemaak is om ze te verbeteren.
Ons, Limburgschen branders, die voor den
landbouw werken, ons werden bij het in
werking treden der wet van 1862 overmaten
gegeven, toegestaan, zonder welke wij onmo
gelijk bestaan kpnden. Wij zijn dus verplicht
te sluiten of te traudeeren (zoo noemt het
11 u de administratie). Is het geen schande,
dat door onverstandige ambtenaren de meest
onkiesche middelen aangewend worden, om
die overmaten niet alleen te achterhalen,
maar ons daarvoor nog te bekeuren, ons als
dieven voor de rechtbank te sleepen, en ons
op boeten te jagen, welke onmogelijk in eene
branderij te verdienen zijn.
De middelen, daartoe gebezigd, zijnOm-
koopen van knechts, voor wier daden men
volgens de algemeene wet aansprakelijk is.
Omkoopen van buren; hierdoor cultiveert
men verraders, zet den eenen burger tegen
den anderen op, en onteert hen levenslang.
Zich verlagen tot vermommingen. Over
vreemde panden insluipen bij nacht en ontij-
den en zich schuilhouden. liet gebruik maken
van valsche sleutels en passe-partout's, en
nog honderd andere middelen meer, welke
eene deftige administratie onwaardig zijn.
Ergerlijke handelingen, als bovengenoemde,
mogen in het vrije, bezadigde Nederland niet
voorkomen, en zij alleen moesten spoorslag
genoeg wezen om de wet op het gedistilleerd
te veranderen.
Een ander prachtig middel van controle
in onze tegenwoordige wet zijn de peilingen.
De peilingen in branderijen en distilleer
derijen zouden alleen moeten dienen om de
rekening jaarlijks met den heer ontvanger
af te sluiten. Zoo worden zij althans be
noorden den Moerdijk toegepast. Hier in
Limburg worden ze misbruikt om in de bran
derijen de overmaten te achterhalen, en in
de distilleerderijen de aan den distillateur
rechtmatig toekomende kortingen af te nemen
verder om bekeuringen uit te lokken wegens
overmaten buiten toegelaten speling, enz.
enz. In het Noorden peilt men zelden in
branderijen of distillleerderijen tweemaal in
het jaar, hier soms 2 en 3 maal per dag.
Een onderdeel der voornoemde peilingen
zijn die der tapperijen, slijterijen, enz. Eene
heerlijke tijdverspillerij, zoowel voor de be
dienaars van den fiscus als voor den nering
doende, welke voor die niets uitwerkende
wetsbepaling altijd au qui vive moet staan,
om den ambtenaren, wanneer zij het goed
vinden, al het gedistilleerd, in zijne panden
voorhanden, aan te wijzen.
De slijterijen en tapperijen, welke zich in
omtrekken van branderijen of op de eerste
en tweede linie bevinden, zijn aan peiling
onderworpen. Heel Limburg dus, en alhoe
wel de wet slechts ééne peiling in de maand
verlangt, komt men hier soms 2 en 3 maal
per dag een neringdoende met dat nutteloos
en doelloos werk vervelen.
Maar, fiscus, mag ik u de vraag stellen,
waarom in Rotterdam niet gepeild wordt
Daar liggen de tapperijen en slijterijen toch
ook in omtrekken van branderijen
Op grond van het voorrecht, hetwelk Rot
terdam geniet, wensch ik voor Limburg af
schaffing der peilingen, daar immers alle
Nederlanders gelijk zijn voor de wet; aan
gezien de peilingen een onverdragelijke last
zijn en dat men deze in het Noorden niet
toepast, vorderen wij, Limburgers, datzelfde
privilege.
Den persoon, die mij duidelijk kan maken,
welk nut de peilingen hebben, zou ik wel
willen kennen, hij zou mij een dienst bewij
zen met mij voor te lichten. Ik stel hem
de vragen»Belet peiling fraude en »zoo
niet, waartoe dient ze dan
Het is dus geen middel van controle, het
is eene tijdverspillerij, het is een ellendig
middel om inbreuk te maken op de vrijheid
van ons domicilie, de eerste en voornaamste
der vrijheden, waarop wij Nederlanders zoo
trotsch zijn.
Het derde punt, hetwelk in de tegenwoor
dige wet voor herziening Tatbaar is, is het
ellendige documentenstelsel. Wat een ar
beid wordt verplichtwat een tijd wordt
verloren zoowel van den kant der adminis
tratie als van hen die handel drijven in ge
distilleerd, om aan de versleten wet te vol
doen.
Vervoer van meer dan ééne kan gedistil
leerd zonder bijgaand document is in Neder
land verboden 1
Alweer mijne vraag of dit de fraude be
let Neen het belet ze niet maar hindert
ze toch. Het maakt de fraude moeielijk en
geefc aanleiding tot andere misbruiken, zoo
als het uitdragen per liter door een heirle-
ger van niet schoolgaande kinderen.
Men moet de fraude op deze manier niet
trachten te beletten het gouvernement moet
zorg dragen dat al het gedistilleerd vrijelijk
kan vervoerd worden, het moet de wet zoo
danig maken dat de jenever verantwoord is
alvorens zij de branderijen verlaat.
Waarom zou men voor de jenever niet de
zelfde wettelijke bepalingen kunnen maken
als voor bier, wijn, suiker en azijn en welke
men nu zal stemmen voor zout
Met genoegen ziet men het gouvernement
afgaan van het oude stelsel en wetten ma
ken volgens de eischen des tijds.
Het gouvernement moet fabrikatie en fa
brikant meer vrijheid geven, en den handel
hoegenaamd niet belemmeren. Het gouver
nement moet doen als België, Duitschland
en andere staten het moet zich zeggen dat
het zooveel millioenen hebben moet van het
gedistilleerd, en zich voor het overige niet
inlaten met de onderlinge concurrentie der
branders.
Mocht het peil- en documentenstelsel af
geschaft worden, zoo zal op het personeel
der administratie ook eene belangrijke be
zuiniging kunnen worden gemaakt.
Handel en industrie zullen ten zeerste ge
baat worden met de afschaffing van dit
stelsel.
De in Limburg bestaande walgelijke toe
stand, waar broeders van hetzelfde vaderland
in twee kampen tegenover elkander staan,
zal ophoudengedaan zal 't wezen met die
onteerende bekeuringen, onteerend zoowel
voor die ze maakten als die ze ontvingen en
de kleine branderijen, waar handel, nijver
heid en landbouw zooveel belang bij hebben,
zullen wederom verrijzen en in dubbele mate
ten goede komen aan de schatkist.
U dankend voor de verleende ruimte enz.,
Const. Marres.
(Buiten verantwoordelijkheid
der Redactie.)
Mijnheer de Redacteur.
In de Nieuwe Sclüed. Courant van 15 Juli
staat een bericht betreffende de werf van
den heer Den Houting. Tot mijn spijt moet
ik steller dezes op eene kleine vergissing op
merkzaam maken
lo. Is het niet de firma Den Houting doch
alleen de heer A. den Houting.
2o. de helling is niet op initiatief van
den heer J. van Deventer, civiel-expert, ge
maakt, doch alleen door mij ontworpen en
daargesteld.
Dankend voor de verleende plaatsruimte
Hoogachtend,
UEd. Dv. Dienaar,
A. DEN HOUTING.
Wij kunnen den geachten inzender in ant
woord op zijne opmerkingen mededeelen, dat
wij meenden ons bericht van zoo nabij en
uit zoo vertrouwbare bron te ontleenen, dat
verder onderzoek wel onr.oodig was, zoodat
wij in dit geval in strijd met onze gewoonte
geen nadere inlichtingen hebben ingewonnen.
Red. N. Sch-. Crt.
Mijnheer de Redacteur.
In de N. R. Ct. van 14 dezer, lees ik,
dat men de vele gevallen van cholerine, die
zich in de voorsteden van Parijs voordoen
toeschrijft aan den invloed van het verpeste
Seinewater. Naar men zegt, is. ook in onze
gemeente, deze week een geval van chole
rine met doodelijken afloop voorgekomen.
Nu wil ik geen gevolgtrekkingen maken,
maar ik denk, dat Onze overheid, inplaats
van ons telkens nieuwe belastingen op te
leggen, wel zorgen mocht, dat wij eindelijk
eens van het verpeste Schiewater werden
verlost.
Onder dankzegging voor de plaatsing.
X.
Schiedam, 16 Juli. '92.
De heer Davenport (Sequah) heeft eer-
gisteren-avond te Groningen medegedeeld
dat hij na de séances aldaar, vóór hij zich
in den Haag vestigt, nog de volgende plaatsen
denkt te bezoeken .-Zutfen, Arnhem ;'s-Her-
togenbosch, Tilburg of Maastricht en Utrecht,
en dat hij zich na zijn vestiging als Neder
lander wil laten naturaliseeren.